Terug

Handelingsangst weggenomen via Digivitaler

30 november 2023

Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg ontwikkelde Saskia Carli, adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen in samenwerking met Bibliotheek de nieuwe Kolk de cursus DigiVitaler. We spraken cursist Sannie van 77 jaar over de cursus die zij in oktober 2023 volgde.

Waarom wilde je deelnemen aan Digivitalere? Waar liep je tegenaan?
‘Ik heb een behoorlijke weerstand tegen de digitale wereld. Ik heb er twijfels over. Maken we er ons niet kwetsbaar mee? Stel dat het systeem platgelegd wordt, dan kan je niks meer. Maar je moet mee. Je ontkomt er niet aan.
Om een drempel te nemen, en vaardiger te worden, besloot ik de cursus Digivitaler te volgen.’

Hoe ben je bij deze cursus gekomen?
‘Via mijn lidmaatschap van de bibliotheek, ontving ik per email informatie over de activiteiten in De Nieuwe Kolk. Zo las ik in een nieuwsbrief over de cursus Digivitaler.’

Wat houdt de cursus voor jou in?
‘Het gaat om het meer toegankelijk maken van de digitale zorgwereld. Cursisten ontvangen hulp daarbij en oefenen daarmee, zodat je minder bang bent om het te gebruiken.’

Hoe is het bevallen en wat heb je geleerd?
‘Ik ben met plezier ernaartoe gekomen, ik durf het nu meer te gebruiken en ik begrijp nu hoe het werkt. Het inzien van je medisch dossier geeft voordeel dat je terug kan kijken wat er afgesproken is. Mijn angst vooraf was dat je als patiënt veel meer op afstand gezet wordt. Nu ik in de praktijk vrij veel contact heb met de huisarts, blijkt het eigenlijk sneller te gaan en ze belden alsnog ook persoonlijk op.’

Is dit wellicht een opstap naar meer trainingen in bijvoorbeeld de bibliotheek?
‘Als dat er is, zeker.’

Ontwikkeling Digivitaler

Meer weten over het hoe, waarom en de samenwerking rond de cursus Digivitaler?

Onderwijs en maatschappij

Meer weten over de relatie tussen leren gezondheid en andere sociale domeinen?


Netwerkadviseur onderwijs

Terug

Interview Saskia Carli: e-health voor toekomstbestendige zorg

27 november 2023

Saskia Carli is adviseur Digitale Zorg in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) sinds 2019. Een functie die afgelopen jaren in meer ziekenhuizen in het leven is geroepen. Beleid, waar de Alliantie Gezondheidsvaardigheden en de Werkgroep Taal maakt gezonder zeer gelukkig mee zijn. We spraken Saskia over de ontwikkeling van de cursus DigiVitaler, samenwerkingen en de dagelijkse praktijk in het WZA.

Digitale zorg invoeren in een ziekenhuis. Hoe ben je daarmee gestart?
‘Voor iedereen die hulp nodig heeft bij digitale zorg wilde ik een fysieke plek creëren. Ik heb mij enorm ingezet om in de centrale hal van het ziekenhuis een infoplein te creëren, waar mensen terecht konden met digitale hulpvragen. Ik heb vrijwilligers geworven en een mooie plek gecreëerd, maar na een half jaar was de conclusie dat er geen kip langskwam. Dus dat was vrij teleurstellend.’

Wat was de reden dat die fysieke hulplocatie niet werkte?
‘We zijn dat gaan uitzoeken en zijn er achter gekomen, dat ziekenhuisbezoekers vaak niet vrij zijn in hoe ze met hun tijd om kunnen gaan. De taxi of de buurtbus staat klaar of ze worden door iemand gehaald en gebracht. De andere reden die we veel hoorden was: ‘ik dacht ik probeer het eerst zelf wel even of het lukt.’ In het ziekenhuis zelf zit je dus te dicht op het moment waarop die digitale zorg wordt voorgeschreven. Zo gingen we verder zoeken en kwamen we bij De Nieuwe Kolk, de bibliotheek in Assen terecht.’

Hoe verloopt de samenwerking tussen ziekenhuis en bibliotheek?
‘Ik wist dat in bibliotheken ido’s (informatiepunt digitale overheid) zouden komen en in het kader daarvan heb ik contact gezocht met De Nieuwe Kolk. Samen hebben we onderzocht hoe we inwoners van Assen en omgeving kunnen ondersteunen bij digitale tools en toepassingen. De bibliotheek gaf al de cursussen over digitale vaardigheden en de cursus DigiVitaler komt via een landelijke organisatie. In de nieuwe cursus die we creëerden op basis van DigiVitaler, maken de deelnemers kennis met digitale zorg vanuit de huisartsen en vanuit ons als ziekenhuis. Denk aan vragen als: Hoe ziet MijnWZA als patiëntenportaal eruit, hoe log je in? En hoe werkt BeterDichtbij, de communicatie-app die we gebruiken?’

Hoe ziet de cursus eruit?
‘De training is echt gepersonaliseerd voor de inwoner van Assen met o.a. informatie over DigiD, want dat is onmiskenbaar het grootste struikelblok als het gaat over MijnWZA, mijn gezondheidsnet en portalen die huisartspraktijken gebruiken. In twee lesdagen bekijken ze screenshots van MijnWZA en wordt er uitgelegd wat iemand kan met BeterDichtbij. De derde ochtend van de cursus hebben we een vragenuurtje om te zien wat er speelt. We kunnen direct problemen met bijvoorbeeld de registratie verhelpen en we gaan proef beeldbellen, zodat we alle instellingen goed kunnen zetten.’

Waarom is DigiVitaler nodig?
‘Je merkt dat we er niet omheen kunnen. De zorg moet anders ingericht worden, met minder menskracht. Digitale zorg kan daarbij helpen, net als lichtere zorg verplaatsen buiten het ziekenhuis zodat er in een ziekenhuis ruimte ontstaat voor ernstig zieken. We stimuleren bijvoorbeeld het beeldbellen via de app BeterDichtbij en op de site staan instructievideo’s over hoe je MijnWZA werkt, maar het blijft lastig. De groep die digitaal onhandig is, redt het hier niet mee. We willen hen meer ondersteuning bieden en kijken of zij het in de vingers kunnen krijgen. Het doel is om digitale zorg voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar, begrijpelijk en van waarde te laten zijn. We zullen op een gegeven moment keuzes moeten maken, omdat we de mankracht missen om alles fysiek en realtime te doen. Voor de groep die dit ècht niet kan aanleren blijft een olifantenpaadje bestaan.’

Zijn er nu of in de toekomst meer partijen bij betrokken?
‘Huisartsen zijn (nog) niet direct betrokken, maar ze hebben wel profijt van de cursus. Dokter Drenthe, de partij in Drenthe die de huisartsen vertegenwoordigt, heeft de banden aangehaald met Biblionet en vanuit het ziekenhuis hebben we een communicatieadviseur patiëntcommunicatie die linkjes heeft met bijvoorbeeld Stichting Lezen en Schrijven en het Bondgenootschap voor Geletterd Drenthe. Vanuit het ziekenhuis hebben we een werkgroep die een toolkit ontwikkelt, waarmee we medewerkers bewust maken van laaggeletterdheid, lage digitale vaardigheden en lage gezondheidsvaardigheden. Hoe kan je dit herkennen, wat kan je doen en wat kan je dan aanbieden? En in de bibliotheek zit een taalhuis waarnaar we mensen verwijzen als ze echt niet voldoende Nederlands beheersen. Zo proberen we met elkaar een compleet programma aan te bieden.’

Hoe hebben jullie dit financieel geregeld?
‘In 2019 is door het ziekenhuis besloten dat voor de ontwikkeling van digitale zorg een adviseur nodig is, die dat thema verder gaat uitwerken. Daar ben ik nu 4 jaar mee bezig, samen met een collega adviseur digitale zorg. Als ik denk dat een bepaald project of plan bijdraagt aan het thema, dan heb ik de vrijheid daar uren aan te besteden. De basis van onze DigiVitaler cursus komt via DigiVaardig, dat is een organisatie die gratis een pakket aan leermiddelen, plannen en communicatiemiddelen aanbiedt. En met de bibliotheek werken we samen met gesloten beurzen. We hebben immers een gezamenlijk doel, namelijk het vergroten van de digitale zelfredzaamheid van de inwoners.’

Wat zijn je plannen en behoeften?
‘Via Biblionet Drenthe, waar alle bibliotheken zijn verbonden, hoop ik meer bibliotheken aan te haken, want onze cliënten komen ook van buiten de stad. En voor in het ziekenhuis, wil ik een fysiek verwijsbriefje maken waarmee mensen naar een bibliotheek kunnen met een concrete vraag. We gaan testen of hierdoor de vraagverlegenheid afneemt. Als een van onze collega’s bij een cliënt het gevoel heeft dat de digitale vaardigheden niet toereikend zijn, dan kan die collega daarover in gesprek en het verwijsbriefje meegeven. Misschien kunnen we een testvragenlijst klaarzetten, zodat ze die bij de bibliotheek samen kunnen invullen. Ik probeer te zoeken naar concrete acties om samen verder te komen en die digitale zelfredzaamheid te vergroten.’

Digivitaler in de praktijk

Weten wat de Digivitaler-training cursist Sannie heeft opgeleverd?

Alliantie Gezondheids-vaardigheden

Gezondheidsvaardigheden binnen en buiten de eigen organisatie op de agenda zetten?

Werkgroep Taal maakt gezonder

De werkgroep richt zich op het verbeteren van basisvaardigheden bij laaggeletterden, zodat zij gezondheidsvaardiger worden.


Netwerkadviseur onderwijs

Terug

Expertisepunt Basisvaardigheden

28 maart 2022

Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven missen de vaardigheden om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg. De negatieve gevolgen hiervan op de gezondheid kunnen groot zijn. Daarom helpt Alles is Gezondheid in en rond het netwerk initiatieven op het gebied van taal, gezondheid en basisvaardigheden.

Het Expertisepunt Basisvaardigheden is er voor iedereen die laaggeletterden helpt bij het verbeteren van basisvaardigheden. Het is dé plek waar je kennis kunt vinden en delen. En waar je inspiratie en samenwerking vindt.

Het Expertisepunt Basisvaardigheden is een partnerschap tussen Movisie en Stichting
Lezen en Schrijven. Zij delen kennis en versterken samenwerking tussen gemeenten, organisaties, professionals en vrijwilligers. Ze laten ook extra onderzoek uitvoeren. Zo kunnen lokale en landelijke organisaties hun werk voor laaggeletterden verder professionaliseren. Want alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat iedere laaggeletterde kan meedoen in de samenleving.

Het Expertisepunt Basisvaardigheden wordt mogelijk gemaakt door het programma Tel mee met Taal, een initiatief van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Taal maakt gezonder

Met Stichting Lezen en Schrijven en vele partners vormen we de werkgroep Taal maakt gezonder onder de vlag van Alliantie Gezondheidsvaardigheden.

Terug

Inspiratiesessie: Hoe dan? Taal en Gezondheid

19 maart 2021

Op 23 februari 2021 organiseerde het Kennisplatform Gelderland Geletterd in samenwerking met Alles is Gezondheid de online inspiratiesessie Hoe dan? Taal en Gezondheid.

De belangstelling voor de Hoe dan? Taal en Gezondheid was groot. Meer dan 300 mensen meldden zich aan vanuit gemeenten, bibliotheken, (digi)taalhuizen, zorg- en welzijnsorganisaties, onderwijs, taalaanbieders, provincie Gelderland, het ministerie van VWS en de wereld van bewegen, sport en vitaliteit.

De Hoe dan?-sessies zijn bedoeld om kennis uit te wisselen en inspiratie op te doen. Op deze pagina vind je de belangrijkste informatie uit de Hoe dan? Taal en Gezondheid:

Presentaties sprekers:

Video’s Gelderse voorbeelden:

Meer weten:

Volgende Hoe dan?

Op 8 juni 2021 organiseert het Kennisplatform Gelderland Geletterd de volgende Hoe dan? inspiratiesessie. Dan rondom het thema Taal en Gezin.

Terug

Gezonde leefstijl leerlingen: gewoon beginnen

8 februari 2021

Op 4 februari 2021 organiseerde Alles is Gezondheid met de Beweging Veerkracht en Onderwijs een webinar over het belang van een gezonde leefstijl voor kinderen en hoe basisscholen in de praktijk kunnen werken aan gezondheidsbevordering.

De belangstelling voor de uitzending was groot. Meer dan 800 mensen meldden zich aan vanuit het (basis)onderwijs, jeugdgezondheid (JGZ), zorg, welzijnswerk, kinderopvang, lokale overheid en de wereld van sport, bewegen en groen. Met een gemiddeld rapportcijfer van een 7,6 was ook de kijkerswaardering hoog. 95% geeft aan dat het webinar bruikbaar is in de praktijk en een ruime meerderheid doet nieuwe inzichten op. Ook krijgen we tientallen ideeën en contacten voor de Beweging Veerkracht en Onderwijs. Net als vragen voor een mogelijk vervolgwebinar. Zoals: hoe benader je partners voor financiering, hoe ziet een ketenaanpak er uit, hoe krijg je onwillenden mee, hoe maak je gezond traktatiebeleid leuk, hoe betrek je de kinderopvang het beste, e.d.

Op deze pagina tref je de belangrijkste informatie uit de uitzending op een rij:

Bekijk de slides

Vertoonde clips

Meer weten

Beweging Veerkracht en Onderwijs

Dit webinar vond plaats in de context van #MissieVeerkracht en de Beweging Veerkracht en Onderwijs, met ondersteuning van Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Institute for Positive Health (iPH) en Federatie voor Gezondheid.

Beweging Veerkracht en Onderwijs bouwt voort op een opinieartikel in Financiële Dagblad (4-7-2020) dat Missie Veerkracht onderschreef. We willen het niet bij woorden laten. Met kleine stappen bouwen we voort aan het grotere doel: onderwijs méér inzetten als bron van veerkracht en gezondheid.

Sprekers

  • Inleiding: Hans Christiaanse (Netwerkadviseur Onderwijs en Jeugd bij Alles is Gezondheid).
  • Praktijkcase: interview met Mariëlle Siebelt (Directeur Basisschool De Regenboog in Enschede). Over hoe je als school klein kan beginnen, hoe je dat regelt en wat dat zo maar kan opleveren (kinderen bewegen uur per dag m.m.v. vakleerkrachten LO en sportstagiairs).
  • Implementatie: Elise Beket (Jeugdarts bij GGD Flevoland) licht toe hoe je het Gezonde School vignet betekenisvol maakt en welke samenwerkingspartners scholen kunnen opzoeken om de gezondheidsambities waar te maken (wie doet wat).
  • Innovatie in de regio: Maartje Willeboordse (docent en onderzoeker Universiteit Maastricht). Gaat in op de opbrengsten van de Gezonde Basisschool van de Toekomst, hoeveel zin het heeft voor scholen om te investeren in gezondheid en hoe het met de kosten staat.

Onderwerpen

Dit webinar geeft feiten en voorbeelden hoe scholen op een laagdrempelige manier aan gezondheid kunnen werken. Vragen die aan bod komen:

  • Wat betekent het in de praktijk om een school gericht op gezondheid te zijn?
  • Wat zijn voor- en nadelen? Waarom zou je hier als school naar streven?
  • Welke tips zijn er voor leerlingen, leraren en bestuurders om door te pakken?
  • Hoe kan de Kindtool Positieve Gezondheid behulpzaam zijn?
  • Hoe krijg je ouders mee in gezondheidsbevordering?
  • Hoe ziet de overige lokale samenwerking eruit (JGZ, gemeente, opvang)?
  • Hoe verhoudt landelijk beleid zich tot regionale initiatieven?

Context

Gezonde schoollunches, lessen over voeding, schoolfruit, gezonde traktaties, meer bewegen, actief buitenspelen: steeds meer (basis)scholen zien het belang in van een gezonde leefstijl van hun leerlingen en willen samen met kinderen en ouders iets doen aan gezondheidsbevordering.

Aan de schoolpoort zien we deze trend duidelijk terug in het groeiend aantal verklaringen, certificaten en vignetten waarin scholen duidelijk maken dat ze gezondheid belangrijk vinden en op allerlei manieren aandacht besteden aan voeding, beweging en leefstijl.

De Gezonde Basisschool van de Toekomst gaat nog een stap verder en vertaalt de aanpak in aanpassingen in roosters, lesstof en afspraken met kinderopvang en gemeenten. En wat blijkt? Gezonde leerlingen zitten -letterlijk en figuurlijk- lekkerder in hun vel en presteren beter (Universiteit Maastricht).

Toch is de weg naar gezonde en vitale leerlingen niet zonder obstakels: de snackbar zit om de hoek, de tablet lonkt, ongezond gedrag is hardnekkig, ouders werken niet altijd mee, leraren ontbreekt het aan tijd, financiering is lastig en sommige gezinnen hebben andere zaken aan hun hoofd (armoede, ziekte, scheiding, etc.).

Beweging Veerkracht en Onderwijs

BVO wil het niet bij woorden laten. Met kleine stappen bouwen we voort aan het grotere doel: onderwijs méér inzetten als bron van veerkracht en gezondheid.

Terug

FNO-Webinar ‘Laaggeletterdheid en gezondheid’

3 februari 2021
Terug

Gezonde taal in de praktijk: lesbrieven gezonde taal beschikbaar maken voor anderstaligen

2 januari 2020

Interview met: Ellen Visser
Senior projectleider bij Taal Doet Meer

De Utrechtse taalorganisatie Taal Doet Meer zorgt er al dertig jaar voor dat anderstalige bewoners van de Domstad kunnen meedoen aan de samenleving. Ruim vijf jaar geleden ontstond vanuit taalgroepen de behoefte om met gezondheidsthema’s aan de slag te gaan. Taal Doet Meer ontwikkelde daarom de lesbrieven Gezonde Taal. De uitdaging is nu om daar zoveel mogelijk anderstaligen hun voordeel mee te laten doen.

‘Hoe maak je een afspraak bij de huisarts?’, ‘Hoe leg je uit waar je pijn hebt?’ Het zijn gezondheidsvragen die anderstaligen vaak hebben. Ellen Visser: “Daarom zijn we in 2014 gestart met Gezonde Taal. Met dit lesmateriaal helpen we taalcursisten bij het verbeteren van taal- en gezondheidsvaardigheden.”

Landelijke uitrol

Om zoveel mogelijk anderstaligen de kans te geven met de lesbrieven te werken, zorgde Taal Doet Meer in samenwerking met onder andere Het Begint met Taal voor een landelijke uitrol. Het materiaal is voor iedereen te bestellen via Van Dale. Tegelijkertijd wilden Utrechtse organisaties als U Centraal, Inaya Zorg en Steunpunt GGZ zelfstandig met de lesbrieven werken. Ellen: “Onze professionals hebben vrijwilligers van die organisaties getraind, zodat ze Gezonde Taal binnen hun eigen taalgroepen kunnen gebruiken.”

Zelforganisaties

Om het gebruik van de lesbrieven nog verder de te vergroten, ging Taal Doet Meer samen met sleutelfiguren, buurtteams en sociaal makelaars op zoek naar groepen anderstaligen die al binnen zelforganisaties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan een vrouwengroep in een buurthuis in Lunetten of een mannengroep in de bibliotheek. Ellen: “We bieden aan dat onze vrijwilligers tien keer bij zo’n groep langskomen om op een laagdrempelige manier over gezondheid in gesprek te gaan. Dat aanbod slaat bijna niemand af, want over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten. Vraag je ze daarentegen of ze naar taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Deze lesbrieven zijn daarom de ideale ingang om met anderstaligen in gesprek te raken. De stap naar taalles blijkt daarna een stuk makkelijker.”

“Vraag je of ze taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Maar over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten”

Goede voorbereiding

Omdat het taalniveau in deze groepen vaak laag is, is het belangrijk dat de vrijwilligers goed zijn voorbereid. Daar steekt Taal Doet Meer veel tijd in. Ellen: “De vrijwilligers volgen een workshop en de projectmedewerker en taalconsulent doen een uitgebreide intake. We bepalen per deelnemer het taalniveau en ondersteunen de vrijwilligers waar mogelijk. Dat is nodig, want sommigen hebben bijna wekelijks vragen over hoe ze het best met een situatie om kunnen gaan. Daarnaast hebben we in deze groepen niet altijd grip op aanwezigheid en participatie. We maken daarom duidelijke afspraken over verwachtingen, richting de deelnemers en de vrijwilligers.”

“Deelnemers bellen nu zelf naar de apotheek om medicijnen te bestellen”

Resultaten

Het resultaat van alle inzet mag er zijn. In 2018 waren er 146 mensen die via Taal Doet Meer meededen aan Gezonde Taal. Via andere organisaties bereikte ze 110 anderstaligen met de lesbrieven. Deelnemers geven aan dat ze meer zelfvertrouwen hebben, meer bewegen en zelf naar de apotheek bellen om medicijnen te bestellen. Daarnaast zetten in 2019 al 32 mensen die vanuit zelforganisaties met taal in contact kwamen, de stap naar taalcoaching van Taal Doet Meer. Ellen: “Een ontwikkeling waar we alleen maar enorm trots op kunnen zijn.”

Wil je meer informatie over de lesbrieven Gezonde Taal? Ga dan naar https://www.taaldoetmeer.nl/wat-doen-we/activiteiten-volwassenen/taal-gezondheid/. Organisaties buiten Utrecht kunnen terecht bij https://www.hetbegintmettaal.nl/gezonde-taal/.

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid

Terug

De aanpak Voel je goed! helpt met taal in Nijmegen

Hoe kunnen we laagopgeleide inwoners van Nijmegen die moeite hebben met taal en het verwerken van informatie, helpen bij het vergroten van hun gezondheidsvaardigheden? Die vraag stelden Lisanne Veraart en José Keetelaar zichzelf, als Taalcoördinator Rijk van Nijmegen bij Gemeente Nijmegen & Projectleider laaggeletterdheid & gezondheidsvaardigheden bij GGD Gelderland-Zuid. De aanpak Voel je goed! bood uitkomst. Samenwerkingen met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) maakten van het idee een succesvol initiatief.

Voel je goed! is een aanpak waarmee laaggeletterde volwassenen die willen werken aan gezond gewicht hun gezondheid kunnen verbeteren. Deelnemers gaan naar een diëtist voor eet- en beweegadviezen. Daarnaast volgen ze taalgerichte praktijklessen om informatie beter te leren begrijpen. Omdat Lisanne en José wisten dat veel Nijmegenaren daar baat bij zouden hebben, sloegen ze de handen ineen. Lisanne: “We organiseerden een bijeenkomst met belangrijke spelers uit ons netwerk. Iedereen zag de meerwaarde van Voel je goed! in. Helaas verliep het daarna minder snel dan wij wilden.” Dat kwam voornamelijk omdat ze zelf geen contact hadden met de doelgroep, waardoor ze afhankelijk waren van anderen. José: “Ieders agenda zat zo vol, dat ze geen tijd hadden voor nog een project erbij. Daar kwam bij dat we niet de financiële middelen hadden om hen te ondersteunen.” Gelukkig lieten de dames zich daardoor niet uit het veld slaan.

“Het zelfvertrouwen van deelnemers groeit zichtbaar”

Vrijwilligers en deelnemers werven

Bij de HAN wierven ze twee stagiaires Voeding en Diëtiek die de groep konden begeleiden. Het initiatief werd niet door iedereen goed ontvangen. Lisanne: “We kregen reacties als ‘ze missen levenservaring’ en ‘ze hebben geen idee waar de doelgroep doorheen gaat’. Maar wij hadden er zoveel vertrouwen in, dat we door hebben gezet.” De vrijwilligers waren dus een feit. Nu de deelnemers nog. José: “We hadden verwacht dat we via ons netwerk binnen de kortste keren een groep vol zouden hebben, maar dat viel tegen. Een van de redenen daarvoor was het aantal bijeenkomsten. Veel professionals dachten dat twintig lessen veel te veel was.” Gelukkig zijn er altijd meer wegen die naar Rome leiden. Lisanne: “We namen contact op met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, omdat onze doelgroep zich daar ook bevindt. We werden met open armen ontvangen.”

Maatschappelijke betrokkenheid

Voel je goed! was voor het werkbedrijf een invulling van hun maatschappelijke betrokkenheid. Die kans grepen ze met beide handen aan. José: “Ze stelden een ruimte beschikbaar en lieten werknemers de lessen onder werktijd volgen. Binnen de kortste keren ontstond een wachtlijst van mensen die mee wilden doen.” De reacties van deelnemers op de lessen waren ontzettend positief. Lisanne: “Het zelfvertrouwen groeide zichtbaar. Ook maakten ze gezondere keuzes in de kantine en ontstond er sociale verbinding omdat ze in de pauzes samen buiten gingen wandelen.”

“Niemand wilde na twintig lessen stoppen”

Resultaten

Dat de lessen bij de eerste groep werden gegeven door stagiaires Voeding en Diëtiek bleek geen enkel probleem. Sterker nog: ze hadden inhoudelijk meer kennis dan welke vrijwilliger ook. En binnen twee lessen was de band tussen hen en de groep zo goed dat ze ook buiten de bijeenkomsten om contact hadden. En waren twintig lessen te veel? Lisanne: “Absoluut niet. Deelnemers wilden helemaal niet stoppen.”

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid.

Terug

Praktijkvoorbeeld: Samen met de JGZ op weg naar een geletterde generatie

Interview met Astrid Roest, Coördinator logopedie bij GGD Zaanstreek Waterland.

Begin 2018 kreeg de GGD Zaanstreek Waterland de vraag of ze mee wilde werken aan de pilot ‘Op weg naar een geletterde generatie’ van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid, Stichting Lezen en Schrijven en Stichting Lezen. Met een lokale bevolking waarvan zo’n zestien procent laaggeletterd is, wist coördinator logopedie Astrid Roest direct dat ze deze kans moesten grijpen.

Binnen de pilot wordt onderzocht hoe vroegsignalering van laaggeletterdheid bij ouders en de aanpak van laaggeletterdheid bij ouders én kinderen ingebed kan worden in de werkwijze van de Jeugdgezondheid (JGZ). Om daar antwoord op te kunnen geven, stelden Astrid en de projectleider een projectteam samen waarin jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, pedagogen, logopedisten en een adviseur gezondheidsbevordering vertegenwoordigd waren. Astrid: “Om verandering te kunnen realiseren is het belangrijk dat je kennis uit het hele systeem benut en een breed draagvlak hebt.”

Ogen openen

De eerste uitdaging was professionals laten inzien dat ook zij laaggeletterden tegenover zich hebben. Astrid: “We ontdekten dat veel professionals ervan uitgaan dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn. Of ze vergeten dat iemand die geletterd van school komt laaggeletterd kan worden als hij nauwelijks meer leest of schrijft. Daarom boden we de e-learning van Taal voor het Leven aan. Eerst vrijblijvend en later verplicht. Ook maakten we op intranet een map over laaggeletterdheid aan, zodat de benodigde informatie op één plek vindbaar is voor collega’s.” 

Scholing

Daarnaast was laaggeletterdheid onderdeel van vijf scholingen voor JGZ-professionals. De laatste sessie was een bijeenkomst met taalambassadeurs. Astrid: “Het persoonlijke verhaal van deze mensen maakte enorm veel indruk. Achteraf gezien hadden we hen er veel eerder in het traject bij moeten betrekken. Hun eerlijkheid opende bij iedereen de ogen: hier moeten we wat mee.”

“Veel professionals gaan ervan uit dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn”

Tools

Door het taboe dat op laaggeletterdheid rust, vonden JGZ-professionals het wel lastig om het onderwerp tijdens gesprekken aan te kaarten. Om hen daarbij te ondersteunen, ontwikkelde het projectteam verschillende tools. Astrid: “We produceerden met input van ABC-taalambassadeurs het filmpje ‘Leer lezen en schrijven voor een mooie toekomst’ dat nu in veel JGZ-wachtkamers wordt vertoond. En we maakten een bureaulegger met aan de ene kant een ‘spiekbrief’ met vragen die de professional kan stellen en aan de andere kant een ‘praatpapier’ om met de ouder in gesprek te gaan.” Om te voorkomen dat laaggeletterde vaders en moeders hun verhaal meerdere keren moeten vertellen, werd een werkinstructie opgesteld waarmee in iemands digitale dossier kan worden vastgelegd of hij laaggeletterd is en op welke wijze hij voorlichting wil ontvangen.

“We hadden de taalambassadeurs veel eerder bij het traject moeten betrekken”

Resultaten

De activiteiten leveren zichtbaar resultaat op. “Door alle aandacht rondom laaggeletterdheid heeft de website van de GGD nu een voorleesfunctie, gaan we al onze schriftelijke communicatie aanpassen aan laaggeletterden en maken we meer gebruik van filmpjes van Stichting Opvoeden.nl, die ook heel geschikt zijn voor ouders die moeite hebben met lezen en schrijven. Ook hebben we afspraken met Taalhuizen gemaakt over hoe we vaders en moeders het beste kunnen doorverwijzen.” Astrid en haar team rest nog één uitdaging: alle ontwikkelingen borgen in de JGZ. “Aan onze passie voor het onderwerp en de doelgroep zal het niet liggen.”

Gezondheid en Geletterdheid

Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid

Terug

Gezondheidsverschillen verkleinen door samenwerking

23 december 2019

Stichting Lezen & Schrijven had een interview met Keete Voerman, projectleider Tiel aan de Gezonde Zijde.

In de wijken Tiel-West en Tiel-Oost zijn de gezondheidsverschillen tussen de inwoners groot. Dat komt onder andere omdat veel mensen – waaronder laaggeletterden – niet worden bereikt met bestaande (gezondheids)initiatieven. Het project Tiel aan de Gezonde Zijde bracht daar verandering in. De succesformule? Samenwerken met ambassadeurs uit de doelgroep.

In 2016 startten de GGD Gelderland-Zuid, de gemeente Tiel, het ROC Rivor en Mozaïek/Dynamiek het project Tiel aan de Gezonde Zijde. Maar vóórdat je met gezondheid aan de slag kunt, zijn er andere factoren belangrijk. Een daarvan is taal. Keete Voerman: “Als iemand geen Nederlands begrijpt, is het bijna onmogelijk om hem of haar informatie over gezondheid bij te brengen.”

Ambassadeurs uit de doelgroep

De focus van het project lag daarom in eerste instantie op het maken van verbinding tussen (taal)instanties en de doelgroep. Om dat te bewerkstelligen, zocht Tiel aan de Gezonde Zijde de samenwerking met ambassadeurs uit de doelgroep. Door contacten van Mozaïek/Dynamiek hielpen tien Nederlandse en buitenlandse vrouwen Keete vrijwillig bij het bereiken van zoveel mogelijk deelnemers. Keete: “Deze vrouwen hebben een enorm netwerk. Ze kennen iedereen in de wijk en appen voortdurend met elkaar.” Het bleek een gouden zet. “Als ik een taalles organiseerde, zorgden de ambassadeurs ervoor dat er mensen uit de doelgroep aanschoven. De drempel om mee te doen was voor hen zoveel kleiner nu iemand die ze al kenden en vertrouwden hen letterlijk bij de hand nam.”

“Als iemand geen Nederlands begrijpt, is het bijna onmogelijk om hem of haar informatie over gezondheid bij te brengen”

Ingewikkeld onderwerp

De inzet van de ambassadeurs betekende niet dat de professionals niets meer hoefden te doen. “Bij de start van het project hadden we nog de illusie dat ambassadeurs een soort gezondheidsexperts zouden worden. Dat is niet haalbaar, simpelweg omdat gezondheid een veel te ingewikkeld onderwerp is. Daar komt bij dat ambassadeurs aandacht, zorg en begeleiding nodig hebben. Ze kunnen niet zonder een vertrouwenspersoon bij wie ze altijd terechtkunnen met vragen, voor een luisterend oor en met praktische uitdagingen.”

“De ambassadeurs zijn het hart van het project”

Eigen talent

Wat ook niet vergeten mag worden, is dat ambassadeurs vaak veel hebben meegemaakt. Ze hebben zelf gezondheidsproblemen gehad of verkeerden voorheen financieel in zwaar weer. “Het is daarom belangrijk dat je deze prachtvrouwen aanspreekt op hun talent. De ene is een gastvrouw pur sang en laat iedereen zich welkom voelen, de andere heeft veel begrip voor andermans situatie en de derde denkt liever kritisch mee op het niveau van de wijk. Voor het project is het allemaal even waardevol.”

Resultaten

De aanpak van Tiel aan de Gezonde Zijde wierp zijn vruchten af. Tussen 2016 en 2019 volgden negentig deelnemers het traject Gezonde Taal en stroomden dertig ambassadeurs en taalcursisten door naar vervolgprojecten of betaald werk. Een geweldige opbrengst die grotendeels is te danken aan de taalambassadeurs en het met elkaar in contact brengen van formele en informele netwerken. Keete: “Ik noem de ambassadeurs niet voor niets het ‘hart van het project’.”

Taal is niet het enige onderdeel waar Tiel aan de Gezonde Zijde zich op heeft gefocust. Er is ook met kinderen gekookt, er zijn workshops over opvoeden gegeven, er zijn rondkomdagen georganiseerd en er zijn beweeglessen gegeven. Kijk voor meer informatie op https://www.fnozorgvoorkansen.nl/project/tiel-aan-de-ge-zon-de-zijde/

Gezondheid en Geletterdheid

Welke gevolgen heeft het als mensen moeite hebben met lezen en/of schrijven?