Terug

Geen “ik-stond-erbij-en-ik-keek-ernaar”-onderzoek

4 mei 2018

Ik ben sociaalwetenschappelijk onderzoeker bij TNO. Ik wil weten of en hoe iets werkt. Maar mijn schrikbeeld is om 2 jaar lang te onderzoeken, te volgen en te meten. En dan achteraf, in een mooi dik rapport, te concluderen dat er bij voorbaat geen effecten te verwachten waren. Bijvoorbeeld omdat er bij aanvang al geen draagvlak was voor de interventie, omdat de juiste doelgroep niet bereikt werd, of omdat de betrokkenen feitelijk niks anders zijn gaan doen dan ze al deden. Terwijl we dat al die tijd konden zien aankomen; we stonden erbij en we keken ernaar…

Participatief actieonderzoek

Participatief-actieonderzoek is alles behalve een ik-stond-erbij-en-ik-keek-ernaar. Als actieonderzoeker ben je onderzoeker, adviseur, trainer en coach in één. Actieonderzoek is ontwikkeld om juist de praktijk tussentijds te veranderen, een aanpak door te ontwikkelen en knelpunten te identificeren en op te lossen op het moment dat ze zich voordoen. Niet om te onderzoeken óf het werkt, maar om te zorgen dát het werkt. En dat is precies de uitdaging die we 1,5 jaar geleden samen met de sociaal makelaars in Gouda in een door ZonMw gesubsidieerd onderzoek zijn aangegaan.

De sociaal makelaar is een antwoord op de vraag van gemeentes hoe inwonerparticipatie in het sociaal domein te bevorderen is. In Gouda vervult de sociaal makelaar vanuit het sociaal wijkteam de verbindende rol tussen zorg, welzijn en wijkinitiatief. In het actieonderzoek van 2016 tot 2018 had ik de bijzondere kans met hen in de praktijk mee te kijken, te denken en mee te leren over wat een sociaal makelaar doet, wat de functie tot een succes maakt en hoe ze om konden gaan met de dilemma’s van het werk.

De toegevoegde waarde voor de praktijk

Nu kan ik natuurlijk enthousiast vertellen hoe leuk en inspirerend ik het vond, maar dat heeft toch een hoog “wij-van-WC-eend-adviseren-WC-eend” gehalte. Daarom heb ik Berthie Melissen, Sociaal Makelaar in Gouda gevraagd naar haar ervaringen met participatief actieonderzoek:

“Als startend team van 4, met een vernieuwende opdracht en de taak de eigen functie vorm te geven, geconfronteerd worden met een onderzoek vanuit TNO is een spannende. Daar moesten we even goed over nadenken. Maar al snel realiseerden we dat dit een kans was om met een kritische blik van de TNO onderzoekers en de helpende structuur van het soort onderzoek, de functie van sociaal makelaar op de kaart te kunnen zetten. Als ook uit onderzoek zou blijken dat deze functie kon brengen waar wij zo met elkaar in geloofden, dan zou dat toch geweldig zijn.

Nu, terugkijkend op bijna 2 jaar samenwerking, zien we dat het onderzoek heeft bijgedragen aan een mooie doorontwikkeling van de functie. De onderzoekers voegden in, hielden spiegels voor, luisterden, checkten, onderzochten en beschreven, ondersteunden met werkvormen, blikten met ons terug en stelden met ons bij, waardoor het actie-onderzoek ons proces van ontwikkelen extra richting en structuur gaf. 

We zijn er blij mee dat we toen die stap hebben gezet en gezegd hebben: ja, loop maar mee, kijk maar in onze keuken!”

Praktische handvatten voor andere gemeenten

Het actieonderzoek heeft niet alleen de sociaal makelaars wijzer gemaakt over hun handelen, maar heeft ook een handreiking opgeleverd. Dit alles behalve doorsnee-onderzoeksverslag is niet alleen het bewijs van de lessen die we met elkaar geleerd hebben in de afgelopen 1,5 jaar, maar laat ook zien hoe Gouda al stappen heeft gezet om de participatiemaatschappij handen en voeten te geven. Ik hoop en verwacht dan ook dat het andere gemeentes praktische handvatten biedt om de sociaal makelaar in te zetten als schakel tussen zorg, welzijn en buurtinitiatief. En mochten ze daarbij een actieonderzoeker nodig hebben, dan kijk ik er zeker naar uit hen daarbij te ondersteunen.

Marloes van der Klauw en Berthie Melissen zijn eerder door Alles is gezondheid… geïnterviewd over de functie van sociaal makelaars in de gemeente. Lees het interview in het jaarverslag 2017 (pagina 8).

Marloes van der Klauw

Marloes van der Klauw is actieonderzoeker Healthy Living bij TNO.

Handreiking sociaal makelaar

Een praktische handreiking voor gemeenten en professionals in het sociaal domein

Terug

Interview: Lezen, belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen

9 november 2017

Mensen die slecht lezen en een taalachterstand hebben, kampen vaak met problemen in het dagelijks leven. Ze vinden bijvoorbeeld moeilijker een baan en lopen een groter risico op gezondheidsklachten. Lezen en voorlezen helpt taalvaardigheden ontwikkelen. Daarom interviewde Alles Is Gezondheid… Inspecteur Primair Onderwijs Herman Franssen over de kwaliteit van het leesonderwijs in Nederland.

Hoe staat het op de Nederlandse scholen met de kwaliteit van het leesonderwijs?

Als we de kwaliteit van het onderwijs van scholen beoordelen, kijken we niet specifiek naar afzonderlijke vakgebieden. Het leesniveau dat leerlingen halen is uiteraard wel een indicatie voor de kwaliteit van het leesonderwijs. Dit beoogde niveau op het gebied van taal en rekenen staat in de referentieniveaus. Een heel groot percentage kinderen haalt het fundamentele niveau, het basisniveau (Op basis van Centrale Eindtoets 2016). Slechts 1% blijft daaronder. We moeten er natuurlijk wel naar streven dat zoveel mogelijk leerlingen een hoger niveau, het streefniveau, halen.
We zijn daarnaast bezig met landelijke peilingen over afzonderlijke vakgebieden,  zoals lezen, mondelinge taalvaardigheid en schrijven (Peil. Onderwijs). Die peilingen gaan over hoe leerlingen presteren en hoe het onderwijs op de vakgebieden eruit ziet. De peiling voor lezen zal in schooljaar 2020/2021 worden uitgevoerd. We willen dan ook nagaan hoe het precies zit met het stimuleren van leesplezier, daar hebben we nu (nog) geen kijk op.

Waarom is lezen in uw ogen belangrijk?

We weten dat er in Nederland mensen met een taalachterstand, laaggeletterden, zijn. Omdat ze niet goed kunnen lezen en schrijven kunnen ze maatschappelijk niet goed functioneren en leven ze vaak ook minder gezond. Lezen heeft invloed op een heleboel factoren, van de omvang van iemands woordenschat tot de gezondheid aan toe. Lezen is goed voor de mentale ontwikkeling, kennisverwerving en door te lezen leert iemand zich beter in anderen verplaatsen. Allemaal sociale competenties die met burgerschap te maken hebben. Het is dus echt de moeite waard van het stimuleren van leesplezier een speerpunt te maken.

Hoe zorg je voor leesplezier bij kinderen?

Een docent is wat lezen aangaat, net als de ouders, een rolmodel. Het gaat erom dat er een vonk overspringt bij de kinderen. Ik vind het de moeite waard om binnen de school na te denken over andere methoden dan de traditionele leeskring om kinderen aan het lezen te krijgen. Het inspireert wellicht meer om te praten over wat kinderen aanspreekt in een verhaal, dan om het verhaal te analyseren. Naast het rolmodel s een goed boekenaanbod ook zeer belangrijk. Het is vaak essentieel dat een kind met het juiste boek begint, een boek kiest dat echt goed past bij de interesses. Het eerste boek kan meteen het laatste zijn of juist de start van iets moois.

Hoe kan het dat in Nederland nog steeds kinderen van school komen met een taalachterstand?

We zien op het gebied van leesniveaus grote verschillen tussen scholen. Dit heeft niet per se te maken met de culturele achtergrond van de kinderen. Er spelen daarbij heel wat factoren een rol, de aanpak van het leesonderwijs van de school is een heel belangrijke. De ene aanpak werkt beter dan de andere. Als inspectie schrijven wij geen aanpakken voor, wel kunnen we stimuleren en goede voorbeelden delen. De scholen moeten zelf ook steeds goed onderzoeken wat bij hun leerlingen werkt.

Welke functie heeft voorlezen?

Voorlezen is een heel goed middel om te inspireren. Het stimuleert leesmotivatie, het heeft invloed op het leesbegrip en vergroot de woordenschat. Het is goed voor het leesniveau als kinderen zowel op school als thuis worden voorgelezen en de kans krijgen om zelf veel te lezen. Het werkt bovendien stimulerend als kinderen zien dat hun ouders boeken hebben en lezen. Ook denk ik dat vriendjes en vriendinnetjes een grote invloed hebben op elkaar. Als die een boek heel mooi vinden, wil de rest dat boek ook lezen. Daar kan het onderwijs op inspelen. Hoe?, dat is aan de scholen.

Herman Franssen

Herman Franssen is inspecteur primair onderwijs.

Bibliotheek op school

Zit jouw kind op een school die met de Bibliotheek op school samenwerkt? En wil je daar meer over weten? We vertellen het je graag.

Alliantie Gezondheid en Geletterdheid

Taal maakt gezonder, taal participeert en taal werkt. Kortom, lezen en schrijven zijn essentieel om mee te kunnen doen op school, op het werk en in de maatschappij. De Alliantie gezondheid en geletterdheid gaat extra activiteiten ontplooien voor de 2,5 miljoen mensen in Nederland die laaggeletterd zijn.