Terug

Gezonde leefstijl leerlingen: gewoon beginnen

8 februari 2021

Op 4 februari 2021 organiseerde Alles is Gezondheid met de Beweging Veerkracht en Onderwijs een webinar over het belang van een gezonde leefstijl voor kinderen en hoe basisscholen in de praktijk kunnen werken aan gezondheidsbevordering.

De belangstelling voor de uitzending was groot. Meer dan 800 mensen meldden zich aan vanuit het (basis)onderwijs, jeugdgezondheid (JGZ), zorg, welzijnswerk, kinderopvang, lokale overheid en de wereld van sport, bewegen en groen. Met een gemiddeld rapportcijfer van een 7,6 was ook de kijkerswaardering hoog. 95% geeft aan dat het webinar bruikbaar is in de praktijk en een ruime meerderheid doet nieuwe inzichten op. Ook krijgen we tientallen ideeën en contacten voor de Beweging Veerkracht en Onderwijs. Net als vragen voor een mogelijk vervolgwebinar. Zoals: hoe benader je partners voor financiering, hoe ziet een ketenaanpak er uit, hoe krijg je onwillenden mee, hoe maak je gezond traktatiebeleid leuk, hoe betrek je de kinderopvang het beste, e.d.

Op deze pagina tref je de belangrijkste informatie uit de uitzending op een rij:

Bekijk de slides

Vertoonde clips

Meer weten

Beweging Veerkracht en Onderwijs

Dit webinar vond plaats in de context van #MissieVeerkracht en de Beweging Veerkracht en Onderwijs, met ondersteuning van Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Institute for Positive Health (iPH) en Federatie voor Gezondheid.

Beweging Veerkracht en Onderwijs bouwt voort op een opinieartikel in Financiële Dagblad (4-7-2020) dat Missie Veerkracht onderschreef. We willen het niet bij woorden laten. Met kleine stappen bouwen we voort aan het grotere doel: onderwijs méér inzetten als bron van veerkracht en gezondheid.

Sprekers

  • Inleiding: Hans Christiaanse (Netwerkadviseur Onderwijs en Jeugd bij Alles is Gezondheid).
  • Praktijkcase: interview met Mariëlle Siebelt (Directeur Basisschool De Regenboog in Enschede). Over hoe je als school klein kan beginnen, hoe je dat regelt en wat dat zo maar kan opleveren (kinderen bewegen uur per dag m.m.v. vakleerkrachten LO en sportstagiairs).
  • Implementatie: Elise Beket (Jeugdarts bij GGD Flevoland) licht toe hoe je het Gezonde School vignet betekenisvol maakt en welke samenwerkingspartners scholen kunnen opzoeken om de gezondheidsambities waar te maken (wie doet wat).
  • Innovatie in de regio: Maartje Willeboordse (docent en onderzoeker Universiteit Maastricht). Gaat in op de opbrengsten van de Gezonde Basisschool van de Toekomst, hoeveel zin het heeft voor scholen om te investeren in gezondheid en hoe het met de kosten staat.

Onderwerpen

Dit webinar geeft feiten en voorbeelden hoe scholen op een laagdrempelige manier aan gezondheid kunnen werken. Vragen die aan bod komen:

  • Wat betekent het in de praktijk om een school gericht op gezondheid te zijn?
  • Wat zijn voor- en nadelen? Waarom zou je hier als school naar streven?
  • Welke tips zijn er voor leerlingen, leraren en bestuurders om door te pakken?
  • Hoe kan de Kindtool Positieve Gezondheid behulpzaam zijn?
  • Hoe krijg je ouders mee in gezondheidsbevordering?
  • Hoe ziet de overige lokale samenwerking eruit (JGZ, gemeente, opvang)?
  • Hoe verhoudt landelijk beleid zich tot regionale initiatieven?

Context

Gezonde schoollunches, lessen over voeding, schoolfruit, gezonde traktaties, meer bewegen, actief buitenspelen: steeds meer (basis)scholen zien het belang in van een gezonde leefstijl van hun leerlingen en willen samen met kinderen en ouders iets doen aan gezondheidsbevordering.

Aan de schoolpoort zien we deze trend duidelijk terug in het groeiend aantal verklaringen, certificaten en vignetten waarin scholen duidelijk maken dat ze gezondheid belangrijk vinden en op allerlei manieren aandacht besteden aan voeding, beweging en leefstijl.

De Gezonde Basisschool van de Toekomst gaat nog een stap verder en vertaalt de aanpak in aanpassingen in roosters, lesstof en afspraken met kinderopvang en gemeenten. En wat blijkt? Gezonde leerlingen zitten -letterlijk en figuurlijk- lekkerder in hun vel en presteren beter (Universiteit Maastricht).

Toch is de weg naar gezonde en vitale leerlingen niet zonder obstakels: de snackbar zit om de hoek, de tablet lonkt, ongezond gedrag is hardnekkig, ouders werken niet altijd mee, leraren ontbreekt het aan tijd, financiering is lastig en sommige gezinnen hebben andere zaken aan hun hoofd (armoede, ziekte, scheiding, etc.).

Beweging Veerkracht en Onderwijs

BVO wil het niet bij woorden laten. Met kleine stappen bouwen we voort aan het grotere doel: onderwijs méér inzetten als bron van veerkracht en gezondheid.

Terug

FNO-Webinar ‘Laaggeletterdheid en gezondheid’

3 februari 2021
Terug

Innoveren in de (gezondheids)zorg bij de Health Innovation School

2 februari 2021

De Health Innovation School (HIS) is in 2017 opgericht om te voldoen aan de vraag naar innovatie in de gezondheidszorg. Met technologische innovaties speelt de HIS in op de actuele uitdagingen en veranderingen in onze maatschappij. 50 innovatieve professionals en leiders in spé krijgen de mogelijkheid om samen te leren, co-creëren en te implementeren rondom vitaliteit, welzijn en zorg. Complexe en regionale uitdagingen zijn hierbij het vertrekpunt. Met het programma wil de organisatie het ecosysteem in Nederland rondom gezondheid verder versterken.

De HIS is een gezamenlijk initiatief van het innovatiecentrum Reshape van het Radboud UMC en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De HIS heeft na een nationale start nu vooral een regionale aanpak, omdat is gebleken dat verandering in de gezondheidszorg vooral succesvol is in samenwerking met ‘stakeholders’ uit een regio. Alles is Gezondheid werkt elke regionale editie samen met verschillende zorgorganisaties.

Door innoveren zorg verbeteren en versnellen

Aan de hand van vraagstukken die tijdens de lancering van een HIS-traject worden ingebracht gaan 50 deelnemers, van verzekeraars en farmaceuten tot mensen uit het bedrijfsleven, onderwijs en design, de uitdaging aan om problemen in de zorg aan te pakken. Juist deze verscheidenheid aan professionals werkzaam in de zorg, met elk hun eigen kijk en expertise, zorgt voor een nieuwe innovatieve benadering om tot oplossingen te komen. Bijgestaan door ervaren coaches, oud HIS-deelnemers en partners en geïnspireerd door sprekers uit binnen- en buitenland, zetten de deelnemers kennis, expertise en hun netwerk in. Het doel van het traject is om gezamenlijk tot oplossingen te komen die de toepasbaarheid, implementatie en opschaling van zorginnovaties verbeteren en versnellen.

Community mindset

Er wordt op alle mogelijke manieren gewerkt aan het opzetten van een duurzame community, waar juist na afsluiting en buiten de HIS nog veel gebruik van kan worden gemaakt. De deelnemers krijgen mee hoe je als professional naar je eigen vraagstuk rondom zorg in de gezondheid kijkt vanuit een innovatiemindset. Iedere editie brengt de organisatie elementen in die bijdragen aan verbinding.

Wie adopteert een project?

De oplossingen van het innovatie-experiment worden aan het eind van het traject aan bestuurders en stakeholders gepresenteerd. Hen wordt gevraagd of ze één of meerdere projecten willen ‘adopteren’, een belangrijke rol om een project naar de volgende fase van implementatie te brengen. De deelnemers geven deze fase zelf vorm door middel van eigen initiatief en ondernemerschap.

Hoe verder?

Zo’n 10% van de deelnemers lopen vooruit in het promoten van wat ze aangereikt hebben gekregen. Op die manier ontstaan steeds meer regionale HIS-edities. Vanuit de voedende kracht van die 10% wordt de opgedane kennis op allerlei plekken verspreid.

De succesformule van de HIS

Voor de succesformule van HIS Brabant kunnen we drie methodes onderscheiden.

  1. De ‘methodische blik’ waaraan mensen kunnen ruiken en meedoen om vraagstukken vanuit een ander innovatieperspectief te bekijken.
  2. De koppeling aan een ervaringsproject. Deelnemers zijn er echt, niet alleen in het hoofd, mee bezig, dus blijft het goed hangen. Naast het feit dat het project ook impact heeft op allerlei vraagstukken die te maken hebben met gezondheid.
  3. Het gevoel van een eilandje komt terug, de condities waardoor je mensen voor een langere periode aan elkaar verbindt, dragen bij aan community-vorming.

De ontwikkeling die professionals in het traject meemaken is dat ze uit hun eigen patroon van probleem oplossen gehaald worden en in een compleet nieuw patroon worden ingeleid. Het proces van het oude patroon loslaten en het nieuwe patroon doorlopen is waar de meerwaarde van de begeleiding van de coaches zit. In de onderlinge samenwerking is ook een rol weggeld voor de coaches door te helpen bij meer evenwichtigheid in de samenwerking als het even niet lukt. Ook helpt het schetsen van het proces zodat deelnemers een goede timetable voor zichzelf kunnen inrichten. Om de maximale leerles te houden zijn deelnemers op de inhoud veel vrijgelaten.

Meer lezen over de Health Innovation School?

Directeur Alles is Gezondheid & Positieve Gezondheid

Programmacoördinator

Contentspecialist en communicatieadviseur

Terug

Healthy Hillegom wisselt kennis uit met grote broer

Healthy Hillegom is een netwerk dat samen met de gemeenschap verandering teweeg wil brengen door de gezonde keuze makkelijker te maken. Het nog jonge netwerk heeft zich al veel in de kijker gespeeld door de manier waarop het akkoorden samenvoegt, betrokkenheid creëert van verenigingen, bedrijven én Hillegommers zelf en gebruik maakt van bestaande praktijkkennis van andere regionetwerken, bijvoorbeeld via een kennisvoucher.

Community en betrokkenheid
Daan Warmerdam, oprichter van The Pando Network en initiatiefnemer van Healthy Hillegom: ‘We zetten ons in om bewoners te bereiken en ze actief te betrekken bij de veranderingen die nodig zijn om Hillegom tot de gezondste gemeente van Nederland te maken. We communiceren helder, we bouwen een community en we liften mee op de energie die er bij lokale partners al is. We zijn verrast om te zien dat Hillegommers zich inmiddels zelf als vrijwilliger melden om mee te werken aan de missie van Healthy Hillegom..’

Van professional tot professional
Om als netwerk verder te komen en te leren van een ervaren netwerk als HANNN, (Healthy Ageing Network Northern Netherlands) hebben we via een kennisvoucher een aantal interessante een-op-een-sessies georganiseerd. We bespraken thema’s als hoe bouw je een netwerk, hoe zorg je voor gedragsverandering, hoe creëer je een gezond verdienmodel, wat kunnen we van elkaar leren en we willen graag, als Corona dat toe laat, een kijkje nemen bij hun project De Gezonde Huiskamer.

Deze manier van kennis uitwisselen is zeer prettig. Je kunt gericht praten en verdieping creëren. De HANNN is onze grote broer, het netwerk is al zeven jaar bezig. Het is niet ondenkbaar dat het ook voor hen best leerzaam was; we merkten dat we een tegengestelde beweging maken. Zij van regionaal naar lokaal en wij zijn klein begonnen en hebben plannen om ons gebied te vergroten.

Eigenaarschap
We willen dat uiteindelijk alle Hillegommers door Healthy Hillegom weten waar ze in hun gemeenschap gezonde keuzes kunnen maken en bestaande initiatieven kunnen versterken, want er gebeuren al veel mooie dingen. Ik denk dat een goede structuur bouwen noodzakelijk is om vrijheid te creëren. Om het programma een duurzaam karakter te geven, moet het eigenaarschap uiteindelijk bij de inwoners zelf liggen. Daarom werken wij met gerichte campagnes, zowel online als offline. Als andere netwerken meer willen weten over onze kennis over dit campagne-element, (B2C) dan staan wij uiteraard open voor kennisuitwisseling via een voucher.’

Van professional tot professional

Een duw in de rug nodig van een ander netwerk? Maak gebruik van een kennisvoucher.

Terug

Animatie & infographic Gezonde Basisschool van de Toekomst

27 december 2020

Via ‘De Gezonde Basisschool van de toekomst’ onderzoekt Movare of kinderen die op de basisschool een dagritme aangeboden krijgen met voldoende onderwijstijd, sport, bewegen, spelen en aandacht voor gezonde voeding een betere fysieke, emotionele en intellectuele groei doormaken, dan kinderen die op scholen zitten waar dit dagritme niet wordt aangeboden.

Ook wordt onderzocht of kinderen en hun ouders hierdoor meer rust en minder stress ervaren en of dit bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven. Daarnaast Naast wordt gekeken naar de maatschappelijke en economische voordelen op zowel de middellange als de lange termijn.

Over de Gezonde Basisschool van de Toekomst en de eind 2020 gepubliceerde wetenschappelijke resultaten is onderstaande animatiefilm gemaakt. Hierin vind je meer informatie over de opzet en de significante en wetenschappelijk onderbouwde gezondheidsresultaten.

De eerste resultaten van De Gezonde Basisschool van de Toekomst zijn bekend. De infographic toont resultaten over de eerste twee jaar (2015-2017).

Download hier de factsheet

Meer weten?

Het programma zet in op verbetering van talentontwikkeling van het kind.

Terug

Child Friendly Cities

17 november 2020

In 2018 werd Alles is Gezondheid benaderd door Child Friendly Cities (CFC) Nederland vanuit het idee om de beweging een extra boost te geven in de vorm van een nieuwe impuls en verbreding van het netwerk, en de beweging naar actie in te zetten. Samen met initiatiefnemer van Child Friendly Cities de VNG (met ondersteuning van Rijksoverheid) werd gezocht naar uitbreiding van initiatiefnemers van deze nieuwe beweging. Uitgangspunt was dat de initiatiefnemers complementair moesten zijn en in staat nieuwe oplossingsrichtingen te generen, door krachtenbundeling vanuit diverse domeinen en disciplines. Uiteindelijk bleken de Nationale Jeugdraad (NJR), de Bernard van Leer Foundation en GGD-GHOR passende partners om deze nieuwe weg in te slaan.

Van preventie naar potentie voor gezonde kinderen en jongeren dankzij Child Friendly Cities

Een beweging om Nederland zó inclusief, gezond en veilig te maken voor kinderen en jongeren, dat ze alle kansen krijgen die we ze gunnen. Daarom startte Alles is Gezondheid met de andere initiatiefnemers landelijk netwerk Child Friendly Cities Nederland, de Nationale Jeugdraad, de Bernard van Leer Foundation en GGD- GHOR de beweging rondom Child Friendly Cities, Alles voor de Jeugd. We willen een andere en bredere blik als we kijken naar onze jeugd: met positiviteit, kracht, talent en ontwikkeling als uitgangspunt.

Meer dan een kwart van de bevolking in Nederland is jonger dan 25 jaar, om precies te zijn het gaat om 5 miljoen baby’s, peuters, kinderen, jongeren. Voor elk van deze kinderen en jongeren willen we een zorgzame, stimulerende leer- en leefomgeving. Een omgeving waarbij we vol inzetten op het gebruik van de kennis, talenten en vaardigheden van kinderen en jongeren zelf en op dat van hun netwerk en hun omgeving. Meer focus op kansen en talenten, minder nadruk op problemen en belemmeringen. Meer een springplank, minder een vangnet. Meer toekomstplannen en luisteren, minder behandelplannen en bepalen. Meer ondersteuning uit de leer- en leefomgeving van een kind of een jongere, minder zorgprofessionals op afstand.

Het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt is de afgelopen jaren gestegen: in 2018 kreeg bijna 1 op de 10 Nederlandse jongeren tot 23 jaar jeugdhulp. Wat als we altijd eerst kijken naar wat iemand kan? Wat als iedereen kijkt naar de individuele potentie van een baby, peuter, kind of jongere? Wat als we meer in kansen denken en daar ook naar handelen? Wat als opgroeien van ons allemaal is? Wat als we bij ons handelen uitgaan van wat je zelf zou willen voor een kind dat dichtbij je staat?

Met de ‘Beweging van Preventie naar Potentie,’, een initiatief vanuit Child Friendly Cities Nederland, dagen we organisaties en individuen vanuit alle hoeken van de samenleving uit om zich ook op deze ambitie te richten, in actie te komen en je onder onze vlag scharen. Het motto? ‘Iedereen kan het verschil maken voor een kind of een jongere’. Dit willen we vooral samen doen, we kijken mét elkaar wat onze jeugd nodig heeft en durven buiten onze traditionele verantwoordelijkheden te denken. Zo vinden we verbindingen tussen gemeenten, jongerenwerkers, scholen, werkgevers, ouders, kinderen, jongeren en anderen. En kunnen we samen op zoek naar de beste kansen voor de jeugd.

De initiatiefnemers van deze beweging hebben ideeën over gezamenlijk te bieden en doen, en willen daarover vooral met partners in gesprek. Bij de geplande acties zit onder andere de ontwikkeling van een barometer. Deze is gebaseerd op de 12 leefdomeinen van jongeren en kinderen, die kan helpen aan te wijzen waar we het verschil voor kinderen en jongeren kunnen maken. Interesse om mee te denken over een van de leefdomeinen? Doe dan mee! 

Bekijk hier de visual Child Friendly Cities Levensdomeinen:

In de pamflet van Child Friendly Cities Nederland, lees je meer over de ambitie en achtergrond van het netwerk.

Wil je een vraag stellen? Neem contact op met Hans Christiaanse,  onze netwerkadviseur opvoeding, onderwijs en één van de initiatoren van het vernieuwde Child Friendly Cities Nederland.


Artikel VNG, Van Preventie naar Potentie

Wat als we Nederland zó gezond, inclusief en veilig maken voor kinderen en jongeren, dat ze alle kansen krijgen die we ze gunnen? Reflecteer, draag bij, en doe mee met de beweging van preventie naar potentie.

Terug

Van professional tot professional (vouchers)

7 oktober 2020

Ervaring delen is kennis vermenigvuldigen. In de regio constateren wij een toenemende behoefte om te leren van elkaar en kennis uit te wisselen over implementatie in de praktijk.

Mede daarom voert Alles is Gezondheid in opdracht van ZonMw in 2020-2021 de voucherregeling ‘Van Professional tot Professional’ uit. Hierin stellen wij onze regionetwerken (en daaraan gelieerde lokale partijen) in staat om op laagdrempelige manier gebruik te maken van opgedane ervaring elders in het land.

Vragen in het land

Concreet houdt dit in dat een (aangesloten) regionetwerk een aanvraag kan doen voor kortstondige ondersteuning van een professional met specifieke expertise.

De hulpvragen van de regio’s en gewenste expertise mogen zich voordoen op verschillende thema’s, typen kennis of gezondheidsvraagstukken.

Kern van de inzet van de professional is dat deze beschikt over implementatiekennis die in de praktijk werkt en bruikbaar is in de betreffende regio.

Voorbeelden van vragen die voorkomen in de voucherregeling:

  • Welke stappen moeten we zetten om Positieve Gezondheid te implementeren?
  • Wat is er nog om verbinding te maken met bewoners voor gezonde wijken?
  • Hoe kunnen wij met bedrijven samenwerken aan gezonde leefstijl van werknemers?

Aan de slag

Afgelopen jaar zijn negen regionetwerken aan de slag gegaan met een door hun geselecteerde professional/expert.

Zo heeft Noordkop Gezond voor Elkaar ingezet op het gebruik van Positieve Gezondheid, helpen we Gooi en Vechtstreek met een gezonde leefomgeving en krijgt Maas en Waal in Beweging ondersteuning op het thema burgerkracht.

In een eerste feedbackronde bij de regio’s komt naar voren de vouchers vooral zorgen voor versnelling van projecten, meekrijgen van lokale stakeholders en het makkelijker van de grond krijgen van nieuwe initiatieven.

Uiteindelijk heeft de inzet als doel om de integrale lokale aanpak te versterken die weer bijdraagt aan de gezondheid van de burger.

Kennisvouchers

Kennisvouchers zijn een beproefd middel voor kennisdeling tussen professionals. Een geselecteerde groep ervaren professionals wordt gefaciliteerd om andere professionals te helpen in een vergelijkbare situatie.

De voucherregeling valt binnen het zesde Programma Preventie van ZonMw in de Programmalijn Innovatie die zich richt op vernieuwende vormen van samenwerking en kennisuitwisseling.

Regionetwerken

Dichtbij, daar maken we het verschil. Kijk hier voor een overzicht van regionetwerken die verbonden zijn aan Alles is Gezondheid.

 

Programmacoördinator

 

Netwerkadviseur & regiocoördinator
Terug

Gezond gesprek Mark levels: reflectie op wisselwerking

5 oktober 2020

In de serie Gezonde Gesprekken, vormt deze editie een bijzonder gesprek over gezondheid in relatie tot onderwijs en werk. Maar ook over onderzoek in constructieve relatie tot praktijk en beleid. Karen van Ruiten praat online met hoogleraar Mark Levels. Mark Levels, die in het kader van een leerstoel in samenwerking met Alles is Gezondheid aan de universiteit Maastricht de verbinding onderzoekt tussen Health, education en work.

Kun je vertellen wat je aandachtspunten zijn in jullie onderzoek?

‘Veel beleid heeft als doel te streven naar een wereld waarin iedereen even veel kansen heeft en daar wil je met gerichte interventies aan kunnen bijdragen, maar wat nou precies werkt, voor wie en onder welke omstandigheden, daar weten we nog te weinig van. We weten dat hoger opgeleide mensen gezonder zijn, we denken ook dat een betere gezondheid bijdraagt aan betere onderwijsprestaties. Dat er een wisselwerking plaatsvindt laat zien dat het een complex vraagstuk is. We analyseren en onderzoeken die complexe samenhang. Het feit dat hoger opgeleide mensen vaker hoger opgeleide kinderen krijgen, kán te maken hebben met het feit dat ze slimmer zijn, maar ook met het idee dat ze kinderen andere dingen aanleren. Hoe dat zit en wat kunnen we daaraan kunnen doen, daar probeer ik met mijn programma meer zicht op te krijgen.’

Die verbinding tussen onderwijs, gezondheid en werk, is dat een vernieuwend onderzoeksgebied?

‘In sociale wetenschap is veel al onderzocht, maar gefragmenteerd. Ik wil uitbouwen, verbinden en verdiepen in structurele lijn en daarvoor hebben we gegevens van mensen nodig over prestaties op school, sociale achtergrond, informatie over fysieke en mentale gezondheid en hun leefstijl. Dat zijn data die pas sinds kort beschikbaar zijn en die we aan elkaar gaan koppelen. Om daarnaast iets kunnen zeggen over interventies willen we werkgevers en scholen bereid vinden om daarmee te experimenteren.’

Het gaat om de wisselwerking tussen wat kun je presteren en hoe gezond je je voelt. Klopt het dat de lijn van presteren, op school of je werk versus gezondheid twee kanten op werkt?

‘Dat is wel wat we veronderstellen. We weten niet wat eerst komt. Ik richt me nu met name op gedragsinterventies in het onderwijs, zoals bijvoorbeeld de Gezonde School of Jongeren op Gezond Gewicht. Studies geven een gemêleerd beeld. Sommige interventies werken wel, andere niet. Interventies werken voor verschillende mensen anders en dat heeft in samenhang te maken met onder meer je achtergrond, gezondheidssituatie, met vaardigheden en of je op je plaats zit. Als je het ziet als knopjes waar je aan kunt draaien, dan moet je wel heel goed weten hoe die knopjes werken. We proberen in ons programma daarom ook uit te vogelen wat de mechanismen precies zijn en hoe ze werken en vervolgens gaan we kijken wat we daaraan hebben om interventies te verbeteren.’

Met alles is gezondheid proberen we de werelden van beleid, onderzoek en praktijk samen laten komen, maar het blijven toch vaak aparte werelden. Hoe kunnen we samen verbeterslagen maken?

‘Ons onderzoek is gedreven door wetenschappelijke nieuwsgierigheid, maar we denken in het kader van ons onderzoek wel structureel na over praktijk en beleid. Hoe kunnen we daaraan een bijdrage leveren? Wat kunnen beleidsmakers met onze resultaten? We betrekken zoveel mogelijk ze bij alles wat we doen. Beleid maken op basis van onderzoek is een proces van co-creatie.

Wat zijn relevante maatschappelijke vraagstukken?

Wat ons betreft liggen er grote kansen en uitdagingen in dat proces tussen die verschillende werelden, belangen en benaderingen.

We onderzoeken bijvoorbeeld interventies voor jongeren die buiten de boot vallen, geen onderwijs volgen. In de samenwerking met de praktijk zie je af en toe gespreksverwarring ontstaan. Wij willen goed nagaan wat werkt, maar de praktijk zit niet altijd te wachten op Mark Levels en zijn onderzoek. Ik hoor vaak: ‘Ik zie toch dat het werkt, ik heb net 20 jongeren aan werk geholpen.’  Heel begrijpelijk. Maar mensen weten natuurlijk niet hoe de wereld eruit had gezien zonder hun interventie. Alleen door dat slim te onderzoeken kunnen we achterhalen wat de werking van een interventie precies is, en ook leren of het wellicht ook anders had gekund, etc. De samenwerking kan constructief zijn, als je daar beide voor open staat. Wij proberen altijd die brug te bouwen.’

We zien dat er naast evidence based werken meer aandacht komt voor juist practise based evidence. Kunnen die twee in jouw ogen samengaan?

‘Samenwerking kan wel, maar in mijn rol moet ik met enige distantie kijken naar wat zich afspeelt en wat werkt. Je kunt veel leren van mensen in de praktijk. We leggen die verbinding, maar je kunt ook te dicht op de materie zitten om helder te kunnen zien. Wat je wilt is leren van praktijk, maar toch zo objectief mogelijk nagaan wat werkt en hoe het nog beter kan. We kunnen in dat proces niet zonder elkaar en ook niet zonder beleidsmakers. Zij moeten immers de kaders scheppen, waarin de praktijk het beste uitgevoerd kan worden.’

Je bent initiatiefnemer van TECHNEQUALITY, een internationaal onderzoeksconsortium dat onderzoekt welke invloed overheden kunnen uitoefenen op gevolgen van Artificial Intelligence en robotisering in Europa. Super interessant ook, kun je daar iets over vertellen?

Met een consortium van vooraanstaande sociologen en economen op gebied ongelijkheid en met mensen uit het bedrijfsleven, vakbonden en overheden werken we samen om grote vragen te beantwoorden over de verandering in de wereld door automatisering en kunstmatige intelligentie. Ook voor gezondheidsvragen verwachten we grote implicaties. Werken in de gezondheidssector zal veranderen, het verbinden van health data biedt aangrijpingspunten om winst te behalen. Binnen TECHNEQUALITY kunnen we die lijnen met elkaar verbinden. Lees meer over dit programma.

Aan Maastricht Univerity zijn tevens prof. dr. Dirk Ruwaard en dr. Marleen Bekker verbonden, die met een team via lerend evaluatieonderzoek de werking van gezondheidsnetwerk Alles is Gezondheid onderzoeken. Kun je aangeven of er verbinding is tussen de twee onderzoeksprogramma’s?

‘Waar zij gericht casusonderzoek doen in verband met de Alles is Gezondheid-netwerk, probeer ik na te gaan of en hoe bepaalde beleidsinterventies om mensen gezonder te maken werken. Zij werken aan de faculteit Gezondheidswetenschappen en wij vanuit de School of Business and Economics. Onderling hebben we contact en kijken we wat we van elkaar kunnen leren.’

Mooi dat jullie met elkaar meedenken. Zijn er ook mogelijkheden voor onze netwerkpartners om vragen te stellen en zijn jullie bereid met ze mee te denken?

‘Zoek vooral contact! We hebben bij ROA zeer goed geïnformeerde mensen. We zitten ook in relevante internationale netwerken dus we kunnen partners in contact brengen en/of verwijzen naar bijvoorbeeld relevant onderzoek. We moedigen dat graag aan.’

Heb je een vraag of idee, neem contact op via secretary-roa-sbe@maastrichtuniversity.nl

Meer informatie:
Lees de oratie ‘Gezonde lichamen, vaardige geesten’, die Levels uitsprak op 6 december 2019

Mark Levels is naast hoogleraar Health, Education and Work aan de Universiteit Maastricht onder meer programmadirecteur Health, Skills and Inequality van het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Meer weten over Mark Levels?

Gezond Gesprek

Karen van Ruiten voert regelmatig een gezond gesprek.

Terug

Gezondheid en zorg van morgen vormgeven met reSTART HEALTHcare

7 augustus 2020

De druk die het COVID-19 virus op onze samenleving en op de gezondheidszorg legt is ontwrichtend. Tegelijkertijd zien we dat de digitalisering binnen de zorg een grote vlucht neemt.

ReSTART HEALTHcare

Alles is Gezondheid lanceerde  samen met partners Deloitte, Nationale-Nederlanden, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Agis Innovatiefonds en Dutch Hacking Health initiatief reSTART HEALTHcare. Van 11 tot 15 juni organiseerden we  gezamenlijk een virtuele hackathon om (digitale) vernieuwing te versnellen en gezondheid en zorg van morgen structureel vorm te geven.

Virtuele hackathon

Doel van de hackathon was het versnellen van digitale innovaties die zorgen voor het herstarten van de zorg en verbeteren van gezondheid in Nederland. Dit is georganiseerd met zowel partijen uit de gezondheidsbranche als uit het omringende ecosysteem. Alle teams stonden voor dezelfde uitdaging:

“hoe kunnen wij de gezondheid en veerkracht van de burger, professional en patiënt vergroten”?

Onderstaand een greep uit verschillende publicaties rondom reSTART HEALTHcare,  de start van het initiatief, het verloop van de hackathon en het vervorlgtraject.

Terug

Gezonde taal in de praktijk: lesbrieven gezonde taal beschikbaar maken voor anderstaligen

2 januari 2020

Interview met: Ellen Visser
Senior projectleider bij Taal Doet Meer

De Utrechtse taalorganisatie Taal Doet Meer zorgt er al dertig jaar voor dat anderstalige bewoners van de Domstad kunnen meedoen aan de samenleving. Ruim vijf jaar geleden ontstond vanuit taalgroepen de behoefte om met gezondheidsthema’s aan de slag te gaan. Taal Doet Meer ontwikkelde daarom de lesbrieven Gezonde Taal. De uitdaging is nu om daar zoveel mogelijk anderstaligen hun voordeel mee te laten doen.

‘Hoe maak je een afspraak bij de huisarts?’, ‘Hoe leg je uit waar je pijn hebt?’ Het zijn gezondheidsvragen die anderstaligen vaak hebben. Ellen Visser: “Daarom zijn we in 2014 gestart met Gezonde Taal. Met dit lesmateriaal helpen we taalcursisten bij het verbeteren van taal- en gezondheidsvaardigheden.”

Landelijke uitrol

Om zoveel mogelijk anderstaligen de kans te geven met de lesbrieven te werken, zorgde Taal Doet Meer in samenwerking met onder andere Het Begint met Taal voor een landelijke uitrol. Het materiaal is voor iedereen te bestellen via Van Dale. Tegelijkertijd wilden Utrechtse organisaties als U Centraal, Inaya Zorg en Steunpunt GGZ zelfstandig met de lesbrieven werken. Ellen: “Onze professionals hebben vrijwilligers van die organisaties getraind, zodat ze Gezonde Taal binnen hun eigen taalgroepen kunnen gebruiken.”

Zelforganisaties

Om het gebruik van de lesbrieven nog verder de te vergroten, ging Taal Doet Meer samen met sleutelfiguren, buurtteams en sociaal makelaars op zoek naar groepen anderstaligen die al binnen zelforganisaties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan een vrouwengroep in een buurthuis in Lunetten of een mannengroep in de bibliotheek. Ellen: “We bieden aan dat onze vrijwilligers tien keer bij zo’n groep langskomen om op een laagdrempelige manier over gezondheid in gesprek te gaan. Dat aanbod slaat bijna niemand af, want over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten. Vraag je ze daarentegen of ze naar taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Deze lesbrieven zijn daarom de ideale ingang om met anderstaligen in gesprek te raken. De stap naar taalles blijkt daarna een stuk makkelijker.”

“Vraag je of ze taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Maar over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten”

Goede voorbereiding

Omdat het taalniveau in deze groepen vaak laag is, is het belangrijk dat de vrijwilligers goed zijn voorbereid. Daar steekt Taal Doet Meer veel tijd in. Ellen: “De vrijwilligers volgen een workshop en de projectmedewerker en taalconsulent doen een uitgebreide intake. We bepalen per deelnemer het taalniveau en ondersteunen de vrijwilligers waar mogelijk. Dat is nodig, want sommigen hebben bijna wekelijks vragen over hoe ze het best met een situatie om kunnen gaan. Daarnaast hebben we in deze groepen niet altijd grip op aanwezigheid en participatie. We maken daarom duidelijke afspraken over verwachtingen, richting de deelnemers en de vrijwilligers.”

“Deelnemers bellen nu zelf naar de apotheek om medicijnen te bestellen”

Resultaten

Het resultaat van alle inzet mag er zijn. In 2018 waren er 146 mensen die via Taal Doet Meer meededen aan Gezonde Taal. Via andere organisaties bereikte ze 110 anderstaligen met de lesbrieven. Deelnemers geven aan dat ze meer zelfvertrouwen hebben, meer bewegen en zelf naar de apotheek bellen om medicijnen te bestellen. Daarnaast zetten in 2019 al 32 mensen die vanuit zelforganisaties met taal in contact kwamen, de stap naar taalcoaching van Taal Doet Meer. Ellen: “Een ontwikkeling waar we alleen maar enorm trots op kunnen zijn.”

Wil je meer informatie over de lesbrieven Gezonde Taal? Ga dan naar https://www.taaldoetmeer.nl/wat-doen-we/activiteiten-volwassenen/taal-gezondheid/. Organisaties buiten Utrecht kunnen terecht bij https://www.hetbegintmettaal.nl/gezonde-taal/.

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid