Terug

Leerwerkplaats Jubbega biedt kansen

12 oktober 2018

De economie in Nederland draait goed, maar niet iedereen doet mee. Met name laagopgeleide, niet gekwalificeerde jongeren (ca. 160.000!) beschikken niet over de 21-eeuwse vaardigheden om duurzaam te participeren op de arbeidsmarkt. Oorzaken liggen vaak in een combinatie van sociaal-maatschappelijke problemen waardoor deze jongeren geen aansluiting met de arbeidsmarkt hebben.

Met name voor jongeren en laaggeletterden, veelal zonder startkwalificatie is de  afstand tot de arbeidsmarkt groot. Zij lopen daarmee een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, financiële problemen en langdurige werkloosheid. Onze partner Staatsbosbeheer, drie Friese gemeenten en het Nordwin College hebben daarom de handen in één geslagen. Het doel: werken in het groen, leren én een diploma halen. Dat is de kern van Leerwerkplaats Jubbega.

“De leerwerkplaats vult een leegte op waarvoor de maatschappij geen oplossing heeft”, aldus Dennis Benedictus, teamleider Staatsbosbeheer.

Een uitgelezen kans

Praktijkleerplaats Jubbega biedt de jongeren een toekomstperspectief. Elk jaar krijgen 15 deelnemers de kans om hun vaardigheden zo te ontwikkelen, dat deze aansluiten op de arbeidsmarkt. Er is niet alleen aandacht voor hun houding en gedrag, maar ook voor lezen en rekenen aan de hand van de praktijk. Juist deze koppeling met de praktijk maakt het leren toegankelijk.

Award voor best practice

Niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor de aangesloten partijen biedt Jubbega toekomstperspectief. Gemeenten investeren in de toekomst van bewoners waardoor blijvend uitval wordt voorkomen. Lokale ondernemers kunnen gericht opgeleid personeel aantrekken. En Staatsbosbeheer kan met behulp van deze jongeren de natuur nog beter beheren. Genoeg redenen de RBB-Award 2018 in de wacht te slepen: de prijs voor het meest actuele en originele project in de publieke sector.

Bekijk de website van Staatsbosbeheer voor nog meer inspirerende praktijkverhalen van de deelnemers van Leerwerkplaats Jubbega.

Beeldverhaal

Nieuwsgierig naar de verhalen? In dit beeldverhaal leer je een aantal deelnemers beter kennen!

Maatschappelijke rol

Staatsbosbeheer speelt op verschillende gebieden een maatschappelijke rol en werkt samen met veel partners.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel II)

20 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 2 van de reportage van het belevingsbezoek.

Naast het starten van een buurtinitiatief, zijn er ook andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven. Estella Franssen vertelt over de voedselcoöperaties, een initiatief van de Ulebelt, om consumenten te verbinden met boeren uit de buurt. Mireille Groot Koerkamp van een voedselcoöperatie uit Broekland gaat met de deelnemers van het belevingsbezoek in op de vraag hoe je zo’n initiatief opzet.

Duurzaam eten = gezond eten

Duurzaam eten is gezond eten. Dat blijkt wel uit onderzoek naar de Blue Zones – plaatsen in de wereld waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan in de rest van de wereld. “In de Blue Zones wordt voedsel meestal lokaal, plantaardig en zelf gemaakt, zonder mechanische en chemische hulpmiddelen. Er blijkt een link te zijn tussen duurzaam eten en gezond leven,” vertelt Estella Franssen.

Winstmaximalisatie

Naast gezondheid, gaat duurzaam voedsel ook gepaard met andere aspecten. Denk aan: energieverbruik van transport, energieverbruik van producten, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, teeltwijzen en – ‘last but not least’ – grip op de markt en machtsverdeling.

“Door dit laatste aspect, is voeding uit het reguliere voedselsysteem gericht op winstmaximalisatie. Als je een product in de supermarkt koopt, gaat maar 6 tot 11 cent van iedere euro naar de boer. De kosten worden hoger, maar de opbrengsten voor de boer zijn nog hetzelfde als dertig jaar geleden. Hierdoor wordt hij/zij gedwongen in de richting van massaproductie. Dit betekent meer mechanisering en meer gebruik van chemische middelen. Een negatieve ontwikkeling voor de boer én voor het voedsel.”

Rechtstreeks inkopen bij de boer

Om dit tegen te gaan, kun je rechtstreeks inkopen doen bij de boer. Dit klinkt leuk en duurzaam, maar het is ook best veel gedoe om elke week bij alle boerderijen boodschappen te doen.

“De voedselcoöperatie is een ‘simpele’ oplossing,” aldus Estella. “Start een coöperatie en doe om de beurt de boodschappen. Bestellingen, logistiek en distributie regel je binnen een coöperatie onderling.” Het resultaat: heerlijk eten voor de laagst mogelijke prijs en toch eerlijk inkomen voor de boer.

Sallandse Voedselcoöperatie

Hoe dat werkt, vertelt Mireille Groot Koerkamp van de voedselcoöperatie in Broekland. “Wat ik mooi vind van de voedselcoöperaties, is dat het begint vanuit de vraag van consumenten, niet vanuit het aanbod. Wij riepen iedereen in de omgeving Broekland op om aan te sluiten bij de coöperatie. Tijdens de eerste meeting deden al tien mensen mee.”

Volgens Mireille hoeft de aanpak niet ingewikkeld te zijn. “In tegenstelling tot heel veel andere initiatieven om de voedselketen te verkorten, zijn er voor de voedselcoöperatie nauwelijks opstartkosten. Je kan dit gewoon gaan doen. Bij onze coöperatie waren wij er na twee vergaderingen al uit: we willen allemaal gezond eten, door duurzame boeren, dichtbij huis.”

De leden van de coöperatie zochten uit welke boeren duurzaam en rechtstreeks leveren, waar zij leveren en hoe zij leveren. Inmiddels voorziet de coöperatie zichzelf van fruit, groenten, vlees en eieren.

Ook in de Randstad

De Broeklandse voedselcoöperatie ging dus snel van start: bewoners in het dorp sloten zich aan en boeren in de buurt werkten graag mee aan het initiatief. Maar is een dergelijke coöperatie ook mogelijk in de Randstad? Volgens Estella kan dit zeker. “We hebben gekeken naar operationele processen van soortgelijke initiatieven elders in het land. Uit dit onderzoek bleek één belangrijke factor bepalend te zijn voor succesvolle coöperaties: sociale cohesie. Een hecht netwerk  is essentieel voor de start van een voedselcoöperatie.”

Volgens Estella kan je het best aansluiten bij bestaande sociale groepen, zoals werk of sport. Daarnaast groeit het aantal duurzame initiatieven waaraan je je kan verbinden. “Er ontstaan steeds meer initiatieven in de stad, zoals stadsmoestuinen, energiecoöperaties of buurtcompostwerven. Hierdoor wordt het steeds gemakkelijker om een netwerk op te bouwen voor een voedselcoöperatie.”

In eigen buurt

Met stichting De Ulebelt helpt Estella consumenten op weg bij het opzetten van een voedselcoöperatie. “Het is niet ons doel om van heel Nederland een voedselcoöperatie te maken, maar we willen wél dat iedereen in zijn eigen buurt hierover kan zien, horen en proeven.” Volgens Estella begint het dan ook bij bewustwording. “Als bewoners op de hoogte zijn van voedselcoöperaties in de buurt sluiten zij zich hier sneller bij aan. Belangrijk is dat de jonge generatie van begin af aan hierin wordt meegenomen. Op deze manier groeien we hopelijk van kleine duurzame niches naar een algehele Blue Zone in Nederland.”

Deel I

Lees deel 1 van dit praktijkverhaal. Over hoe een groep vrienden uit Deventer gemeenschappelijke zorgen over klimaat en gezondheid ondervangt met ‘earthships’.

Voedselcoöperatie Broekland

Begin 2017 zijn zo’n 10 Broeklanders van start gegaan met voedselcoöperatie ‘de Autark’. Zij wil haar voedsel zoveel mogelijk uit de buurt halen, direct van de boer.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel I)

19 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 1 van de reportage van het belevingsbezoek.

… een groep vrienden uit Deventer. Met elkaar deelden zij een gemeenschappelijke zorg: de fossiele brandstoffen raken op, het  aantal grondstoffen is eindig en er zwerft ontzettend veel afval rond. Een negatieve ontwikkeling voor klimaat en gezondheid. Dat moet anders, dacht de groep. Ze lieten zich inspireren door een Amerikaans voorbeeld, wat dit alles ondervangt: ‘earthships’.

Wat als je in Nederland een soortgelijke woonwijk bouwt van zoveel mogelijk afvalmateriaal, dat zelfvoorzienend is en waarbij je zo min mogelijk brandstoffen verbruikt? Een droom was geboren.

Belevingsbezoek 5 juni 2018

Nu ruim 10 jaar later zijn we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij Vereniging Aardehuis in Olst. En we zijn niet de enigen, 7000 bezoekers gingen ons al voor. Estella Franssen, bewoner van Vereniging Aardehuis en projectmanager bij De Ulebelt (centrum voor natuur- en milieueducatie voor diverse burger-, buurt-, en wijkbewegingen in Oost-Nederland), vertelt wat er allemaal nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Een terugblik op deze dag.

Earthships

Een grote inspiratiebron voor het project was Michael Reynolds. In de jaren ‘60 bedacht hij een duurzaam concept: Eartships. Een earthship is een ‘aardehuis’, oftewel een gebouw gemaakt van afgedankte autobanden, volgestampt met aarde. Dit was de basis waarop het initiatief in Nederland is gevormd.

Met elkaar klopten zij aan bij gemeente Deventer. De gemeente verzocht hen over een jaar terug te komen. “Er was nog een hoop uit te zoeken. Denk aan vragen als: waar wordt de grond gekocht, hoe ver willen we wonen van Deventer, wie regelt de vergunningen, welke bouwmaterialen zijn geschikt, hoe zit het met de opwek van elektriciteit en met de toevoer van water?” Om antwoord te vinden op deze vragen, deden de vrienden inspiratie op bij earthships elders in Europa.

Huwelijksaanzoek

De antwoorden waren er, maar de wensen van gemeente Deventer en de vriendengroep lagen niet op één lijn. Gelukkig belde gemeente Olst-Wijhe met een mooie mededeling: ‘wij hebben plek’. “Dit was een prachtig huwelijksaanzoek”, vertelt Estella. “Daarvoor hadden we nooit contact met hen gehad, maar een wethouder had over ons idee gehoord en was geïnteresseerd. Bovendien stond duurzaamheid hoog in het vaandel bij de gemeente.”

Sindsdien zetten beide partijen in op een intensieve samenwerking. “Het is een kleine, informele gemeente met een platte organisatiestructuur. Door de korte lijntjes verliep de communicatie soepel. Dat resulteerde in 1,3 hectare grond in 2011. In de zomer van 2012 startte de bouw en in december 2014 waren alle woningen gebouwd.”

Van bouwplaats naar woonwijk

Hoewel het bouwproces relatief snel verliep, ging de totstandkoming niet zonder slag of stoot. “Het vraagt ontzettend veel van de bewoners. Als een groep amateurs hebben we een compleet bouwbedrijf opgezet. We bouwden 7 dagen per week, waarbij iedereen minstens één dag per week meewerkte. En dat terwijl we allemaal een eigen huis, gezin en baan hadden. Achter het bureau op het werk konden we eigenlijk pas even ‘uitrusten’.”

In het voortraject zijn er veel wisselingen geweest in de groep. “We startten met twintig huishoudens en uiteindelijk zijn van die groep drie bewoners hier daadwerkelijk gaan wonen.” Estella vertelt dat ze zich dan ook pas na drie maanden ‘mocht’ hechten aan iemand. “De derde maand bleek een beslissend moment voor de bewoners: zetten zij door of niet. Door factoren als geld en tijd haakten velen af.”

Volgens Estella zijn flexibiliteit en commitment dé essentiële factoren voor een buurtinitiatief. “Besef dat het beginbeeld kan afwijken van het eindproduct. Latere instappers hadden dan ook een veel realistischer beeld van de definitieve woonwijk dan de starters. Daarnaast vereist een buurtinitiatief volledige betrokkenheid en investering in tijd. We werden niet betaald in euro’s, maar betaald in een nieuw huis.”

Verbondenheid

Ook Estella stapte met een ander idee het traject in. “Ik droomde van een duurzaam huis met natuurlijke materialen, waarin ik gasloos kon wonen. Achteraf gezien, bleek dat een middel te zijn en geen doel. Het échte doel was het bouwen van een hechte gemeenschap waarin we gezamenlijk verbindingen aangaan.”

Volgens Estella is verbondenheid een fundamentele voorwaarde voor gezondheid. “Het is ontzettend belangrijk om mensen om je heen te hebben waarmee je je verbonden voelt. Wederzijdse afhankelijkheid is geen last –zoals dat in onze Westerse cultuur wordt aangeleerd -, maar een waarde. Dat had ik van tevoren nooit voorzien.”

De Vereniging Voor Eigenaren is bij Vereniging Aardehuis dan ook anders dan bij reguliere woonwijken. “Als zich iets voordoet, komen we er samen uit. We stappen niet naar de rechter, maar lossen het met elkaar op. In een buurtinitiatief kan je op iedereen rekenen. Zoals ik al zei: de betrokkenheid is hoog.”

Niet bouwen, maar inspireren

De afgelopen jaren heeft Vereniging Aardehuis keihard gewerkt om een eigen droomwijk te bouwen. En dat is gelukt. Het is een 100% ecologische woonwijk van 23 zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid met elkaar in balans zijn. Bovendien is Vereniging Aardehuis vooralsnog de meest ecologische woonwijk van Nederland.

Missie geslaagd dus. En nu? “We hoeven niet zelf meer te bouwen, wij zijn klaar. We willen wel inspireren. Als mensen zelf ook iets vergelijkbaars willen starten, kunnen ze hier een hoop kennis, ervaring en inspiratie komen halen,” vertelt Estella.

En dat blijkt goed te lukken. Tot nu toe zijn er  7000 bezoekers over de vloer. “Afgelopen week kwam er zelfs een champignonnenteler uit Colombia op bezoek. Hij was in Nederland, hij had over ons gelezen op internet, maar kon ons niet bereiken. Hij is speciaal naar Olst gekomen om de aardehuizen te bekijken. Uiteraard hebben wij hem met open armen ontvangen. Dat zijn de momenten waar je het voor doet.”

Deel II

Lees het vervolg van dit praktijkverhaal met andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven.

Vereniging Aardehuis

Een ecologische wijk van zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid in onderlinge samenhang met elkaar in balans zijn.

Terug

Geen “ik-stond-erbij-en-ik-keek-ernaar”-onderzoek

4 mei 2018

Ik ben sociaalwetenschappelijk onderzoeker bij TNO. Ik wil weten of en hoe iets werkt. Maar mijn schrikbeeld is om 2 jaar lang te onderzoeken, te volgen en te meten. En dan achteraf, in een mooi dik rapport, te concluderen dat er bij voorbaat geen effecten te verwachten waren. Bijvoorbeeld omdat er bij aanvang al geen draagvlak was voor de interventie, omdat de juiste doelgroep niet bereikt werd, of omdat de betrokkenen feitelijk niks anders zijn gaan doen dan ze al deden. Terwijl we dat al die tijd konden zien aankomen; we stonden erbij en we keken ernaar…

Participatief actieonderzoek

Participatief-actieonderzoek is alles behalve een ik-stond-erbij-en-ik-keek-ernaar. Als actieonderzoeker ben je onderzoeker, adviseur, trainer en coach in één. Actieonderzoek is ontwikkeld om juist de praktijk tussentijds te veranderen, een aanpak door te ontwikkelen en knelpunten te identificeren en op te lossen op het moment dat ze zich voordoen. Niet om te onderzoeken óf het werkt, maar om te zorgen dát het werkt. En dat is precies de uitdaging die we 1,5 jaar geleden samen met de sociaal makelaars in Gouda in een door ZonMw gesubsidieerd onderzoek zijn aangegaan.

De sociaal makelaar is een antwoord op de vraag van gemeentes hoe inwonerparticipatie in het sociaal domein te bevorderen is. In Gouda vervult de sociaal makelaar vanuit het sociaal wijkteam de verbindende rol tussen zorg, welzijn en wijkinitiatief. In het actieonderzoek van 2016 tot 2018 had ik de bijzondere kans met hen in de praktijk mee te kijken, te denken en mee te leren over wat een sociaal makelaar doet, wat de functie tot een succes maakt en hoe ze om konden gaan met de dilemma’s van het werk.

De toegevoegde waarde voor de praktijk

Nu kan ik natuurlijk enthousiast vertellen hoe leuk en inspirerend ik het vond, maar dat heeft toch een hoog “wij-van-WC-eend-adviseren-WC-eend” gehalte. Daarom heb ik Berthie Melissen, Sociaal Makelaar in Gouda gevraagd naar haar ervaringen met participatief actieonderzoek:

“Als startend team van 4, met een vernieuwende opdracht en de taak de eigen functie vorm te geven, geconfronteerd worden met een onderzoek vanuit TNO is een spannende. Daar moesten we even goed over nadenken. Maar al snel realiseerden we dat dit een kans was om met een kritische blik van de TNO onderzoekers en de helpende structuur van het soort onderzoek, de functie van sociaal makelaar op de kaart te kunnen zetten. Als ook uit onderzoek zou blijken dat deze functie kon brengen waar wij zo met elkaar in geloofden, dan zou dat toch geweldig zijn.

Nu, terugkijkend op bijna 2 jaar samenwerking, zien we dat het onderzoek heeft bijgedragen aan een mooie doorontwikkeling van de functie. De onderzoekers voegden in, hielden spiegels voor, luisterden, checkten, onderzochten en beschreven, ondersteunden met werkvormen, blikten met ons terug en stelden met ons bij, waardoor het actie-onderzoek ons proces van ontwikkelen extra richting en structuur gaf. 

We zijn er blij mee dat we toen die stap hebben gezet en gezegd hebben: ja, loop maar mee, kijk maar in onze keuken!”

Praktische handvatten voor andere gemeenten

Het actieonderzoek heeft niet alleen de sociaal makelaars wijzer gemaakt over hun handelen, maar heeft ook een handreiking opgeleverd. Dit alles behalve doorsnee-onderzoeksverslag is niet alleen het bewijs van de lessen die we met elkaar geleerd hebben in de afgelopen 1,5 jaar, maar laat ook zien hoe Gouda al stappen heeft gezet om de participatiemaatschappij handen en voeten te geven. Ik hoop en verwacht dan ook dat het andere gemeentes praktische handvatten biedt om de sociaal makelaar in te zetten als schakel tussen zorg, welzijn en buurtinitiatief. En mochten ze daarbij een actieonderzoeker nodig hebben, dan kijk ik er zeker naar uit hen daarbij te ondersteunen.

Marloes van der Klauw en Berthie Melissen zijn eerder door Alles is gezondheid… geïnterviewd over de functie van sociaal makelaars in de gemeente. Lees het interview in het jaarverslag 2017 (pagina 8).

Marloes van der Klauw

Marloes van der Klauw is actieonderzoeker Healthy Living bij TNO.

Handreiking sociaal makelaar

Een praktische handreiking voor gemeenten en professionals in het sociaal domein