Terug

Bied en vind activiteiten in het groen

22 november 2018

Buiten zijn in de natuur is gezond! Met Beter in het Groen vind heel Nederland eenvoudig gezond aanbod in de natuur. Activiteiten die helpen gezond te blijven of gezonder te worden. Je kunt eenvoudig jouw gezonde activiteit in het groen aanmelden.

In Beter in het Groen gaat het vooral om begeleid aanbod op het snijvlak van natuur en gezondheid, dat ook voor bijvoorbeeld doorverwijzers van nut is. Het betreft terugkerende activiteiten of een programma-aanbod op maat.

Wat al het aanbod in Beter in het Groen verbindt, is dat het plaatsvindt in een natuurlijke omgeving. Dit kan in een natuurgebied zijn, maar ook bijvoorbeeld in een stadspark of zorg(moes)tuin dichtbij huis. Het gaat erom dat mensen verleid worden te ervaren wat bewegen of ontspannen in het groen met hun gezondheid en welzijn doet.

Vind aanbod

Vul je postcode in en bekijk het aanbod in de buurt.

Plaats aanbod

Meld gratis je gezonde activiteit aan in de groenzoeker.

Netwerkadviseur Groen
Terug

Gezond gesprek met Petra van Tiggelen: gezondheidsapps op een rij

21 november 2018

Wereldwijd zijn er inmiddels meer dan 100.000 apps die de gezondheid bevorderen of beweren dat te doen. En dat aantal groeit dagelijks. Maar hoe betrouwbaar zijn deze apps? En hoe weet je welke app het beste werkt? Hiervoor is de GGD AppStore ontwikkeld. Hiermee zetten de GGD’en gezamenlijk de gezondheidsapps op een rij zet en beoordelen deze aan de hand van diverse criteria. Karen van Ruiten, hoofd programmabureau Alles is Gezondheid, sprak hierover met Petra van Tiggelen, innovatiemanager bij GGD Amsterdam en mede-initiatiefnemer GGD appstore.

Karen: Waarom zijn jullie een aantal jaar geleden met GGD AppStore gestart?

Petra: Zowel bij ons bij GGD Amsterdam als bij de andere GGD’en merkten we dat er steeds meer apps worden ingezet om de gezondheid te bevorderen. Enerzijds een mooie ontwikkeling: op deze manier werken mensen actief aan het verbeteren van hun eigen gezondheid. Het gebruik van apps is leuk én geeft je regie over je eigen gezondheid. Tegelijkertijd roept het de vraag op: hoe goed zijn de apps en welke app kan je het best gebruiken? Er is nauwelijks iets bekend over de betrouwbaarheid en effectiviteit van al deze apps. Dit was dan ook de aanleiding voor de GGD AppStore. In samenwerking met 25 GGD’en en GGD GHOR Nederland onderzoeken en vergelijken we de gezondheidsapps. Doel is om in Nederland een toegankelijk en transparant overzicht te bieden van relevante en betrouwbare apps.

Goed dat jullie dat zijn gaan doen. Was dat er in Nederland of in het buitenland nog niet?

In Engeland werd een soortgelijke tool ontwikkeld, waarmee Engelstalige health apps worden vergeleken. In Nederland was het er niet. Het is niet zo verrassend dat dit soort initiatieven steeds vaker opkomen. Wij vinden het belangrijk om gebruikers de juiste tools te geven om een weloverwogen keuze te maken uit alle apps.

Hoe gaat het testen en onderzoeken van een willekeurige app via de GGD AppStore?

De gezondheidsapps worden onderzocht door verschillende professionals, zoals gezondheidsbevorderaars, (jeugd)artsen, en door onderzoekers die werkzaam zijn bij een GGD in het land. Er wordt getoetst op de volgende criteria: 1) gebruiksvriendelijkheid, 2) betrouwbaarheid, 3) privacy en veiligheid en 4) onderbouwing (effectiviteit). Aan de hand van sterren wordt een beoordeling gegeven. Inmiddels staan er 95 apps in de AppStore, dat aantal willen we komend jaar richting de 100 krijgen. Daarvoor is samenwerking met partijen, maar ook budget nodig.

Wie maakt er vooral gebruik van informatie uit deze app-testen?

De ervaring leert dat juist heel veel verschillende mensen gebruik maken van de GGD AppStore. Ik denk dat dat komt, omdat er een divers aanbod aan apps zijn en omdat er in Nederland nog geen soortgelijke tool is ontwikkeld die gezondheidsapps met elkaar vergelijkt. We werken dan ook actief samen met verschillende professionals, zoals Thuisarts.nl en het National eHealth Living Lab. Zowel voor het beoordelen van apps, maar ook zodat meer mensen weten waar ze informatie over gezondheidsapps kunnen vinden.Tot slot de stappen in 2019 voor de doorontwikkeling van de GGD AppStore.

Hoe kunnen mensen aanhaken of bijdragen als zij geïnteresseerd zijn?

Op dit moment verkennen we samenwerkingsmogelijkheden met verschillende partijen, waaronder ook organisaties uit het netwerk van Alles is Gezondheid, want als we willen doorontwikkelen en opschalen kunnen we alleen samen het verschil maken en een breed ‘platform/centrum voor app-expertise‘ vormen. We staan dan ook zeker open voor verschillende partijen die ons kunnen helpen. De hulp van het netwerk van Alles is Gezondheid is dan ook altijd welkom!

Bekijk de GGD AppStore

Het gebruik van de GGD AppStore is gratis voor iedereen. Ga direct aan de slag!

 

Denk mee

Wilt u een bijdrage leveren aan de GGD AppStore? Neem dan contact op met de GGD: info@ggdappstore.nl

Terug

Voel je Goed! in de praktijk

20 november 2018

Voel je goed! is een programma gericht op het duurzaam verbeteren van de gezondheid van laaggeletterde mensen met overgewicht. Stichting Lezen & Schijven heeft deze integrale aanpak met een groot aantal partners opgezet.

Voel je goed! is vernieuwend in de combinatie van eet- en beweegadviezen van een diëtist met praktijkgerichte groepslessen van vrijwilligers. Deelnemers leren informatie beter begrijpen en toepassen in hun dagelijks leven. Marieke Wiebing, projectleider Stichting Lezen & Schrijven en initiatiefnemer Voel je goed!: “Cruciaal, want mensen die moeite hebben met het begrijpen van informatie, lopen een groter risico op een slechtere gezondheid. Ze hebben een grotere kans eerder dan gemiddeld te sterven.”

Deelnemer Erma Finies: “Ik hoef dank- zij Voel je goed! niet aan de medicijnen voor diabetes.”

Integrale opzet

De pilot loopt van januari 2016 tot 1 juli 2019 in Hengelo, Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam, Emmen en Hoogeveen. Bij het programma zijn veel partijen betrokken. De lesmaterialen zijn ontwikkeld met onderwijskundigen, het Voedingscentrum, Kenniscentrum Sport, de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, diëtisten en met laaggeletterden die ervaring hebben met afvallen. Ook financieel wordt samengewerkt. Naast subsidie van FNO, dragen verzekeraar Achmea, supermarktketen Lidl, Fonds Taal maakt gezonder, Ipskamp Printing en Stichting Lezen & Schrijven zelf bij aan de kosten van Voel je goed!.

Resultaten

Via wetenschappelijk onderzoek kijken we naar verschillen in gewicht, ervaren gezondheid, gezondheidsvaardigheden, eet- en beweeggedrag en determinanten van deze gedragingen bij de deelnemers. Tot slot zetten we de kosten en baten van Voel je goed! op een rij en al tijdens het traject werven we nieuwe partners. Bekijk de resultaten.

Obstakels overwinnen

Laaggeletterden met overgewicht zijn dubbel kwetsbaar en moeilijk bereikbaar. Daarom heeft Stichting Lezen & Schrijven behalve via de diëtisten ook via welzijnswerkers en klantmanagers binnen welzijn, werk en onderwijs geworven. Wiebing: “Als het nodig is gaan we naar de doelgroep toe. We zorgen bijvoorbeeld voor voorlichting en een vrijblijvende opstap-les in een buurthuis. We zien dat de animo er wel degelijk is. Het lijkt omslachtig, maar het gaat om mensen die problemen kunnen hebben om naar de diëtist te gaan of telefonisch onderzoeksvragen te beantwoorden.”

Contact

Meer weten? Neem contact op met Marieke Wiebing van Stichting lezen & Schrijven via marieke@lezenenschrijven.nl of 070 3022660

Meer weten?

Heb je belangstelling voor deze integrale aanpak?

Video

De integrale aanpak van alle kanten belicht.

Infographic

Bekijk de infographic. Voel je Goed! in het kort.

Terug

Interview: Schuldhulpverlening draagt bij aan gezondheid

13 november 2018

Een vitalere bevolking die gelukkiger is. Vitalere wijkbewoners, vaders, moeders, leerlingen, mantelzorgers, werknemers, patiënten. Voorkomen – u voelt hem aankomen– is beter dan genezen. Maar zoals zo vaak het geval is met clichés: het is ook echt waar. Voorkomen bespaart narigheid en geld. Vandaar dat ‘Alles is gezondheid’ samenwerking tussen partners faciliteert zodat Nederlanders verleid worden tot gezonder en vitaler gedrag. Ferry Koper, adviseur Alles is Gezondheid, weet er alles van.

Wat is de achtergrond van het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid’?

Koper: “Het programma is ontstaan op initiatief van de Tweede Kamer en samen met partijen uitgewerkt door het ministerie van VWS, maar het wordt gevormd door het veld, door mensen in organisaties afkomstig van ‘werk’, ‘zorg’, ‘onderwijs’ en ‘wijk’. Vanuit de samenwerking in en tussen deze domeinen proberen we de vitaliteit van de Nederlanders te stimuleren. Ik ben verantwoordelijk voor die benadering vanuit ‘zorg’.”

Op welke wijze brengt het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid’ een maatschappelijke beweging op gang om Nederland gezonder en vitaler te maken?“

Dat doen we onder meer door op werkende voorbeelden de schijnwerpers te zetten en ze te tonen aan het brede veld. Vaak overzien betrokkenen de vernieuwing, de proceswaarde, niet en is men, terecht, bezig om op een creatieve manier dagelijkse problemen op te lossen. Wij brengen deze vernieuwers bijeen en dan groeit er een nieuwe stroom. Een stroom die de laatste jaren steeds meer door mensen uit verschillende hoeken en in samenwerking met scholen, bedrijven, buurten en de zorg wordt aangezwengeld, omdat de doelen in wezen hetzelfde zijn. Een gezonde wijkbewoner is ook een gezonde werknemer, om maar een voorbeeld te geven. Fantastisch om te zien!”

Jullie werken met ‘pledges’. Wat zijn dat?“

Een pledge is een soort convenant op één A4-tje waarin staat hoe een aantal partijen samen acties organiseert om ons land vitaler te maken. Denk aan een project waarbij een bank, een ziekenhuis, huisartsen, gemeenten, een zorgverzekeraar, een burgerinitiatief en een patiëntenvereniging  de handen ineenslaan. Vaak gaat het om lokaal of regionaal niveau. Ook plaatsen we op onze website filmpjes van mooie initiatieven. Verder organiseren we symposia en bijeenkomsten om kennis actief te kunnen delen en het netwerk te versterken en uit te breiden. We hebben nu 400 pledge-houders en 3.000 partners, zowel publiek als privaat.”

Waarom juist inzetten op vitaliteit?

“Onze gezondheid wordt voor minder dan de helft bepaald door de gezondheidszorg. Andere invloeden zijn bepalender. Er zijn veel factoren die vitaliteit beïnvloeden. Vaak wordt dan gedacht aan de klassieke factoren zoals voeding, alcohol, rookgedrag, bewegen en ontspanning: de bekende onderdelen van een (on)gezonde leefstijl. En dat is goed. Maar interessanter wordt nog de ‘aanvliegroute’. Daar moeten we veel zwaarder op inzetten en dat zien we partners nu ook meer en meer doen. Het is zaak andere, dieper liggende factoren op z’n minst mede onder de loep te nemen; denk aan schulden, armoede, laaggeletterdheid, sociale aspecten, zingevening. Een integrale benadering met als resultaat een vitalere bevolking. Op die manier worden een boel mensen gelukkiger en blijven ze gezonder en vitaler – en weg van de zorg. Dat kost ook nog eens minder.”

Hoe beoordelen jullie wat er aan de hand is en wat werkt?

“Wat er aan de hand is, bepaalt de burger, wijkbewoner, student, leerling, werknemer, patiënt, mantelzorger. 75% van de mensen met schulden heeft gezondheidsklachten. De helft van onze zorgkosten wordt gemaakt door een relatief kleine groep Nederlanders. Daar kun je niet omheen. Het is maar een voorbeeld. En de voorbeelden liggen voor het oprapen. De tendens is dat dergelijke, vaak geclusterde issues gelukkig meer onderkend worden en in gezamenlijkheid en in samenhang bekeken worden en vanuit bewoners worden aangevlogen. Hier kunnen we enorme vitaliteitswinsten boeken.”

Hoe weet je of jullie inspanningen het beoogde effect hebben?“

De Universiteit van Maastricht volgt of onze acties een maatschappelijke beweging op gang brengen en of we op grond van bepaalde indicatoren inderdaad kunnen vaststellen of mensen vitaler en gezonder worden, of onze partners erin slagen een omslag te bewerkstellingen van repareren naar voorkomen, naar vitaliteit. En, er zit dus ook nog een economische component aan: mensen die gezond zijn, zijn arbeidsproductiever. En trouwens ook gelukkiger.”

Welke rol speelt technologie in het vitaler maken van Nederland?

“Technologie kan helpen de gewenste beweging op gang te brengen en te houden, mits die technologie de inhoud volgt. Ik heb lang in de zorgtechnologiebranche rondgelopen. Te vaak nog worden producten ontwikkeld die aanbodgericht zijn en waar niemand echt op zit te wachten. Het uitgangspunt moet de vraag zijn. Mijn advies aan fabrikanten van apps en andere technologie is: kies voor een meer holistische benadering van de mens en zie technologie als een middel in plaats van een doel. Laat je leiden door de inhoud.”

*Dit interview is op 23 maart 2018 verschenen op de website van Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Meedoen?

Met ruim 3000 organisaties werken we aan een gezonder Nederland voor iedereen.

 

Terug

Gezond Gesprek met Rob Baan: geen pillen maar paprika’s in de schilderwijk

19 oktober 2018

Rob Baan is eigenaar van Koppert Cress, een bedrijf in microgroenten. Hij valt op door zijn innovatieve werkwijze, bijvoorbeeld rondom energie. Zijn droom is om van Nederland de gezondste delta ter wereld te maken. Een ambitieus en gedurfd plan. Daarover voert hij een gezond gesprek met Karen van Ruiten van Alles is Gezondheid.

Karen: Wat me direct opviel bij jouw bedrijf is dat je jouw passie om Nederland gezonder te maken heel specifiek toepast in de organisatie. Je produceert niet alleen eerlijk voedsel, maar je zet ook een duurzame leefomgeving neer.

Rob: ‘De Why van tuinbouw is om de samenleving gezonder te maken. Honderd jaar geleden bestond de voedingsindustrie nog niet: je at vers van het land of ingemaakt voedsel. Inmiddels is de tuinbouw zo goed in staat om planten uit de natuur in een potje te kweken en voedselveilig jaarrond te produceren. En dat is belangrijk: we moeten beseffen dat voedsel direct het lichaam ingaat. Vers voedsel is essentieel voor de gezondheid. Met voeding kunnen we inmiddels zoveel meer bereiken dan de medische wetenschap. Ik zie het dan ook als mijn taak om een stad gezond te voeden, anders gaat de stad dood of ziek.’

De tuinbouw levert gezond voedsel op, maar wordt niet altijd beschouwd als een duurzame industrie. Het energieverbruik van kassen kan bijvoorbeeld hoog zijn. Hoe zie jij dat?

‘Als de tuinbouw wordt gezien als energievreter, moet je dat oplossen. En dat doen wij. De tuinbouw is een hele hightech en duurzame industrie met ingenieurs, wetenschappers en onderzoekers. Onze kas is bijvoorbeeld in staat om in de zomer zóveel warmte op te wekken, dat dit opnieuw kan worden gestookt in de winter. Nu zijn we neutraal, maar straks is de kas CO2-positief. Dat scheelt alleen al ontzettend veel aan energiekosten. Zo zie je maar: duurzaamheid is niet alleen geinig, maar loont ook nog. Deze duurzame technieken moeten we niet uitstellen, maar nu inzetten om de wereld gezonder te maken.’

Deze actieve houding illustreert ook jouw plan voor de Schilderswijk in Den Haag: je wil de wijk nú gezonder maken en niet over vijf jaar. Wat ben je precies van plan?

‘Onder het mom van urban farming is een aantal jaar geleden op het oude Philipsgebouw een kas gebouwd. Het idee: breng vers voedsel naar de stad. Dit plan werkte alleen niet. Het gebouw staat midden in de Schilderswijk; een wijk die niet direct geassocieerd wordt met gezondheid. Er zijn veel autobedrijven en er is ongezond eten op school en in de straat. De producten uit de kas op het dak waren bovendien veel duurder dan de producten op de markt. Niemand die interesse had in de voeding uit de kas.

Daarom werd ik benaderd om het over te nemen. Ik kwam met het idee om het om te draaien: breng de kas niet naar de wijk, maar betrek de wijk actief bij de kas. Nederland heeft bijvoorbeeld geen schoollunches. Stel je voor dat je in deze wijk een aantal scholen uitkiest waar elke dag gezonde lunches wordt gegeten. De school wordt voorzien van vers voedsel uit de kas. Dit voedsel wordt niet door topkoks bereid, maar door de schoolkinderen en mensen uit de wijk. Laat honderd wijkbewoners heerlijk koken, breng de kinderen naar de kas en laat de kinderen proeven wat de natuur allemaal te bieden heeft. Het zou geweldig zijn als we hiermee 10% van de kinderen uit de wijk gezonder kunnen maken.’

Een fantastisch plan, met eigenlijk een simpele basis. Is het ook zo makkelijk?

‘Naar mijn idee kost het weinig én dragen we bij aan alle facetten van gezondheid. In dit soort wijken heeft 25% van de bevolking diabetes type 2. Als we door dit project de mensen gezonder kunnen laten eten, scheelt het al ontzettend veel aan zorgkosten, werkloosheid en armoede. Bovendien vergroten we met dit project de sociale cohesie in de wijk. Eenzaamheid kunnen we terugdringen, doordat bewoners meer aanspraak hebben en een dagelijks doel krijgen, namelijk het eten bereiden. Dit kunnen we allemaal met gezonde voeding bereiken. Alleen is er lef voor nodig: we moeten hier onze tijd, energie en geld in durven te steken. En niet over vijf jaar, maar vandaag.’

Daar helpen we graag aan mee. Kunnen andere geïnteresseerden zich ook nog aansluiten bij het project?

‘Ja zeker, iedereen die bereid is om de tijd niet in praten maar in doen te steken is van harte welkom om te helpen.’

Ook meedoen?

Neem contact op met Rob Baan

Video

Nieuwsgierig geworden? Dit interview duurde drie kwartier en is opgenomen voor Cafe Weltschmerz.

Terug

De buurtsportcoach: verbinding met het sociaal domein en de zorg

13 augustus 2018

Hoe begeleid of verwijs je mensen die van zorgverleners het advies krijgen om meer te bewegen? De buurtsportcoach is een verbinder tussen sport en bewegen, de eerstelijnszorg en de welzijnssector en zet erkende interventies in.

Er zijn zo’n 5000 buurtsportcoaches in Nederland en dit aantal wordt volgend jaar verder uitgebreid. Buurtsportcoaches werken verspreid over vrijwel alle gemeenten. Hun opdracht wordt bepaald door de gemeente en eventuele samenwerkingspartners.

Buurtsportcoaches werken op verschillende niveaus: van uitvoerend tot meer verbindend en coördinerend. De meeste buurtsportcoaches worden ingezet om samenwerking tussen onderwijs, sport en de wijk te verbeteren en meer jeugd aan het sporten en bewegen te krijgen. Maar ze worden ook ingezet om verbinding te maken met organisaties in de zorg en het sociale domein, om zo kwetsbare burgers vitaal te houden en meer te laten participeren. Buurtsportcoaches gebruiken bewegen als middel en zijn de schakel tussen de vraag en het aanbod in de wijk.

Movisie interviewde Marloes Aalbers van Kenniscentrum Sport over de buurtsportcoach.

Lees interview

Lees meer

Op de website van Kenniscentrum Sport lees je meer over de buurtsportcoach.

Terug

The Model’s Health Pledge: voor een gezonde werkomgeving in de mode

3 augustus 2018

In 2016 ondertekenden twintig vooraanstaande partijen in de modebranche een ambitieuze pledge van Alles is Gezondheid om de gezondheid van Nederlandse modellen te waarborgen en verbeteren. Met de lancering van een online platform en meldpunt, en een doorlopende aanwas van nieuwe partners, maakt initiatief The Model’s Health Pledge zich hard voor gezonde modellen in de modebranche. Een mooi voorbeeld voor andere branches en beroepsgroepen met gezondheidsrisico’s.

Marvy Rieder maakt direct duidelijk wat ze in de modebranche wil bereiken: “Modellen moeten vanaf het begin van hun carrière goed begeleid worden. Op alle fronten van het vak: met hun lichamelijke gesteldheid, goede voeding en voldoende rust, maar ook bij het runnen van je eigen bedrijf, geestelijke gezondheid en de omgang met modellenbureaus. Als je als model letterlijk en figuurlijk lekker in je vel zit, haal je het beste uit jezelf.” Niet voor niets luidt het credo van The Model’s Health Pledge: zonder goede gezondheid, geen schoonheid.

“Zonder goede gezondheid, geen schoonheid.”

Sterk in je schoenen

Het streven naar een gezonde werkomgeving in de modebranche is echter niet vanzelfsprekend. Rieder: “Niet eens zo heel lang geleden was het ‘dun, dunner, dunst’ wat de klok sloeg. Vaak waren bepaalde maten vereist. Zeker als aspirant model moet je sterk in je schoenen staan om niet mee te gaan in deze teneur. Zelfvertrouwen is daarbij heel belangrijk. Net als een gevoel van bescherming, goede begeleiding en het hebben van praktische kennis over een gezonde uitoefening van je vak. Dat bewustzijn ontbreekt nogal eens. Dat is precies het gat waar we met onze pledge in springen.”

Belofte

Volgens Marvy Rieder ligt er een grote verantwoordelijkheid bij agentschappen, ontwerpers en de media in het neerzetten van een gezond modebeeld en het creëren van goede werkomstandigheden. “Het werkt het beste als de branche zélf het goede voorbeeld geeft in plaats van het opleggen van regels. Daarmee zetten we wereldwijd de toon.”

Rieder: “Met Alles is gezondheid zijn we erin geslaagd een mooie belofte te formuleren die aanspreekt in de branche. Na de eerste lichting ondertekenaars groeide het netwerk het afgelopen jaar flink door. Inmiddels hebben zich meer dan vijftig partijen aangesloten bij The Model’s Health Pledge.” Deze ondertekenaars komen niet alleen uit de modebranche, maar hebben ook expertise op het gebied van media, bedrijfsvoering en juridische aspecten. Naast de fysieke gezondheid is er ook aandacht voor de mentale en financiële gezondheid van modellen.

Meldpunt

Belangrijk hoogtepunt in 2017 is de lancering van een online platform en meldpunt voor misstanden. Met dit meldpunt wil The Model’s Health Pledge misstanden rondom een gezonde werkomgeving in de mode-industrie inzichtelijk maken en  verhelpen. “In Nederland hebben we afgesproken dat je iemand mag aanspreken op gedrag, wanneer diegene de pledge heeft ondertekend. Dat mag je bij ons anoniem doen. Meldingen over pledge-ondertekenaars worden in dialoog met betrokkenen in behandeling genomen. We werken met een vertrouwenspersoon die via mediation een oplossing probeert te vinden,” vertelt Rieder. De uitkomsten en een overzicht van alle meldingen zijn te vinden in het jaarverslag van The Model’s Health Pledge.

Online platform

Naast het meldpunt kunnen modellen ook inspiratie opdoen op het online platform. Op www.themodelshealthpledge.nl kunnen (aankomende) modellen en modeprofessionals de pledge lezen, het netwerk bekijken en leren van persoonlijke verhalen van branchegenoten. Bezoekers vinden er informatie, tips en advies op het gebied van gezondheid en een goede, stimulerende werkomgeving.

The Model's Health Pledge

Lees meer op de website van The Model’s Health Pledge.

Pledge

Met de pledge van Alles is Gezondheid streven de ondertekenaars naar een zo gezond mogelijke werkomgeving voor modeprofessionals.

Video RTL

Het initiatief is niet onopgemerkt gebleven in de pers. In een uitzending van RTL Boulevard ondertekende Nikkie Plessen de pledge.

Jaarrapport

Op 6 september 2018 is het jaarrapport gepubliceerd. Met o.a. onderzoeksresultaten onder 300 modellen over hun gezondheid.

Kamervragen

Kamervragen werden gesteld nav berichtgeving dat de gezondheid van modellen ver onder de maat is. Staatssecretaris Blokhuis, reageerde hier op.

Terug

Gezond Gesprek met Chantal van Spaendonck: regionale samenwerking is essentieel

4 juli 2018

Karen van Ruiten, hoofd programmabureau van Alles is Gezondheid, gaat elke maand met iemand in gesprek over gezondheid. Dit keer ontmoet ze Chantal van Spaendonck, directeur Care Innovation Centre (CIC) West Brabant.

Jullie zijn als CIC en vanuit de regio West Brabant al een aantal jaar actief partner van Alles is Gezondheid. Waarom heeft CIC West Brabant zich, als eerste regionetwerk, verbonden aan ons netwerk?

Bij de uitnodiging om een pledge op te stellen als CIC hadden wij direct het idee dat we dat niet alleen wilden doen, omdat er veel meer partijen bezig zijn met preventie. Daarom hebben wij een groot aantal organisaties uit de regio benaderd om zich aan te sluiten. Tijdens de opening van het nieuwe pand van het Kellebeek College van ROC West-Brabant is toen een groot aantal pledges gesloten waarbij partijen samenwerken aan gezondheid, zowel vanuit bedrijven, zorgorganisaties, onderwijsinstellingen als overheidsinstanties. Bijvoorbeeld met de Rabobank, de Gemeente Roosendaal en tanteLouise-Vivensis.

Zie jij de meerwaarde van die regionale samenwerking op gezondheid?

Zeker, want partijen in de regio kennen elkaar beter en hebben elkaar ook nodig. Om over je eigen grenzen heen te gaan en impact te maken. Zoals projecten die de individuele organisaties overstijgen, zoals laaggeletterdheid en gezondheid. Samenwerking in de regio is dan onmisbaar.

Waar zie je bij jullie in de regio kansen voor gezondheid de komende jaren?

Uit het verbeteren van de leefstijl valt veel winst te halen. Tevens zien we een gebrek aan zorgprofessionals in de regio wat de komende tijd gaat toenemen en waarin het anders samenwerken en inzetten van innovaties essentieel wordt om goede zorg te blijven verlenen. De stap voorwaarts kunnen we maken door domeinoverstijgende interventies toe te passen, te verduurzamen en deze goed te borgen en te delen waar mogelijk. Er is namelijk ook vaak maatwerk qua diensten nodig.

Jullie zijn aan de slag met een mooi project voor 2019 met het Innovitapark en GGD West Brabant, waar we ook vanuit Alles is Gezondheid bij betrokken zijn. Kun je daar al iets over loslaten?

We gaan op een andere manier in de regio werken aan kennisdeling en het ecosysteem. Dat gaan we met een aantal organisaties gezamenlijk doen als eerste regio. Na de zomer, om precies te zijn op 20 september, zullen we de plannen bekend maken. Houd onze website dus goed in de gaten!

Doe mee!

Draag bij aan een gezondere regio en word partner van CIC West-Brabant.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel II)

20 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 2 van de reportage van het belevingsbezoek.

Naast het starten van een buurtinitiatief, zijn er ook andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven. Estella Franssen vertelt over de voedselcoöperaties, een initiatief van de Ulebelt, om consumenten te verbinden met boeren uit de buurt. Mireille Groot Koerkamp van een voedselcoöperatie uit Broekland gaat met de deelnemers van het belevingsbezoek in op de vraag hoe je zo’n initiatief opzet.

Duurzaam eten = gezond eten

Duurzaam eten is gezond eten. Dat blijkt wel uit onderzoek naar de Blue Zones – plaatsen in de wereld waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan in de rest van de wereld. “In de Blue Zones wordt voedsel meestal lokaal, plantaardig en zelf gemaakt, zonder mechanische en chemische hulpmiddelen. Er blijkt een link te zijn tussen duurzaam eten en gezond leven,” vertelt Estella Franssen.

Winstmaximalisatie

Naast gezondheid, gaat duurzaam voedsel ook gepaard met andere aspecten. Denk aan: energieverbruik van transport, energieverbruik van producten, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, teeltwijzen en – ‘last but not least’ – grip op de markt en machtsverdeling.

“Door dit laatste aspect, is voeding uit het reguliere voedselsysteem gericht op winstmaximalisatie. Als je een product in de supermarkt koopt, gaat maar 6 tot 11 cent van iedere euro naar de boer. De kosten worden hoger, maar de opbrengsten voor de boer zijn nog hetzelfde als dertig jaar geleden. Hierdoor wordt hij/zij gedwongen in de richting van massaproductie. Dit betekent meer mechanisering en meer gebruik van chemische middelen. Een negatieve ontwikkeling voor de boer én voor het voedsel.”

Rechtstreeks inkopen bij de boer

Om dit tegen te gaan, kun je rechtstreeks inkopen doen bij de boer. Dit klinkt leuk en duurzaam, maar het is ook best veel gedoe om elke week bij alle boerderijen boodschappen te doen.

“De voedselcoöperatie is een ‘simpele’ oplossing,” aldus Estella. “Start een coöperatie en doe om de beurt de boodschappen. Bestellingen, logistiek en distributie regel je binnen een coöperatie onderling.” Het resultaat: heerlijk eten voor de laagst mogelijke prijs en toch eerlijk inkomen voor de boer.

Sallandse Voedselcoöperatie

Hoe dat werkt, vertelt Mireille Groot Koerkamp van de voedselcoöperatie in Broekland. “Wat ik mooi vind van de voedselcoöperaties, is dat het begint vanuit de vraag van consumenten, niet vanuit het aanbod. Wij riepen iedereen in de omgeving Broekland op om aan te sluiten bij de coöperatie. Tijdens de eerste meeting deden al tien mensen mee.”

Volgens Mireille hoeft de aanpak niet ingewikkeld te zijn. “In tegenstelling tot heel veel andere initiatieven om de voedselketen te verkorten, zijn er voor de voedselcoöperatie nauwelijks opstartkosten. Je kan dit gewoon gaan doen. Bij onze coöperatie waren wij er na twee vergaderingen al uit: we willen allemaal gezond eten, door duurzame boeren, dichtbij huis.”

De leden van de coöperatie zochten uit welke boeren duurzaam en rechtstreeks leveren, waar zij leveren en hoe zij leveren. Inmiddels voorziet de coöperatie zichzelf van fruit, groenten, vlees en eieren.

Ook in de Randstad

De Broeklandse voedselcoöperatie ging dus snel van start: bewoners in het dorp sloten zich aan en boeren in de buurt werkten graag mee aan het initiatief. Maar is een dergelijke coöperatie ook mogelijk in de Randstad? Volgens Estella kan dit zeker. “We hebben gekeken naar operationele processen van soortgelijke initiatieven elders in het land. Uit dit onderzoek bleek één belangrijke factor bepalend te zijn voor succesvolle coöperaties: sociale cohesie. Een hecht netwerk  is essentieel voor de start van een voedselcoöperatie.”

Volgens Estella kan je het best aansluiten bij bestaande sociale groepen, zoals werk of sport. Daarnaast groeit het aantal duurzame initiatieven waaraan je je kan verbinden. “Er ontstaan steeds meer initiatieven in de stad, zoals stadsmoestuinen, energiecoöperaties of buurtcompostwerven. Hierdoor wordt het steeds gemakkelijker om een netwerk op te bouwen voor een voedselcoöperatie.”

In eigen buurt

Met stichting De Ulebelt helpt Estella consumenten op weg bij het opzetten van een voedselcoöperatie. “Het is niet ons doel om van heel Nederland een voedselcoöperatie te maken, maar we willen wél dat iedereen in zijn eigen buurt hierover kan zien, horen en proeven.” Volgens Estella begint het dan ook bij bewustwording. “Als bewoners op de hoogte zijn van voedselcoöperaties in de buurt sluiten zij zich hier sneller bij aan. Belangrijk is dat de jonge generatie van begin af aan hierin wordt meegenomen. Op deze manier groeien we hopelijk van kleine duurzame niches naar een algehele Blue Zone in Nederland.”

Deel I

Lees deel 1 van dit praktijkverhaal. Over hoe een groep vrienden uit Deventer gemeenschappelijke zorgen over klimaat en gezondheid ondervangt met ‘earthships’.

Voedselcoöperatie Broekland

Begin 2017 zijn zo’n 10 Broeklanders van start gegaan met voedselcoöperatie ‘de Autark’. Zij wil haar voedsel zoveel mogelijk uit de buurt halen, direct van de boer.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel I)

19 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 1 van de reportage van het belevingsbezoek.

… een groep vrienden uit Deventer. Met elkaar deelden zij een gemeenschappelijke zorg: de fossiele brandstoffen raken op, het  aantal grondstoffen is eindig en er zwerft ontzettend veel afval rond. Een negatieve ontwikkeling voor klimaat en gezondheid. Dat moet anders, dacht de groep. Ze lieten zich inspireren door een Amerikaans voorbeeld, wat dit alles ondervangt: ‘earthships’.

Wat als je in Nederland een soortgelijke woonwijk bouwt van zoveel mogelijk afvalmateriaal, dat zelfvoorzienend is en waarbij je zo min mogelijk brandstoffen verbruikt? Een droom was geboren.

Belevingsbezoek 5 juni 2018

Nu ruim 10 jaar later zijn we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij Vereniging Aardehuis in Olst. En we zijn niet de enigen, 7000 bezoekers gingen ons al voor. Estella Franssen, bewoner van Vereniging Aardehuis en projectmanager bij De Ulebelt (centrum voor natuur- en milieueducatie voor diverse burger-, buurt-, en wijkbewegingen in Oost-Nederland), vertelt wat er allemaal nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Een terugblik op deze dag.

Earthships

Een grote inspiratiebron voor het project was Michael Reynolds. In de jaren ‘60 bedacht hij een duurzaam concept: Eartships. Een earthship is een ‘aardehuis’, oftewel een gebouw gemaakt van afgedankte autobanden, volgestampt met aarde. Dit was de basis waarop het initiatief in Nederland is gevormd.

Met elkaar klopten zij aan bij gemeente Deventer. De gemeente verzocht hen over een jaar terug te komen. “Er was nog een hoop uit te zoeken. Denk aan vragen als: waar wordt de grond gekocht, hoe ver willen we wonen van Deventer, wie regelt de vergunningen, welke bouwmaterialen zijn geschikt, hoe zit het met de opwek van elektriciteit en met de toevoer van water?” Om antwoord te vinden op deze vragen, deden de vrienden inspiratie op bij earthships elders in Europa.

Huwelijksaanzoek

De antwoorden waren er, maar de wensen van gemeente Deventer en de vriendengroep lagen niet op één lijn. Gelukkig belde gemeente Olst-Wijhe met een mooie mededeling: ‘wij hebben plek’. “Dit was een prachtig huwelijksaanzoek”, vertelt Estella. “Daarvoor hadden we nooit contact met hen gehad, maar een wethouder had over ons idee gehoord en was geïnteresseerd. Bovendien stond duurzaamheid hoog in het vaandel bij de gemeente.”

Sindsdien zetten beide partijen in op een intensieve samenwerking. “Het is een kleine, informele gemeente met een platte organisatiestructuur. Door de korte lijntjes verliep de communicatie soepel. Dat resulteerde in 1,3 hectare grond in 2011. In de zomer van 2012 startte de bouw en in december 2014 waren alle woningen gebouwd.”

Van bouwplaats naar woonwijk

Hoewel het bouwproces relatief snel verliep, ging de totstandkoming niet zonder slag of stoot. “Het vraagt ontzettend veel van de bewoners. Als een groep amateurs hebben we een compleet bouwbedrijf opgezet. We bouwden 7 dagen per week, waarbij iedereen minstens één dag per week meewerkte. En dat terwijl we allemaal een eigen huis, gezin en baan hadden. Achter het bureau op het werk konden we eigenlijk pas even ‘uitrusten’.”

In het voortraject zijn er veel wisselingen geweest in de groep. “We startten met twintig huishoudens en uiteindelijk zijn van die groep drie bewoners hier daadwerkelijk gaan wonen.” Estella vertelt dat ze zich dan ook pas na drie maanden ‘mocht’ hechten aan iemand. “De derde maand bleek een beslissend moment voor de bewoners: zetten zij door of niet. Door factoren als geld en tijd haakten velen af.”

Volgens Estella zijn flexibiliteit en commitment dé essentiële factoren voor een buurtinitiatief. “Besef dat het beginbeeld kan afwijken van het eindproduct. Latere instappers hadden dan ook een veel realistischer beeld van de definitieve woonwijk dan de starters. Daarnaast vereist een buurtinitiatief volledige betrokkenheid en investering in tijd. We werden niet betaald in euro’s, maar betaald in een nieuw huis.”

Verbondenheid

Ook Estella stapte met een ander idee het traject in. “Ik droomde van een duurzaam huis met natuurlijke materialen, waarin ik gasloos kon wonen. Achteraf gezien, bleek dat een middel te zijn en geen doel. Het échte doel was het bouwen van een hechte gemeenschap waarin we gezamenlijk verbindingen aangaan.”

Volgens Estella is verbondenheid een fundamentele voorwaarde voor gezondheid. “Het is ontzettend belangrijk om mensen om je heen te hebben waarmee je je verbonden voelt. Wederzijdse afhankelijkheid is geen last –zoals dat in onze Westerse cultuur wordt aangeleerd -, maar een waarde. Dat had ik van tevoren nooit voorzien.”

De Vereniging Voor Eigenaren is bij Vereniging Aardehuis dan ook anders dan bij reguliere woonwijken. “Als zich iets voordoet, komen we er samen uit. We stappen niet naar de rechter, maar lossen het met elkaar op. In een buurtinitiatief kan je op iedereen rekenen. Zoals ik al zei: de betrokkenheid is hoog.”

Niet bouwen, maar inspireren

De afgelopen jaren heeft Vereniging Aardehuis keihard gewerkt om een eigen droomwijk te bouwen. En dat is gelukt. Het is een 100% ecologische woonwijk van 23 zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid met elkaar in balans zijn. Bovendien is Vereniging Aardehuis vooralsnog de meest ecologische woonwijk van Nederland.

Missie geslaagd dus. En nu? “We hoeven niet zelf meer te bouwen, wij zijn klaar. We willen wel inspireren. Als mensen zelf ook iets vergelijkbaars willen starten, kunnen ze hier een hoop kennis, ervaring en inspiratie komen halen,” vertelt Estella.

En dat blijkt goed te lukken. Tot nu toe zijn er  7000 bezoekers over de vloer. “Afgelopen week kwam er zelfs een champignonnenteler uit Colombia op bezoek. Hij was in Nederland, hij had over ons gelezen op internet, maar kon ons niet bereiken. Hij is speciaal naar Olst gekomen om de aardehuizen te bekijken. Uiteraard hebben wij hem met open armen ontvangen. Dat zijn de momenten waar je het voor doet.”

Deel II

Lees het vervolg van dit praktijkverhaal met andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven.

Vereniging Aardehuis

Een ecologische wijk van zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid in onderlinge samenhang met elkaar in balans zijn.