Theme: Meedoen
Project Geld & Geluk van SNS: groeikansen voor jongvolwassenen
Vaak gaat het in de media en in de politiek over stress en schulden, zeker in het licht van jongeren en de nieuwe generatie. Ook is bekend dat jongeren steeds vaker worstelen met hun mentale gezondheid. Maar hoe verhouden geld en mentaal welzijn zich tot elkaar? En wat is de rol van financiële organisaties zoals SNS in het leven van jongvolwassenen? Om een positieve beweging te ontketenen in denken en doen, startte SNS eind 2023 het project Geld & Geluk. SNS heeft als maatschappelijke bank het doel om kansengelijkheid te bevorderen met bijzondere aandacht voor jongvolwassenen. Hierin speelt mentaal welzijn een belangrijke rol.
Het project Geld & Geluk omvat drie belangrijke pijlers: netwerkvorming, kennisontwikkeling en zichtbaarheid.
Bij netwerkvorming wordt onderzocht welke perspectieven er zijn op de groeikansen van jongvolwassenen, hun financiële situatie en hun mentale welzijn, en wie zich wil inzetten voor positieve verandering op deze gebieden.
Voor kennisontwikkeling wordt bekeken wat er al bekend is uit wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaringen, zoals de ervaringen van jongvolwassenen in hun dagelijks leven. Daarnaast wordt de publieke taal en opinie rondom deze onderwerpen geanalyseerd en wordt geïdentificeerd wat er nog ontbreekt.
Ten slotte draait zichtbaarheid om het creëren van ‘het positieve en krachtige verhaal’ waarmee naar buiten wordt getreden. Er wordt onderzocht welke krachten binnen het netwerk kunnen worden gebundeld om aandacht te genereren voor deze belangrijke thema’s. Daar kunnen andere bedrijven het goede voorbeeld aan nemen.
Conceptueel denkmodel voor mentaal verantwoord ondernemen
In 4 verschillende werksessies spraken de deelnemers over geld en geluk. Dat gebeurde onder leiding van denkmodeladviseurs van De Argumentenfabriek. De sessies leidde tot een conceptueel denkmodel over mentaal verantwoord ondernemen. In dit model staan actoren en factoren die een rol spelen in het mentaal welzijn van jongvolwassenen. Uit het denkmodel blijkt dat bedrijven en organisaties – zoals SNS – veel invloed hebben op het mentaal welzijn van jongvolwassenen. Het brengt een discussie op gang over mentaal verantwoord ondernemen. SNS vervult als initiatiefnemer van het project Geld & Geluk samen met de betrokkenen een aanjagersrol.
Zonne Zeevalk, adviseur maatschappelijk impact van SNS, vertelt: “Kijk je naar kansengelijkheid (…), dan is cruciaal hoe je in je vel zit. Geld en persoonlijke financiën spelen daarin een belangrijke rol. Als menselijke bank vinden wij het onze verantwoordelijkheid om hier aandacht voor te hebben,” gaat hij verder. “We gaan voor een positieve, effectieve beweging om mentaal verantwoord ondernemen te bevorderen. Ontzettend waardevol om dit te mogen doen met mensen en organisaties die dit ook belangrijk vinden. We hebben de eerste stap gezet, ik kijk uit naar het vervolg”
Samen bereik je meer: partnersamenwerkingen Geld & Geluk
In project Geld & Geluk werkte SNS samen met verschillende organisaties om de relatie tussen geld en geluk uit te werken: MIND Us, Alles is Gezondheid, instituut Positieve Gezondheid (iPH), Ministerie van VWS, MoneyRebels, Boomerang FT, Prappers Media, SUSA, Young Capital, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht, ambassadeurs MBOraad, 7life, ECIO, Nationale Jeugdraad (NJR), Consumentenbond, CNV Jongeren, NIP & LKVV.
Ook de Raad van Toekomst van SNS en de Raad van Richting van MIND Us sloten aan, om ervaringen, voorbeelden en perspectieven uit de nieuwe generatie te delen. Niet over jongvolwassenen, zonder jongvolwassenen aan tafel.
Bekijk nu de resultaten
Donderdag 6 juni presenteerden Zonne Zeevalk (SNS) en Wilfred Dijkstra (Alles is Gezondheid) de inzichten van Project Geld & Geluk. Dat deden ze tijdens ‘Missie Mentaal: landelijk congres Mentale Gezondheid’. Een congres dat wordt georganiseerd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de Nederlandse week van de mentale gezondheid. Lees de resultaten en aanbevelingen in de PDF hieronder.
Bekijk de resultaten
Missie Mentaal
Missie mentaal verbindt organisaties, verwelkomt nieuwe partijen, deelt ervaringskennis en organiseert activiteiten rondom de beweging naar een mentaal gezonder Nederland.
Praktijkvoorbeeld: Het Beste van Kampen
‘Ik heb momenteel gewoon zelfs geen zuurstof nodig, want ik voel me gewoon goed,‘ een deelnemer met COPD aan Het Beste van Kampen. Een initiatief van zes organisaties die samenwerken om kunst en cultuur in te zetten voor de oudere inwoners van Kampen met de bedoeling om kunst en cultuur specifiek bij te laten dragen aan de positieve gezondheid van inwoners en om eenzaamheid tegen te gaan.
Zo werkt het
Welzijnspartner WIJZ Kampen en culturele instellingen als de Stadsgehoorzaal, Stadsarchief, Stedelijk Museum, Bibliotheek en kunstencentrum werken samen met kunstprofessionals aan een passend aanbod voor mensen bij wie het bestaande aanbod inhoudelijk of om logistieke, fysieke, mentale of financiële redenen onvoldoende aansluit. Aanmeldingen en doorverwijzing verlopen grotendeels via de welzijnsorganisaties.
Er worden niet alleen concrete activiteiten geboden, maar er worden ook trainingen en vormen van informatievoorziening georganiseerd. Denk daarbij aan een activiteitenprogramma met sport-, cultuur- , scholing rondom dementie voor medewerkers van een zorginstelling of een wekelijkse activiteit op het gebied van bewegen, creativiteit en cultuur.
Opbrengsten voor deelnemers en professionals
Deelnemers ervaren verbeteringen in zelfvertrouwen, sociale interacties en zingeving, resulterend in een verhoogde kwaliteit van leven.
‘De rust die je erin vindt. Dat voel je, de rust in je lichaam en vooral in je hoofd” (deelnemer)
‘Dan kom ik thuis en dan zeg ik, dit heb ik gedaan. Ja, het is echt verbluffend en dan denk je, goh, zit dat nog in mij? Dat wist ik niet” (deelnemer schilderactiviteit)
Voor professionals biedt het initiatief nieuwe inzichten, verrijking van hun werkpraktijk en een breder perspectief op het effect van culturele interventies op de gezondheid van ouderen.
‘Je kan week in week uit over iemands been strijken, maar dat blijft dan zo. Maar als iemand gaat dansen in een groep, dat geeft zo’n een andere energie’. (zorgprofessional)
Wat werkt?
- Laagdrempeligheid is het sleutelwoord: gratis activiteiten in de wijk, op een vaste locatie die fysieke toegankelijkheid voor ouderen met een beperking. En op een vaste dag en tijdstip.
- Variatie in aanbod loont. Zo valt er iets te kiezen en zorg je bij de doelgroep voor nieuwe ervaringen.
- Deelnemers nemen vrijwillig en op eigen tempo deel aan de activiteiten.
- Empathische (ervaren) kunstprofessionals die in staat zijn vertrouwensrelaties op te bouwen.
- De welzijnsorganisatie als spin in het web van culturele en zorgaanbieders en ouderen.
Uitdagingen en kansen
- De samenwerkingspartners verschillen in hun taakstelling en in de mate waarin ze vrij zijn hun personeel te verdelen.
- Maak in beide organisaties tijd en geld vrij voor samenwerking.
- Verschillen in werkwijze:. zo ervaart de welzijnsorganisatie soms dat de culturele partners te veel aanbodgericht werken. Voor de culturele partners is dit ook een manier om in gesprek te komen met de deelnemers zodat ze de vraag op kunnen halen.
- Reserveer genoeg ruimte voor onderlinge afstemming en reflectie.
- In de laatste editie van Het Beste van Kampen is voor de culturele partners een formele constructie voor samenwerking vastgelegd in de vorm van culturele partnerschappen, waar-door de partners zich minder vrij en snel bewegen.
- Wees je bewust van de effecten van een systematische aanpak en pas het aan als het niet werkt.
Meer weten?
Bekijk de video en bezoek de site.
Onderzoek: Kunst als (ver)wonder-middel
Meer weten over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg?
Cultuur en gezondheid
Meer weten over de invloed van cultuurparticipatie op gezondheid? We zetten inzichten, tips en verhalen op een rij.
Praktijkvoorbeeld: Kunst op recept in Utrecht-West
‘“Ik merk dat mijn belastbaarheid omhoog gaat. Eenzaamheid is zo’n energievretend iets, met mijn handen bezig zijn is energie-gevend. Ik denk dat heel veel mensen behoefte hebben aan creëren en met hun handen bezig zijn’, de mooie woorden van een deelnemer aan Kunst op recept in Utrecht-West. Een initiatief waarbij inwoners voor diverse kunst en cultuuractiviteiten terecht in het wijkcultuurhuis Het Wilde Westen.
Zo werkt het
Het Wilde Westen staat in nauw contact met de zorg- en welzijnsaanbieders, maar ook met veel wijkbewoners, waaronder kunstenaars. Mensen komen bij Kunst op recept terecht via een verwijzing van de huis-artsenpraktijk, via buurtzorg en via het buurtteam.
De behoefte en wensen van de deelnemers staan centraal. Samen wordt gekeken bij welke bestaande activiteiten die behoeften passen. Mocht er geen passende activiteit zijn, dan wordt met hulp uit de wijk verder gekeken.
‘Wat we ook doen is huisbezoeken: als ik op bezoek ga dan vraag ik naar de spullen die ik zie in dat huis, en ga daarover in gesprek. Ik ga die visites nu samen met de buurtzorgverpleegkundige doen, in haar werktijd, om daar samen van te leren’ (cultuurprofessional).
Opbrengsten voor deelnemers en professionals
Voor de deelnemers brengt het ontspanning, zingeving, afleiding en vergroot deelname hun veerkracht.
‘Eindelijk voel ik me een beetje nuttig. Ik ben iets aan het creëren. Ik teer nu al een paar dagen op de energie die het me geeft. En andere mensen worden blij omdat ze je wat kunnen leren. Je hoofd wordt op een andere manier aangezet.’ (deelnemer).
De betrokken cultuurprofessionals vinden het fijn om van betekenis te kunnen zijn voor hun medemens en de zorgprofessionals ervaart naast de zwaarte van hun werk wat verlichting.
‘Het is als hulpverlener niet altijd prettig om het maar over therapietrouw en medicatie en leefstijl te hebben, Cultuur op recept is een verrijking is het geeft lucht.’
Wat werkt?
- Laagdrempelig: je kunt altijd binnenlopen, eigen initiatieven realiseren zonder dat daar (veel) kosten aan verbonden zijn. Maar je kunt dus ook altijd besluiten om even niet te gaan.
- Er is onderling contact tussen de deelnemers via een app-groep (deelnemers van het open atelier).
- Niet de kwetsbaarheid maar de kracht van mensen staat centraal.
- Goed contact met inwoners uit de wijk zodat je weet wat er speelt, maar ook welke kracht en bronnen aanwezig zijn in de wijk.
- De locatie is bekend en ligt centraal in de wijk
Uitdagingen en kansen
- Doorverwijzing komt niet goed op gang
- Maak deelname zonder doorverwijzing ook mogelijk en laat de (potentiële) door-verwijzers eens een (half) dagje meelopen.
- Elitaire imago van kunst bij wijkbewoners en (potentiële) doorverwijzers.
- Maak ze bewust van wat ze zelf aan kunst en cultuur
Onderzoek: Kunst als (ver)wonder-middel
Meer weten over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg?
Cultuur en gezondheid
Meer weten over de invloed van cultuurparticipatie op gezondheid? We zetten inzichten, tips en verhalen op een rij.
Praktijkvoorbeeld: Kunst op recept Leiden
‘Dit was voor mij een manier om mezelf weer een beetje te activeren. Het geeft ook een stukje invulling aan je week, het geeft structuur,’ aldus een deelnemer van Kunst op recept in Leiden. Een initiatief; zes lessen op maat in een zelfgekozen kunstdiscipline, waar mensen met lichte psychosociale klachten terecht kunnen op verwijzing van een zorgprofessional.
Zo werkt het
De deelnemer vindt met een cultuurcoach een passende kunstdiscipline en zoekt daar een kunstenaar bij. Zij gaan samen aan de slag. De sessies vinden plaats in het atelier of de werk-plek van de kunstenaar. Als er na de zes lessen behoefte is aan vervolg, kunnen deelnemers doorstromen naar een ‘Vervolgrecept’: culturele activiteiten in groepsverband.
Kunst op Recept is een samenwerking tussen partners uit zorg, welzijn en cultuur. De coördinerende uitvoerders zijn drie cultuurcoaches vanuit BplusC (Bibliotheek plus Centrum voor kunst en cultuur in Leiden e.o.).
Opbrengsten voor deelnemers en professionals
Deelnemers benoemen verschillende opbrengsten op de zes dimensies van Positieve Gezondheid: positieve ervaringen die bijdragen aan zelfvertrouwen, plezier hebben in het leven, sociale contacten en iets om naar uit te kijken.
Kunst op recept brengt cultuurprofessionals zingeving: het gevoel bij te kunnen dragen en van betekenis te kunnen zijn voor anderen. ‘Kunst op recept gaat heel erg over het proces, over de ontdekkingsruimte die het biedt. De een gaat met zijn docent naar de Hortus en gaat daar tekenen, de ander is juist heel erg abstract bezig of doet iedere keer iets anders, dus dat maakt het ook echt maatwerk’. (cultuurprofessional).
Voor zorgprofessionals is het een manier om moeilijk bereikbare mensen toch te bereiken en om nazorg te kunnen bieden na geboden zorgtrajecten. ‘Leren leven met je klachten, en weer betekenis geven aan je leven. Dat is precies ook de fase waar wij [GGZ] tamelijk beperkt in zijn, om mensen mee op weg te helpen.’ (zorgprofessional)
Wat werkt?
- Maatwerk: de lessen zijn individueel waardoor persoonlijke aandacht en maatwerk mo-gelijk is
- Het proces staat centraal en niet het eindproduct
- Empathische en flexibele professionele kunstenaars die bereid zijn zich aan te passen aan de ander
- Overzichtelijk traject met vaste looptijd, dagen en tijden
- Ervaren zorgprofessionals kunnen andere collega’s enthousiasmeren en informeren over wie, waarom en hoe je doorverwijst.
Uitdagingen en kansen
- Doorverwijzing kan een drempel zijn voor deelnemers en zorgprofessionals
- Bepaal in overleg met de zorgprofessionals en de deelnemers of en wanneer door-verwijzing wenselijk is en zo ja, hoe dit moet worden vormgegeven
- Er vind geen uitwisseling plaats (over deelnemers) tussen de kunstprofessional en doorverwijzer.
- Organiseer elk jaar een evaluatiemiddag met alle betrokken professionals met ruimte voor ook kennisuitwisseling
Meer over Kunst op recept Leiden
Onderzoek: Kunst als (ver)wonder-middel
Meer weten over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg?
Cultuur en gezondheid
Praktijkvoorbeeld: Dans op recept Noord-Nederland
‘Ik voel me geen patiënt, maar eigenlijk ben ik het wel’. ‘Het is gewoon heerlijk. Je wordt er gelukkig en blij van, je hebt duidelijk iets wat iets toevoegt’ ‘Ik doe ook dingen die ik normaal niet deed’, enkele uitspraken van deelnemers aan Dans op recept, waaruit duidelijk blijkt dat dit initiatief iets toevoegt aan de kwaliteit van hun leven.
Zo werkt het
Dans op Recept biedt danslessen voor mensen met Parkinson, dementie, niet-aangeboren hersenletsel, MS en chronische pijnklachten, samen met hun partners, familieleden of mantelzorgers. De danslessen duren 60 minuten, vinden wekelijks plaats en bevatten aspecten van ballet, moderne dans en jazz. Zowel voor als na de les is er tijd en ruimte voor een kop koffie en een praatje.
Vanuit Dans op Recept werken professionele dansdocenten samen met professionals in de eerstelijnszorg, zoals een fysiotherapeut met specialisatie in de centrale neurologie en oude-renzorg. Daarnaast is er een samenwerking met Revalidatie Expertise Centrum voor Muziek, Dans van Revalidatie Friesland en verschillende woonzorginstellingen zoals ZuidOostZorg en Noorderbreedte.
Opbrengsten voor deelnemers en professionals
Meer, soepel en beter bewegen, het gevoel hebben meer te zijn dan een patiënt, gezelligheid en plezier beleven zijn verschillende opbrengsten die zowel de deelnemers als de betrokken professionals benoemen.
‘En wat leuk is, is dat de partners mee mogen. Ik vind het leuk dat we dit samen doen. Het is eigenlijk een verrijking voor ons. […] Het is een hele leuke groep. […] Het is saamhorigheid en ook weer gezellig. Het is even een uitje’ (deelnemer).
Voor de dansdocenten biedt Dans op recept nieuwe uitdagingen en ze vinden het fijn om de deelnemers te kunnen helpen. Het biedt de zorgprofessionals de mogelijkheid om hun te laten ‘genieten’ en hun ‘kwaliteit van leven’ te verbeteren. Daarnaast kan de zorgprofessional in zijn of haar therapie voortbouwen op dat wat cliënten leren en ervaren in de danslessen.
‘Iemand heeft bijvoorbeeld last van freezing en die wil je goed laten wegstappen bij de stoel. En als ik weet dat iemand met dansen meedoet, dan kan je daar gebruik van maken door diegene op de dansmanier te laten wegstappen.’ (zorg-professional).
Ook de sociale component wordt genoemd: ‘nieuwe mensen te leren kennen, samen te dansen. En stiekem ook wel fysiek flink aan de bak’ (cultuurprofessional).
Wat werkt?
- Dat het in groespverband is en partners mee mogen. Biedt dan ook een soort lotgenoten-contact
- Toewerken naar een voorstelling; vieren wat ze kunnen
- Deelnemers zijn dansers en geen patiënten.
- De dansdocenten krijgen een training die ontwikkeld is in samenwerking met de zorg-partners, met zowel theorie als praktijk.
- Onderlinge waardering en respect tussen de betrokken professionals
Uitdagingen en kansen
- Doorverwijzing gaat niet vanzelf
- Beschrijf als cultuurprofessional goed wat je doet en laat zorgprofessionals het ook zien (life of via opnames)
- Financiering door zorg
- Onderzoek wat de opbrengsten zijn
Meer over Dans op recept
Onderzoek: Kunst als (ver)wonder-middel
Meer weten over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg?
Cultuur en gezondheid
Meer weten over de invloed van cultuurparticipatie op gezondheid? We zetten inzichten, tips en verhalen op een rij.
Onderzoek: Kunst als (ver)wondermiddel
Over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg
Onderzoek toont aan dat actieve cultuurparticipatie positief kan bijdragen aan meer zelfvertrouwen, veerkracht, emotionele vaardigheden, fysiek functioneren, relaties en persoonlijke groei. Ook blijkt cultuurparticipatie een rol te spelen bij preventie en behandeling van psychische en lichamelijke aandoeningen. Maar hoe zorgen we ervoor dat de onder druk staande zorgsector hiervan kan profiteren? En wat weten we al wel en wat nog niet om met dit gegeven aan de slag te kunnen in de praktijk?
Brede gezondheidsconcepten als Positieve Gezondheid laten zien dat veel factoren invloed hebben op gezondheid. Dit betekent dat samenwerking tussen sectoren de gezondheid van mensen kan bevorderen, zowel preventief als curatief. Dit geldt ook voor de samenwerking tussen de cultuur- en zorgsector. Om het bewustzijn in de zorgsector vergroten en ondersteuning te bieden aan de praktijk zijn LKCA en iPH in 2021 een onderzoek gestart. Dit onderzoek bestond uit:
- Het in kaart brengen van de ontwikkelingen van gezondheid, gezondheidszorg en cultuurparticipatie in Nederland;
- Een literatuurstudie naar de waarde van cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid (in samenwerking met Bureau Gelijkschap);
- Het beschrijven van vijf verschillende voorbeelden uit de praktijk.
Positief verband aangetoond
Het literatuuronderzoek is gericht op de waarde van actieve cultuurparticipatie voor de zes dimensies van Positieve Gezondheid en op de samenwerking van cultuurprofessionals met de eerstelijnszorg. In de 139 bestudeerde studies zijn voor alle zes dimensies van Positieve Gezondheid positieve ontwikkelingen gevonden. Dit betekent dat actieve cultuurparticipatie ingezet kan worden om bij te dragen aan Positieve Gezondheid.
Ook is onderzocht waarom cultuurparticipatie de (positieve) gezondheid positief kan beïnvloeden en welke processen daarin een rol spelen. Hierbij is een indeling gemaakt naar kenmerken van de deelnemers, de uitvoerders, de culturele activiteit en de organisatie. Voor deze groepen zijn in de bestudeerde literatuur ongeveer 80 werkzame elementen* beschreven. Sociale interactie, een kenmerk van de activiteit, is het meest genoemd. Door co-creatie kunnen empathische connecties tussen de betrokkenen ontstaan. Deze connecties zorgen voor een gevoel van gelijkwaardigheid en een veilige sfeer.
*De elementen vind je terug als bijlage bij het onderzoek
In onderstaand model zijn de inzichten uit enkele studies over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid gebundeld.
De invloed van culturele activiteiten op Positieve Gezondheid is een complex samenspel van werkzame elementen die elkaar en één of meerdere mechanismen (fysiologisch, psychologisch, sociaal en gedrag) beïnvloeden en vice versa. Dit alles kan weer effect hebben op de zes dimensies van Positieve Gezondheid, die onderling sterk met elkaar samenhangen. Het model is een poging deze complexiteit weer te geven.
Voor wie geldt het positieve verband?
Op basis van de resultaten is geconcludeerd dat voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met een chronische ziekte, mentale problemen en/of fysieke beperkingen, een positieve relatie gevonden is. Maar over geslacht, leeftijd, sociaaleconomische positie en culturele achtergrond van respondenten, kunnen we op dit moment (nog) geen uitspraken doen. We zien in de onderzoeken vooral vrouwelijke cultuurparticipanten van verschillende leeftijden terugkomen, van wie de sociaaleconomische status en culturele achtergrond meestal niet beschreven zijn.
Casestudies: gezondheidsopbrengsten in de praktijk
Er zijn vijf praktijkvoorbeelden bestudeerd. Deze zijn divers van aard als het gaat over doelgroep, aanbod van kunstdisciplines en aantallen deelnemers, maar in alle praktijkvoorbeelden is sprake van samenwerking met een of meerdere eerstelijnszorg- en/of welzijnspartners.
In de vijf samenwerkingen zijn gezondheidsopbrengsten gerapporteerd in alle zes dimensies van Positieve Gezondheid. Niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor de betrokken cultuur-, zorg- en welzijnsprofessionals. Denk daarbij om opbrengsten als:
- Zingeving
- Meer tools kunnen aanbieden
- Een bredere blik leren hanteren
- Toekomstperspectief in de beroepscarrière
- Beter bijdragen aan wat vanuit de eigen visie nodig is.
Samenvattingen van de casestudies vind je hier:
- Kunst op Recept (Utrecht)
- Kunst op Recept (Leiden)
- Het Beste van Kampen
- Dans op recept (Noord-Nederland)
- Cultuur op recept (Nijmegen)
Vervolgstappen
Met dit onderzoek is de waarde van actieve cultuurparticipatie voor de zes dimensies van Positieve Gezondheid aangetoond, maar het model met de werkzame elementen, mechanismen en opbrengsten kan nog aangevuld, verrijkt en wellicht gecorrigeerd worden.
Vragen, kansen en uitdagingen :
Praktijk:
- Het verschil in werkwijzen van het culturele domein en de eerstelijnszorg vraagt van beide kanten een aanpassing om tot een goede samenwerking te komen. Welke aanpassingen zijn dat en hoe realiseren we die in de praktijk?
- Doorverwijzen naar de culturele activiteit via een eerstelijnszorgprofessional is succesvol, maar vormt voor velen ook een uitdaging. Wie en bij welke klachten verwijs je door? En hoe en aan wie koppelt de cultuurprofessional terug?
- Hoe zorgen we ervoor dat de activiteiten structureel gefinancierd kunnen worden?
Onderzoek:
- Het merendeel van de geselecteerde literatuurstudies is uitgevoerd in het buitenland. Wij pleiten voor meer onderzoek in de Nederlandse context.
- In de studies is niet specifiek onderzoek gedaan naar de zes dimensies van Positieve Gezondheid. We hebben de aangetroffen opbrengsten achteraf toegeschreven aan de zes dimensies. Wij pleiten voor onderzoek waarbij de gezondheidsopbrengsten in samenhang worden bekeken.
- In een groot aantal onderzochte studies ontbreekt de aandacht voor de werkzame elementen en mechanismen, zoals de sociale processen die plaatsvinden. Hier zou meer onderzoek naar gedaan moeten worden.
- De sociaaleconomische status en cultureel diverse achtergrond van respondenten zijn in veel studies niet beschreven of niet op een vergelijkbare manier beschreven. Bovendien zijn de deelnemers in de studies vooral vrouwen. In vervolgonderzoek zou hier meer aandacht aan besteed kunnen worden.
- Positieve Gezondheid richt zich op individuele aspecten en laat de invloed van de sociale en fysieke leefomgeving van deelnemers buiten beschouwing. Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is om ook deze aspecten erbij te betrekken.
- Uit de praktijkstudies blijkt dat ook betrokken professionals positieve waarde toekennen aan de activiteiten. In vervolgonderzoek zou hier aandacht aan besteed kunnen worden.
Contact
Heeft dit onderzoek je belangstelling gewekt om je verhaal te delen, vragen te stellen, suggesties te doen of samen te werken? Neem contact op met Marja van Vliet
Onderzoek
Lees het complete onderzoek over de waarde van actieve cultuurparticipatie voor Positieve Gezondheid in de eerstelijnszorg
Interview Okrah Donkor: ‘Jongeren weten zelf wat ze nodig hebben’
‘We zetten sport, cultuur en lifesyle in als middel om jongeren mee te nemen in hun pad naar zelfredzaamheid. Zij bepalen zelf wat er gebeurt, want alleen zij weten wat ze nodig hebben’, aldus Okrah Donkor. Hij groeide op in de Haarlemse ‘achterstandswijk’ Schalkwijk en organiseerde daar op zijn 19e een eerste bijeenkomst voor jongeren. Nu bereikt hij met Triple ThreaT wekelijks zes a zeven honderd jongeren en is Triple ThreaT een comunity waarin 500 jongeren zich structureel verbonden voelen.
Kennis van systeem
‘Ik heb een Ghanese vader en ben alleen door mijn Friese moeder opgevoed in een heel andere setting dan het dorp waar ze vandaan kwam. Sociale woningen, veel migranten-, en eenoudergezinnen om ons heen. Wij hoorden ook tot de minima, maar mijn moeder kende het systeem, ze was de taal machtig en wist wat ze waar moest regelen. Denk aan de Haarlempas met allerlei voordelen, zoals sporten en een muziekinstrument spelen. Ook met school wist ze hoe ze mij moest stimuleren. Daardoor voelde ik me gezien en was ik gemotiveerder dan jongeren om me heen. Ik zie nu dat het bij veel mensen uit de wijk ontbreekt aan die basis; aandacht, liefde en begeleiding. Dat kan leiden tot bepaald gedrag en/of gebrek aan perspectief. Daarnaast heeft de wijk een stempel. Schalkwijk staat vooral bekend om problemen. Dat is een negatieve cocktail.’
Hulp omarmd
‘Naast de steun van mijn moeder, ontmoette ik met mijn basketballende vriendengroep een man uit de wijk, Bas. Hij ging ons coachen. Hij deed dat omdat hij het leuk vond en stond ook buiten het veld voor ons klaar. Hierdoor voelden wij een extreme vorm van loyaliteit naar hem. Als hij zei dat we ons best moesten doen op school, dan deden we dat. De lessen die coach Bas ons via de sport leerde over mentaliteit, discipline en omgaan met autoriteit, lieten zich heel mooi vertalen naar ons dagelijks leven. Hij pakte de vaderlijke rol die we onbewust misten.’
Start Triple Threat
‘Toen ik 19 was wilden we doorgeven wat we van coach Bas hadden geleerd. Er waren wel mooie initiatieven en mensen die met goede intenties die in de wijk kwamen, maar de afstand was te groot. We spraken een andere taal. Daarom zijn we het in 2009 zelf gaan doen. Heel kleinschalig, activiteiten op zes zondagen waar meteen heel veel jongeren op af kwamen. Hoe dat lukte? Wij waren zelf die jongeren. Ik was 19 en wist precies hoe ik ze kon bereiken. En vanaf dag één waren we bezig met het bouwen van een beweging, van een merk. Dat spreekt jongeren aan. Ze ervaren helemaal niet dat het iets maatschappelijks is zij vinden het iets tofs waar ze bij willen zijn.’
Kracht aanpak
‘We bieden activiteiten aan van huiswerkbegeleiding, muziek en dans tot onze basketbalclub met 25 teams, waarvan de hele jeugd inmiddels op het hoogste niveau in Nederland speelt. Niet iedereen hoeft topsporter te worden, maar we hebben wel bepaalde verwachtingen van jongeren. Als je er niet bent bel je af en als je binnenkomt dan geef je een handje. Wij zien dat de grootste kloof niet zit in ‘niet kunnen’, maar in omgangsvormen. Het gaat er uiteindelijk niet om of je die bal erin schiet, maar om hoe je reageert op dat doelpunt of die misser. Dat is waar wij ons op richten. En we omringen de jongeren met positieve rolmodellen die uit die wijk zelf komen, weten wat er speelt en tegengeluid kunnen geven. Ze weten waar die jongeren doorheen gaan en kennen de kracht van ergens onderdeel van zijn. Dat is misschien wel de belangrijkste factor voor jongeren, maar ook dat er mensen voor je klaarstaan. Uit vrije wil, zoals coach Bas vroeger voor ons klaar stond.’
Weg naar structurele subsidie
‘Het is een lang traject geweest, ik denk omdat er zo’n grote kloof zit tussen het leven zoals het is en de systeemwereld. Bij de start in 2009 hielp stichting stad met een plan, maar daarmee hadden we nog geen geld. We belden een school en mochten gratis gebruik maken van de gymzaal voor die eerste zondagactiviteiten. In 2012 werden we een stichting en kregen we eenmalig de landelijke sportimpulssubsidie. Daarmee kon ik me fulltime inzetten en we konden we twee jaar activiteiten draaien, dus toen ging het snel. Om daarna opnieuw geld te regelen was ingewikkeld, omdat wij moeilijk in een hokje te plaatsen zijn. Niemand voelde zich verantwoordelijkheid en de partijen die in Haarlem al jaren aan jongerenwerk deden gaven ons niet echt ruimte. Wij kregen in 2020 pas gemeentesubsidie en dus hebben we lang moeten knokken voor die positie. Nu zijn we hele goede partners van de gemeente.’
Helpende factoren
‘We hebben veel gehad aan twee beleidsmedewerkers die binnen de gemeente probeerden draagvlak te creëren en onze marketingkracht heeft goed gewerkt. We hebben veel erkenning gekregen buiten Haarlem, we zijn twee keer club van het jaar geworden (NOC NSF), we hebben afgelopen jaar het Appeltje van Oranje gewonnen, we zijn cultuurclub en sportclub van het jaar geworden en ik ben Haarlemmer van het jaar geworden. Al die erkenning en aandacht zorgde voor extra stuwkracht. Wij waren al 10 jaar iets aan het doen voor jongeren in de wijk en de gemeente kon niet meer aan die energie ontkomen.’
Impact voor de wijk
‘We laten zien wat we bereiken via jaarverslagen, projectplannen en deelnemerregistratie, etc., maar hoe minder tijd we daarin hoeven stoppen, hoe beter. Laat ons een video maken, want daar zit onze energie. Zo proberen wij ondanks onze groei te blijven doen waar we goed in zijn. Effecten zijn natuurlijk heel moeilijk te alloceren, maar we merken dat de scholen en de ondernemers in het winkelcentrum minder overlast ervaren. We zijn bijvoorbeeld met onze eigen club van 3 naar 25 basketbalteams gegaan, dat zijn gewoon heel veel jongeren die zijn gaan sporten. Wat ik wel lastig vind is dat het bij lokale politiek vooral gaat over de jongeren die nog steeds buiten hangen. Het is negatief gericht, probleemgericht en dat is jammer, want er gebeurt veel positiefs.’
Doorverwijzing lokale en regionale organisaties
‘Er wordt inmiddels heel veel doorverwezen, misschien wel iets te veel organisaties weten ons inmiddels te vinden. Van het CJG Sociaal Wijkteam en zorgcoördinatoren van scholen tot en met verenigingen en professionals uit de zorgsector. We merken dat we hier niet op gebouwd zijn; het gaat bij ons veel natuurlijker. Jongeren zien ons bijvoorbeeld op school en maken dan stap voor stap zélf de keuze om naar ons toe te komen. Jongeren naar ons toe worden verwezen, willen misschien überhaupt niet in dat eerste gesprek zitten. Daar kan het mislopen. We zien wel dat doorverwijzing en aansluiting nodig is, daarom zijn we nu bezig het creëren van een Youth Coach. Een tussenpersoon die met die jongere echt een connectie kan maken.’
Echtheid en verbinding
‘Jongeren hebben een soort radar en gaan bij hulpverleners en leraren snel in de modus van ‘Dit is gewoon jouw werk en zodra het 6 uur is ben je ook weer weg, dus verwacht niet van mij dat ik iets van mezelf ga geven.’ Onze kracht ligt in het feit dat we ze het als ‘echt’ ervaren omdat we ook zijn ‘buiten kantooruren’. Dat is waar we impact maken en verbinding. En wat we ook ervaren, is dat muziek en sport verbindt. Als je in een team zit, dan maakt het helemaal niet meer uit of je wel of niet uit een hele lastige situatie komt. Je moet als team wat oplossen. Sport doorbreekt barrières van achtergrond, afkomst en religie. Daardoor krijg je verschillende perspectieven mee en ga je van elkaar gaat leren.’
Passie en rolmodel
‘Net als bij sport, gebruiken we muziek, video en dans als middel om jongeren te laten groeien. We hebben met elkaar een documentaire gemaakt en de jongeren zijn bezig met social media; video, fotografie en verhalen vertellen. Eigenlijk alles wat jongeren van nu tof vinden, dat doen we. En om te zorgen dat ze zich ook thuis gaan voelen binnen de culturele instellingen, werken we daarmee samen. De basis is hetzelfde als met sport. Je gaat jezelf ontwikkelen op het moment dat je een passie hebt en een rolmodel dat je ondersteunt.’
Van kwetsbaar naar krachtig
‘Ons ideaalbeeld is dat we zoveel mogelijk aan de voorkant zitten. We merken wel dat voornamelijk jongeren uit lastige situaties naar ons toe trekken. Triple ThreaT is echt een urban merk en daarmee voelt een bepaalde doelgroep zich verbonden. Maar ook die jongeren – met bijvoorbeeld mentale problemen, moeilijkheden op school of drugsproblemen – komen naar Triple ThreaT om iets te doen wat ze leuk vinden. Als zij op een laagdrempelige manier kunnen praten, kun je al een groot deel van de problemen wegnemen. Het gaat erom ze zich gehoord en gezien voelen. Onze rolmodellen komen zelf uit moeilijke situaties en zij zitten nu in de positie van kracht. Dat werkt verbindend.’
Samenwerking binnen de gemeente
‘Wij zijn nu een van de grootste partijen, wij weten wat er speelt en wat er aan de tafels wordt besproken. Het construct blijft hetzelfde. Je hebt een aantal partijen die de dienst uitmaken en het ligt aan de opdrachtgever hoe je dat fris en uitdagend houdt. Toen wij erbij kwamen, was dat voor de gemeente de eerste keer in hele lange tijd dat er iets veranderde in het jongerenwerk. Je kan bijna niet van die partijen die al heel lang subsidie ontvangen verwachten dat zij zichzelf scherp houden of innoveren. Ze doen wat ze doen. Het is ons geluk geweest dat wij 10 jaar niet gefinancierd zijn, daardoor zit die vernieuwingsdrang in ons DNA. Zonder die drang, hadden we deze community niet ontwikkeld.
Aansluiting met jongeren uit de wijk
‘Ik geloof echt in de kracht van de jongeren zelf. Als je ze op een goeie manier faciliteert, kan daar veel uitkomen. Ik ben nu 33 en ik bepaal niet meer wat we met Triple ThreaT gaan doen, dat laat ik over aan de negentienjarigen van nu. Ik zorg dat ons huis staat en dat die jongeren kunnen doen wat zij denken dat goed is. Zo blijven onze activiteiten goed aansluiten op de behoefte van de jeugd uit de wijk. Bijzonder is ook, dat de meesten die bij ons werken ooit gestart zijn als deelnemer. Door die gemeentesubsidie zijn we van vier naar 20 betaalde krachten gegaan. Zo kunnen ze blijven doen wat ze ècht willen doen.’
Waarbij kunnen jullie hulp gebruiken?
‘Ik denk dat de Youth Coach een uitdaging is waarbij samenwerking nodig is. We zien dat aansluiting tussen organisaties en jongeren vaak mist. Het zou daarom fijn zijn als we mensen écht in die sleutelpositie kunnen zetten. We zijn het concept van Youth Coach nog aan het ontwikkelen, maar we merken dat niemand echt verantwoordelijkheid neemt, want wij bieden geen ‘professionele jeugdhulp’, we werken niet met indicaties, urenregistratie en cliëntenprofielen. Wij willen doen wat die jongere nodig heeft en dat is als je geld nodig hebt ingewikkeld. Dus naast samenwerking kunnen we bij de ontwikkeling van de Youth Coach zeker ook financiële ondersteuning gebruiken. Maar we gaan aan de slag, met of zonder geld.’
Leren van Triple Threat via Powered By
‘We zijn bezig met de ontwikkeling van het programma Powered By. Wij hebben met NOC NSF op 26 plekken in Nederland initiatieven als die van ons helpen opzetten en we zien dat eigenlijk op al die locaties hetzelfde gebeurt. Het begint met bepaalde energie, de jongeren willen wel en er is tijdelijke steun, maar als het gaat over borgen binnen het lokale huishouden, dan wordt het ineens ingewikkeld. Wij hebben dat proces helemaal doorlopen en weten hoe je op andere manieren gelden kan verdienen en we weten waar gemeenten gevoelig voor zijn. Daarnaast kunnen we jongeren zelf ook echt leren wat er bij komt kijken. Dus niet alleen de uitvoerende kant, maar ook de organisatorische kant. Marketing, het bouwen van de community, plannen schrijven richting subsidies; dat zit allemaal in Powered By.’
Triple Threat is heel lang niet gezien als professioneel, maar wij zijn gewoon aan de slag gegaan. Dat is juist wat er nodig is! Het systeem maakt het ingewikkeld. Iedereen wil expertise en professionele hulp, terwijl het veel krachtiger is als iemand dit doet omdat hij of zij dat zelf wil.’
Okrah Donkor
Meer weten over oprichter Triple ThreaT, sociaal ondernemer en community builder?
De TripleThreat familie
Een plek waar jongeren groeien via passie en rolmodellen op gebied van sport, cultuur en lifestyle.
Video: Aspire to make a difference
Deze door hun zelf gemaakte video laat zien hoe Triple ThreaT een verschil probeert te maken.
Samenwerken met TripleThreat?
De sociale onderneming TTT biedt talentvolle young professionals de mogelijkheid om te groeien en met (commerciële) opdrachten aan de slag te gaan. Samenwerken?
Positieve Gezondheid
Positieve Gezondheid is een nieuwe visie op gezondheid die naast het fysieke, ook het emotionele en mentale welzijn omvat. Door middel van een vragenlijst krijg je inzicht in je gezondheid in zes dimensies: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Deze dimensies worden visueel weergegeven in het bekende ‘spinnenweb’.
Gezondheid wordt vaak gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte. Positieve Gezondheid benadert het breder: gezond ben je wanneer je met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om kunt gaan. In deze visie is gezondheid dus niet alleen het domein van de zorgprofessionals, maar van ons allemaal.
Positieve Gezondheid is geen einddoel, maar een instrument om het gesprek over gezondheid mee te voeren. Door aan te geven wat voor jou belangrijk is, heb je de mogelijkheid om zelf te bepalen welke acties je onderneemt. Bijvoorbeeld: als je lage scores hebt op ‘meedoen’ en je je daardoor eenzaam voelt, kun je overwegen vrijwilligerswerk te gaan doen. Als je laag scoort op lichaamsfuncties, maar fitheid is belangrijk voor je, kun je ervoor kiezen om wandelen in je dagelijkse routine op te nemen.
De zes dimensies van Positieve Gezondheid
Lichaamsfuncties: Deze dimensie richt zich op het fysieke aspect van gezondheid, zoals de werking van organen, het uithoudingsvermogen en de algemene gezondheid van het lichaam.
Mentaal welbevinden: Deze dimensie omvat aspecten zoals de veerkracht van de geest, emotionele stabiliteit, tevredenheid, en de mogelijkheid om om te gaan met stress en uitdagingen.
Zingeving: Deze dimensie gaat over het hebben van een doel in het leven, betekenisvolle activiteiten, spiritueel welbevinden en het ervaren van voldoening.
Kwaliteit van leven: Hierbij draait het om de algemene tevredenheid met het leven, het ervaren van plezier en genot, en het hebben van een positieve kijk op de toekomst.
Meedoen: Meedoen gaat over sociale inclusie, participatie in de samenleving, het hebben van sociale contacten en relaties, en het gevoel hebben erbij te horen.
Dagelijks functioneren: Deze dimensie gaat over het vermogen om alledaagse activiteiten uit te voeren, zoals zelfzorg, werk, hobby’s en andere dagelijkse bezigheden.
Mijn Positieve Gezondheid
Maak een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) aan, of vul op de site een vragenlijst in en krijg inzicht in wat voor jou belangrijk is.
Interview: Tim Huijts’ oratie over Positieve Gezondheid
Tim Huijts luidt zijn hoogleraarschap Positive Health at Work aan de Universiteit Maastricht in.
Handelingsangst weggenomen via Digivitaler
Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg ontwikkelde Saskia Carli, adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen in samenwerking met Bibliotheek de nieuwe Kolk de cursus DigiVitaler. We spraken cursist Sannie van 77 jaar over de cursus die zij in oktober 2023 volgde.
Waarom wilde je deelnemen aan Digivitalere? Waar liep je tegenaan?
‘Ik heb een behoorlijke weerstand tegen de digitale wereld. Ik heb er twijfels over. Maken we er ons niet kwetsbaar mee? Stel dat het systeem platgelegd wordt, dan kan je niks meer. Maar je moet mee. Je ontkomt er niet aan.
Om een drempel te nemen, en vaardiger te worden, besloot ik de cursus Digivitaler te volgen.’
Hoe ben je bij deze cursus gekomen?
‘Via mijn lidmaatschap van de bibliotheek, ontving ik per email informatie over de activiteiten in De Nieuwe Kolk. Zo las ik in een nieuwsbrief over de cursus Digivitaler.’
Wat houdt de cursus voor jou in?
‘Het gaat om het meer toegankelijk maken van de digitale zorgwereld. Cursisten ontvangen hulp daarbij en oefenen daarmee, zodat je minder bang bent om het te gebruiken.’
Hoe is het bevallen en wat heb je geleerd?
‘Ik ben met plezier ernaartoe gekomen, ik durf het nu meer te gebruiken en ik begrijp nu hoe het werkt. Het inzien van je medisch dossier geeft voordeel dat je terug kan kijken wat er afgesproken is. Mijn angst vooraf was dat je als patiënt veel meer op afstand gezet wordt. Nu ik in de praktijk vrij veel contact heb met de huisarts, blijkt het eigenlijk sneller te gaan en ze belden alsnog ook persoonlijk op.’
Is dit wellicht een opstap naar meer trainingen in bijvoorbeeld de bibliotheek?
‘Als dat er is, zeker.’
Ontwikkeling Digivitaler
Meer weten over het hoe, waarom en de samenwerking rond de cursus Digivitaler?
Onderwijs en maatschappij
Meer weten over de relatie tussen leren gezondheid en andere sociale domeinen?
Interview Saskia Carli: e-health voor toekomstbestendige zorg
Saskia Carli is adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) sinds 2019. Een functie die afgelopen jaren in meer ziekenhuizen in het leven is geroepen. Beleid, waar de Alliantie Gezondheidsvaardigheden en de Werkgroep Taal maakt gezonder zeer gelukkig mee zijn. We spraken Saskia over de ontwikkeling van de cursus DigiVitaler, samenwerkingen en de dagelijkse praktijk in het WZA.
Digitale zorg invoeren in een ziekenhuis. Hoe ben je daarmee gestart?
‘Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg wilde ik een fysieke plek creëren. Ik heb mij enorm ingezet om in de centrale hal van het ziekenhuis een infoplein te creëren, waar mensen terecht konden met digitale hulpvragen. Ik heb vrijwilligers geworven en een mooie plek gecreëerd, maar na een half jaar was de conclusie dat er geen kip langskwam. Dus dat was vrij teleurstellend.’
Wat was de reden dat die fysieke hulplocatie niet werkte?
‘We zijn dat gaan uitzoeken en zijn er achter gekomen, dat ziekenhuisbezoekers vaak niet vrij zijn in hoe ze met hun tijd om kunnen gaan. De taxi of de buurtbus staat klaar of ze worden door iemand gehaald en gebracht. De andere reden die we veel hoorden was: ‘ik dacht ik probeer het eerst zelf wel even of het lukt.’ In het ziekenhuis zelf zit je dus te dicht op het moment waarop die digitale zorg wordt voorgeschreven. Zo gingen we verder zoeken en kwamen we bij De Nieuwe Kolk, de bibliotheek in Assen terecht.’
Hoe verloopt de samenwerking tussen ziekenhuis en bibliotheek?
‘Ik wist dat in bibliotheken ido’s (informatiepunt digitale overheid) zouden komen en in het kader daarvan heb ik contact gezocht met De Nieuwe Kolk. Samen hebben we onderzocht hoe we inwoners van Assen en omgeving kunnen ondersteunen bij digitale tools en toepassingen. De bibliotheek gaf al de cursussen over digitale vaardigheden en de cursus DigiVitaler komt via een landelijke organisatie. In de nieuwe cursus die we creëerden op basis van DigiVitaler, maken de deelnemers kennis met digitale zorg vanuit de huisartsen en vanuit ons als ziekenhuis. Denk aan vragen als: Hoe ziet MijnWZA als patiëntenportaal eruit, hoe log je in? En hoe werkt BeterDichtbij, de communicatie-app die we gebruiken?’
Hoe ziet de cursus eruit?
‘De training is echt gepersonaliseerd voor de inwoner van Assen met o.a. informatie over DigiD, want dat is onmiskenbaar het grootste struikelblok als het gaat over MijnWZA, mijn gezondheidsnet en portalen die huisartspraktijken gebruiken. In twee lesdagen bekijken ze screenshots van MijnWZA en wordt er uitgelegd wat iemand kan met BeterDichtbij. De derde ochtend van de cursus hebben we een vragenuurtje om te zien wat er speelt. We kunnen direct problemen met bijvoorbeeld de registratie verhelpen en we gaan proef beeldbellen, zodat we alle instellingen goed kunnen zetten.’
Waarom is DigiVitaler nodig?
‘Je merkt dat we er niet omheen kunnen. De zorg moet anders ingericht worden, met minder menskracht. Digitale zorg kan daarbij helpen, net als lichtere zorg verplaatsen buiten het ziekenhuis zodat er in een ziekenhuis ruimte ontstaat voor ernstig zieken. We stimuleren bijvoorbeeld het beeldbellen via de app BeterDichtbij en op de site staan instructievideo’s over hoe je MijnWZA werkt, maar het blijft lastig. De groep die digitaal onhandig is, redt het hier niet mee. We willen hen meer ondersteuning bieden en kijken of zij het in de vingers kunnen krijgen. Het doel is om digitale zorg voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar, begrijpelijk en van waarde te laten zijn. We zullen op een gegeven moment keuzes moeten maken, omdat we de mankracht missen om alles fysiek en realtime te doen. Voor de groep die dit ècht niet kan aanleren blijft een olifantenpaadje bestaan.’
Zijn er nu of in de toekomst meer partijen bij betrokken?
‘Huisartsen zijn (nog) niet direct betrokken, maar ze hebben wel profijt van de cursus. Dokter Drenthe, de partij in Drenthe die de huisartsen vertegenwoordigt, heeft de banden aangehaald met Biblionet en vanuit het ziekenhuis hebben we een communicatieadviseur patiëntcommunicatie die linkjes heeft met bijvoorbeeld Stichting Lezen en Schrijven en het Bondgenootschap voor Geletterd Drenthe. Vanuit het ziekenhuis hebben we een werkgroep die een toolkit ontwikkelt, waarmee we medewerkers bewust maken van laaggeletterdheid, lage digitale vaardigheden en lage gezondheidsvaardigheden. Hoe kan je dit herkennen, wat kan je doen en wat kan je dan aanbieden? En in de bibliotheek zit een taalhuis waarnaar we mensen verwijzen als ze echt niet voldoende Nederlands beheersen. Zo proberen we met elkaar een compleet programma aan te bieden.’
Hoe hebben jullie dit financieel geregeld?
‘In 2019 is door het ziekenhuis besloten dat voor de ontwikkeling van digitale zorg een adviseur nodig is, die dat thema verder gaat uitwerken. Daar ben ik nu 4 jaar mee bezig, samen met een collega adviseur digitale zorg. Als ik denk dat een bepaald project of plan bijdraagt aan het thema, dan heb ik de vrijheid daar uren aan te besteden. De basis van onze DigiVitaler cursus komt via DigiVaardig, dat is een organisatie die gratis een pakket aan leermiddelen, plannen en communicatiemiddelen aanbiedt. En met de bibliotheek werken we samen met gesloten beurzen. We hebben immers een gezamenlijk doel, namelijk het vergroten van de digitale zelfredzaamheid van de inwoners.’
Wat zijn je plannen en behoeften?
‘Via Biblionet Drenthe, waar alle bibliotheken zijn verbonden, hoop ik meer bibliotheken aan te haken, want onze cliënten komen ook van buiten de stad. En voor in het ziekenhuis, wil ik een fysiek verwijsbriefje maken waarmee mensen naar een bibliotheek kunnen met een concrete vraag. We gaan testen of hierdoor de vraagverlegenheid afneemt. Als een van onze collega’s bij een cliënt het gevoel heeft dat de digitale vaardigheden niet toereikend zijn, dan kan die collega daarover in gesprek en het verwijsbriefje meegeven. Misschien kunnen we een testvragenlijst klaarzetten, zodat ze die bij de bibliotheek samen kunnen invullen. Ik probeer te zoeken naar concrete acties om samen verder te komen en die digitale zelfredzaamheid te vergroten.’
Digivitaler in de praktijk
Weten wat de Digivitaler-training cursist Sannie heeft opgeleverd?