Filter: Praktijkvoorbeelden
Sociale basisinfrastructuur: voor vitale en gezonde gemeenschappen
Bewoners willen steeds vaker zelf een bijdrage leveren aan gezondheid in hun buurt, dorp of wijk. In veel wijken zijn bewonersinitiatieven, sociaal ondernemers, professionals, gemeenten en zorgverzekeraars al bezig met het organiseren ‘van onderop’, iedereen vanuit zijn eigen perspectief.
De vraag is echter hoe we hiervan een samenhangend geheel kunnen maken. Dit traject gaat over het samen organiseren van een zogenaamde Sociale Basisinfrastructuur. Dit is het geheel aan informele en formele diensten, fysieke, ICT- of eHealthvoorzieningen, ontmoetingsplekken, verbindingspersonen, netwerken en afspraken in de directe leefomgeving van mensen.
Met een schets van de randvoorwaarden en 21 essentiële bouwstenen voor een inclusieve samenwerking, bieden we professionals én bewoners handelingsperspectief op de vraag: hoe doen we dat dan? Want het kan. Het mag. En het gebeurt.
De bijbehorende praktijkvoorbeelden spreken boekdelen. Van wijkinformatiepunten in Utrecht en een Digitaal Wijkfonds in Amsterdam tot buurtwerkkamers in Groningen en wijkverbinders in Blokker. Ze laten zien dat lokale samenwerking inclusief is en burgers zich herkennen in een uitkomst waarin zij zeggenschap ervaren en bereid zijn deel te nemen.
Lees boekjeHeb je binnenkort een werksessie over een sociale basisinfrastructuur? Wil je zelf aan de slag met de bouwstenen in je eigen dorp, buurt of wijk? Behoefte aan het kwaliteitskader sociale basisinfrastructuur? Of wil je de (losse) tekeningen met bouwstenen digitaal gebruiken?
Je kunt de materialen hier downloaden:
- Poster Bouwstenen Sociale basisinfrastructuur (A3)
- Afbeeldingen Bouwstenen Sociale infrastructuur (zip)
- Overzicht Kwaliteitskader Sociale basisinfrastructuur (A4)
Dit boekje komt voort uit het traject ‘Gezondheid in de buurt’ van Dialoog Gemeenschapskracht, GezondNL en Alles is Gezondheid, waarin bewoners, ondernemers en professionals op het gebied van gezondheid hun kennis en ervaringen delen. PS: de inhoud bouwt voort op de brochure ‘Samen recht doen aan gemeenschapskracht’, zie www.dialooggemeenschapskracht.nl.
Meer weten? Neem contact op met Margriet de Jager (Alles is Gezondheid) via info@allesisgezondheid.nl of Anja van der Aa (GezondNL en SAMEN030) via info@gezondnl.nl.
Met dank aan: Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE), LSA bewoners, PLYGRND.city, Health~Holland, Samen lukt het zelf, SAMEN030.
Gezondheid in de buurt
Hoe kunnen wijk, school, werk, zorg en de regio samen stappen zetten naar gezondere inwoners en vitale wijken?
Hoe verbinden we systeem- en leefwereld?
Anja van der Aa vertelt hoe de coöperatie zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk enerzijds en anderzijds eerstelijn en Wmo verbindt.
Gezond Gesprek met Myrthe van Til: Voorlichten van kinderen met corona-prentenboek
De preventieve maatregelen zijn ingevoerd voor onze veiligheid en om onszelf gezond te houden. Ook om daarmee de zorgsector niet meer te belasten. Kinderen zitten thuis in plaats van op school, dus ze merken heel goed dat er wat anders is.
Myrthe van Til van Samenwijzer Duin & Bollenstreek merkte dat voor haar jongste dochter (5) de uitleg van het Jeugdjournaal over corona net iets te ingewikkeld was. Ze schetste een prentenboek om het voor de jongste kinderen uit te leggen. Karen van Ruiten las het boek met haar dochtertjes van 4 en 7 jaar en stelde Myrthe digitaal een aantal vragen.
Wat een mooi initiatief, hoe ben je op het idee gekomen om een prentenboek te maken over het corona-virus?
‘Als moeder van twee meisjes, Floor van 7 en Puck van 5, ontdekte ik dat er voldoende informatie beschikbaar is voor kinderen vanaf een jaar of 7. Floor kon zelf op zoek gaan naar informatie over corona via ‘de Buitendienst’ en ‘het Jeugdjournaal’. Ook keek ze meerdere keren deze afleveringen om grip te krijgen op wat er gaande was. Voor Puck merkte ik dat er te weinig informatie was over corona, terwijl ook zij daar behoefte aan had. Dat was voor mij reden om zelf informatie te verzamelen en die op een laagdrempelige manier en in verhaalvorm uit te werken.’
Waarom is het denk je zo belangrijk om kinderen hierover voor te lichten?
‘Ondanks dat kinderen nog jong zijn, hebben ze heel goed door dat het anders gaat. Scholen en kinderopvangcentra zijn dicht. Papa en mama werken ineens thuis. We mogen niet meer naar het strand en de bossen, etc. Daarnaast vragen we van ze om vaker hun handen te wassen en te hoesten en te niezen in hun elleboog. Om ervoor te zorgen dat ze ook het waarom erachter gaan begrijpen zonder te angstig te worden is het goed om ze op een laagdrempelige manier te informeren en het gesprek met ze aan te gaan.’
Je ziet dat kinderen – net als volwassenen – heel verschillend met deze crisissituatie omgaan, afhankelijk van leeftijd en karakter. Je wil ze ook niet bang maken, hoe kijk je daarnaar?
‘Het is ontzettend belangrijk om kinderen niet angstig te maken. Ik heb er daarom ook voor gekozen om dit in het prentenboekje te benoemen. In het boekje leg ik uit dat je als kind eigenlijk alleen maar verkouden kan worden van het virus en dat het virus – als we ons aan de regels houden – ook weer voorbijgaat. Daarnaast is het denk ik belangrijk om kinderen te behoeden voor informatie over het aantal zieken en overledenen. Hou je juist bij (jonge) kinderen bij de neutrale feiten en belast ze niet met dingen die ze (onbewust) angstig zouden kunnen maken.’
‘Eet gezond’ en ‘knuffelen mag wel in huis’ vind ik hele mooie beelden. Heb je nog andere tips voor ouders in deze combinaties van werken en thuisonderwijs geven?
‘Zeker. Maak samen met je kinderen een planning, waarin je rekening houdt met momenten waarop je zelf ook moet werken. Maar probeer hier ook niet te strak aan vast te houden. De situatie waar we ons in bevinden is een unieke situatie. Het is een situatie waarin er juist – meer dan anders – ook ruimte is om verbinding met elkaar aan te gaan en aandacht te geven aan sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. De meeste ouders zijn daarnaast ook niet opgeleid om les te geven en/of te onderwijzen. Als ouders hoef je dan ook echt niet van jezelf te verwachten dat je je kind onderwijs kan geven zoals dat op school gebeurt. Denk vooral ook na welke leuke en fijne herinneringen jouw kinderen mogen overhouden aan deze situatie.’
Het is in deze tijden van het coronavirus en thuis werken, met of zonder kinderen, een uitdaging om rust, regelmaat en balans te behouden. Jij maakte daarnaast ook een prentenboek. Hoe heeft het maken van dit prentenboek daar invloed op gehad?
‘Ik heb het prentenboek gemaakt op de momenten dat ik niet aan het werk was. De vrije momenten. Om tot het prentenboek te komen heb ik ook afleveringen van ‘Huisje, boompje, beestje’, ‘de Buitendienst’ en ‘het Jeugdjournaal’ teruggekeken. Dat kon ik heel goed doen samen met mijn kinderen. De tekeningen maakte ik, op de momenten dat ik beneden was om de kinderen te helpen met hun schoolwerk of in de avonduren als ze al lekker lagen te slapen.’
Waar is het boekje te verkrijgen?
‘Via de site prentenboekovercorona.nl is het boekje voor € 1,99 euro als e-reader te bestellen. Van het boekje gaat er een euro, de helft van de opbrengst, naar het Rode Kruis en naar de Voedselbank. De keuze om de helft van de opbrengst te doneren komt voort uit het feit dat ik op mijn eigen wijze een steentje wil bijdragen aan het werk dat ze op dit moment verzetten. Zo kunnen ze hun werk blijven voortzetten in de bestrijding van het coronavirus en de armoede die erdoor ontstaat.’
Gezonde taal in de praktijk: lesbrieven gezonde taal beschikbaar maken voor anderstaligen
Interview met: Ellen Visser
Senior projectleider bij Taal Doet Meer
De Utrechtse taalorganisatie Taal Doet Meer zorgt er al dertig jaar voor dat anderstalige bewoners van de Domstad kunnen meedoen aan de samenleving. Ruim vijf jaar geleden ontstond vanuit taalgroepen de behoefte om met gezondheidsthema’s aan de slag te gaan. Taal Doet Meer ontwikkelde daarom de lesbrieven Gezonde Taal. De uitdaging is nu om daar zoveel mogelijk anderstaligen hun voordeel mee te laten doen.
‘Hoe maak je een afspraak bij de huisarts?’, ‘Hoe leg je uit waar je pijn hebt?’ Het zijn gezondheidsvragen die anderstaligen vaak hebben. Ellen Visser: “Daarom zijn we in 2014 gestart met Gezonde Taal. Met dit lesmateriaal helpen we taalcursisten bij het verbeteren van taal- en gezondheidsvaardigheden.”
Landelijke uitrol
Om zoveel mogelijk anderstaligen de kans te geven met de lesbrieven te werken, zorgde Taal Doet Meer in samenwerking met onder andere Het Begint met Taal voor een landelijke uitrol. Het materiaal is voor iedereen te bestellen via Van Dale. Tegelijkertijd wilden Utrechtse organisaties als U Centraal, Inaya Zorg en Steunpunt GGZ zelfstandig met de lesbrieven werken. Ellen: “Onze professionals hebben vrijwilligers van die organisaties getraind, zodat ze Gezonde Taal binnen hun eigen taalgroepen kunnen gebruiken.”
Zelforganisaties
Om het gebruik van de lesbrieven nog verder de te vergroten, ging Taal Doet Meer samen met sleutelfiguren, buurtteams en sociaal makelaars op zoek naar groepen anderstaligen die al binnen zelforganisaties bij elkaar komen. Denk bijvoorbeeld aan een vrouwengroep in een buurthuis in Lunetten of een mannengroep in de bibliotheek. Ellen: “We bieden aan dat onze vrijwilligers tien keer bij zo’n groep langskomen om op een laagdrempelige manier over gezondheid in gesprek te gaan. Dat aanbod slaat bijna niemand af, want over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten. Vraag je ze daarentegen of ze naar taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Deze lesbrieven zijn daarom de ideale ingang om met anderstaligen in gesprek te raken. De stap naar taalles blijkt daarna een stuk makkelijker.”
“Vraag je of ze taalles willen, dan blijkt de drempel vaak te hoog. Maar over gezondheidsonderwerpen wil iedereen wel praten”
Goede voorbereiding
Omdat het taalniveau in deze groepen vaak laag is, is het belangrijk dat de vrijwilligers goed zijn voorbereid. Daar steekt Taal Doet Meer veel tijd in. Ellen: “De vrijwilligers volgen een workshop en de projectmedewerker en taalconsulent doen een uitgebreide intake. We bepalen per deelnemer het taalniveau en ondersteunen de vrijwilligers waar mogelijk. Dat is nodig, want sommigen hebben bijna wekelijks vragen over hoe ze het best met een situatie om kunnen gaan. Daarnaast hebben we in deze groepen niet altijd grip op aanwezigheid en participatie. We maken daarom duidelijke afspraken over verwachtingen, richting de deelnemers en de vrijwilligers.”
“Deelnemers bellen nu zelf naar de apotheek om medicijnen te bestellen”
Resultaten
Het resultaat van alle inzet mag er zijn. In 2018 waren er 146 mensen die via Taal Doet Meer meededen aan Gezonde Taal. Via andere organisaties bereikte ze 110 anderstaligen met de lesbrieven. Deelnemers geven aan dat ze meer zelfvertrouwen hebben, meer bewegen en zelf naar de apotheek bellen om medicijnen te bestellen. Daarnaast zetten in 2019 al 32 mensen die vanuit zelforganisaties met taal in contact kwamen, de stap naar taalcoaching van Taal Doet Meer. Ellen: “Een ontwikkeling waar we alleen maar enorm trots op kunnen zijn.”
Wil je meer informatie over de lesbrieven Gezonde Taal? Ga dan naar https://www.taaldoetmeer.nl/wat-doen-we/activiteiten-volwassenen/taal-gezondheid/. Organisaties buiten Utrecht kunnen terecht bij https://www.hetbegintmettaal.nl/gezonde-taal/.
Gezondheid en Geletterdheid
Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid
De aanpak Voel je goed! helpt met taal in Nijmegen
Hoe kunnen we laagopgeleide inwoners van Nijmegen die moeite hebben met taal en het verwerken van informatie, helpen bij het vergroten van hun gezondheidsvaardigheden? Die vraag stelden Lisanne Veraart en José Keetelaar zichzelf, als Taalcoördinator Rijk van Nijmegen bij Gemeente Nijmegen & Projectleider laaggeletterdheid & gezondheidsvaardigheden bij GGD Gelderland-Zuid. De aanpak Voel je goed! bood uitkomst. Samenwerkingen met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) maakten van het idee een succesvol initiatief.
Voel je goed! is een aanpak waarmee laaggeletterde volwassenen die willen werken aan gezond gewicht hun gezondheid kunnen verbeteren. Deelnemers gaan naar een diëtist voor eet- en beweegadviezen. Daarnaast volgen ze taalgerichte praktijklessen om informatie beter te leren begrijpen. Omdat Lisanne en José wisten dat veel Nijmegenaren daar baat bij zouden hebben, sloegen ze de handen ineen. Lisanne: “We organiseerden een bijeenkomst met belangrijke spelers uit ons netwerk. Iedereen zag de meerwaarde van Voel je goed! in. Helaas verliep het daarna minder snel dan wij wilden.” Dat kwam voornamelijk omdat ze zelf geen contact hadden met de doelgroep, waardoor ze afhankelijk waren van anderen. José: “Ieders agenda zat zo vol, dat ze geen tijd hadden voor nog een project erbij. Daar kwam bij dat we niet de financiële middelen hadden om hen te ondersteunen.” Gelukkig lieten de dames zich daardoor niet uit het veld slaan.
“Het zelfvertrouwen van deelnemers groeit zichtbaar”
Vrijwilligers en deelnemers werven
Bij de HAN wierven ze twee stagiaires Voeding en Diëtiek die de groep konden begeleiden. Het initiatief werd niet door iedereen goed ontvangen. Lisanne: “We kregen reacties als ‘ze missen levenservaring’ en ‘ze hebben geen idee waar de doelgroep doorheen gaat’. Maar wij hadden er zoveel vertrouwen in, dat we door hebben gezet.” De vrijwilligers waren dus een feit. Nu de deelnemers nog. José: “We hadden verwacht dat we via ons netwerk binnen de kortste keren een groep vol zouden hebben, maar dat viel tegen. Een van de redenen daarvoor was het aantal bijeenkomsten. Veel professionals dachten dat twintig lessen veel te veel was.” Gelukkig zijn er altijd meer wegen die naar Rome leiden. Lisanne: “We namen contact op met Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, omdat onze doelgroep zich daar ook bevindt. We werden met open armen ontvangen.”
Maatschappelijke betrokkenheid
Voel je goed! was voor het werkbedrijf een invulling van hun maatschappelijke betrokkenheid. Die kans grepen ze met beide handen aan. José: “Ze stelden een ruimte beschikbaar en lieten werknemers de lessen onder werktijd volgen. Binnen de kortste keren ontstond een wachtlijst van mensen die mee wilden doen.” De reacties van deelnemers op de lessen waren ontzettend positief. Lisanne: “Het zelfvertrouwen groeide zichtbaar. Ook maakten ze gezondere keuzes in de kantine en ontstond er sociale verbinding omdat ze in de pauzes samen buiten gingen wandelen.”
“Niemand wilde na twintig lessen stoppen”
Resultaten
Dat de lessen bij de eerste groep werden gegeven door stagiaires Voeding en Diëtiek bleek geen enkel probleem. Sterker nog: ze hadden inhoudelijk meer kennis dan welke vrijwilliger ook. En binnen twee lessen was de band tussen hen en de groep zo goed dat ze ook buiten de bijeenkomsten om contact hadden. En waren twintig lessen te veel? Lisanne: “Absoluut niet. Deelnemers wilden helemaal niet stoppen.”
Gezondheid en Geletterdheid
Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid.
Praktijkvoorbeeld: Samen met de JGZ op weg naar een geletterde generatie
Interview met Astrid Roest, Coördinator logopedie bij GGD Zaanstreek Waterland.
Begin 2018 kreeg de GGD Zaanstreek Waterland de vraag of ze mee wilde werken aan de pilot ‘Op weg naar een geletterde generatie’ van het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid, Stichting Lezen en Schrijven en Stichting Lezen. Met een lokale bevolking waarvan zo’n zestien procent laaggeletterd is, wist coördinator logopedie Astrid Roest direct dat ze deze kans moesten grijpen.
Binnen de pilot wordt onderzocht hoe vroegsignalering van laaggeletterdheid bij ouders en de aanpak van laaggeletterdheid bij ouders én kinderen ingebed kan worden in de werkwijze van de Jeugdgezondheid (JGZ). Om daar antwoord op te kunnen geven, stelden Astrid en de projectleider een projectteam samen waarin jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, pedagogen, logopedisten en een adviseur gezondheidsbevordering vertegenwoordigd waren. Astrid: “Om verandering te kunnen realiseren is het belangrijk dat je kennis uit het hele systeem benut en een breed draagvlak hebt.”
Ogen openen
De eerste uitdaging was professionals laten inzien dat ook zij laaggeletterden tegenover zich hebben. Astrid: “We ontdekten dat veel professionals ervan uitgaan dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn. Of ze vergeten dat iemand die geletterd van school komt laaggeletterd kan worden als hij nauwelijks meer leest of schrijft. Daarom boden we de e-learning van Taal voor het Leven aan. Eerst vrijblijvend en later verplicht. Ook maakten we op intranet een map over laaggeletterdheid aan, zodat de benodigde informatie op één plek vindbaar is voor collega’s.”
Scholing
Daarnaast was laaggeletterdheid onderdeel van vijf scholingen voor JGZ-professionals. De laatste sessie was een bijeenkomst met taalambassadeurs. Astrid: “Het persoonlijke verhaal van deze mensen maakte enorm veel indruk. Achteraf gezien hadden we hen er veel eerder in het traject bij moeten betrekken. Hun eerlijkheid opende bij iedereen de ogen: hier moeten we wat mee.”
“Veel professionals gaan ervan uit dat iemand met een mbo-niveau niet laaggeletterd kan zijn”
Tools
Door het taboe dat op laaggeletterdheid rust, vonden JGZ-professionals het wel lastig om het onderwerp tijdens gesprekken aan te kaarten. Om hen daarbij te ondersteunen, ontwikkelde het projectteam verschillende tools. Astrid: “We produceerden met input van ABC-taalambassadeurs het filmpje ‘Leer lezen en schrijven voor een mooie toekomst’ dat nu in veel JGZ-wachtkamers wordt vertoond. En we maakten een bureaulegger met aan de ene kant een ‘spiekbrief’ met vragen die de professional kan stellen en aan de andere kant een ‘praatpapier’ om met de ouder in gesprek te gaan.” Om te voorkomen dat laaggeletterde vaders en moeders hun verhaal meerdere keren moeten vertellen, werd een werkinstructie opgesteld waarmee in iemands digitale dossier kan worden vastgelegd of hij laaggeletterd is en op welke wijze hij voorlichting wil ontvangen.
“We hadden de taalambassadeurs veel eerder bij het traject moeten betrekken”
Resultaten
De activiteiten leveren zichtbaar resultaat op. “Door alle aandacht rondom laaggeletterdheid heeft de website van de GGD nu een voorleesfunctie, gaan we al onze schriftelijke communicatie aanpassen aan laaggeletterden en maken we meer gebruik van filmpjes van Stichting Opvoeden.nl, die ook heel geschikt zijn voor ouders die moeite hebben met lezen en schrijven. Ook hebben we afspraken met Taalhuizen gemaakt over hoe we vaders en moeders het beste kunnen doorverwijzen.” Astrid en haar team rest nog één uitdaging: alle ontwikkelingen borgen in de JGZ. “Aan onze passie voor het onderwerp en de doelgroep zal het niet liggen.”
Gezondheid en Geletterdheid
Samen met het netwerk zetten we volop in op aanpak van laaggeletterdheid
Gezondheidswinst behalen met behulp van matrixen
Alle gemeenten in Zuid-Holland Zuid werken met ondersteuning van de GGD aan de vierjaarlijkse nota publieke gezondheid.
Hierin leggen zij het beleid voor de periode 2020-2023 vast. Om de eerste stappen hiertoe te zetten heeft de GGD in de eerste helft van 2019 een advies met bouwstenen en een gezondheidswinstmodel ontwikkeld. Om de gemeenten nog beter te helpen te bepalen waarop zij gaan inzetten, heeft de GGD matrixen ontwikkeld.
Voor ieder thema en doelgroep is er een matrix met mogelijke ambitie voor de gemeente, met als uitgangspunt: inzetten op waar het meeste gezondheidspotentieel aanwezig is, omdat daar de meeste gezondheidswinst kan worden behaald.
In de matrix staan doelstellingen benoemd voor alle factoren die voor dit thema van invloed zijn op de gezondheid (determinanten), zoals sociale leefomgeving, armoede, schulden en leefstijl, en die bijdragen aan de gestelde ambitie. En ook wie welke actie kan oppakken, zoals de GGD, gemeente en maatschappelijke partners, en hoe de effectiviteit gemeten kan worden. Zo wordt een integrale aanpak opgebouwd, met een rol voor alle betrokken partijen.
Gezondheidswinstmodellen:
Gezondheidswinstmodel
Alcohol
Mentale gezondheid jeugd
Mentale gezondheid migratie
Ondervoeding ouderen
Overgewicht kwetsbare inwoners
Overgewicht
Overgewicht – rollen van de GGD bij overgewicht
Roken
Senior vriendelijke leefomgeving
Gezondheidsverschillen verkleinen door samenwerking
Stichting Lezen & Schrijven had een interview met Keete Voerman, projectleider Tiel aan de Gezonde Zijde.
In de wijken Tiel-West en Tiel-Oost zijn de gezondheidsverschillen tussen de inwoners groot. Dat komt onder andere omdat veel mensen – waaronder laaggeletterden – niet worden bereikt met bestaande (gezondheids)initiatieven. Het project Tiel aan de Gezonde Zijde bracht daar verandering in. De succesformule? Samenwerken met ambassadeurs uit de doelgroep.
In 2016 startten de GGD Gelderland-Zuid, de gemeente Tiel, het ROC Rivor en Mozaïek/Dynamiek het project Tiel aan de Gezonde Zijde. Maar vóórdat je met gezondheid aan de slag kunt, zijn er andere factoren belangrijk. Een daarvan is taal. Keete Voerman: “Als iemand geen Nederlands begrijpt, is het bijna onmogelijk om hem of haar informatie over gezondheid bij te brengen.”
Ambassadeurs uit de doelgroep
De focus van het project lag daarom in eerste instantie op het maken van verbinding tussen (taal)instanties en de doelgroep. Om dat te bewerkstelligen, zocht Tiel aan de Gezonde Zijde de samenwerking met ambassadeurs uit de doelgroep. Door contacten van Mozaïek/Dynamiek hielpen tien Nederlandse en buitenlandse vrouwen Keete vrijwillig bij het bereiken van zoveel mogelijk deelnemers. Keete: “Deze vrouwen hebben een enorm netwerk. Ze kennen iedereen in de wijk en appen voortdurend met elkaar.” Het bleek een gouden zet. “Als ik een taalles organiseerde, zorgden de ambassadeurs ervoor dat er mensen uit de doelgroep aanschoven. De drempel om mee te doen was voor hen zoveel kleiner nu iemand die ze al kenden en vertrouwden hen letterlijk bij de hand nam.”
“Als iemand geen Nederlands begrijpt, is het bijna onmogelijk om hem of haar informatie over gezondheid bij te brengen”
Ingewikkeld onderwerp
De inzet van de ambassadeurs betekende niet dat de professionals niets meer hoefden te doen. “Bij de start van het project hadden we nog de illusie dat ambassadeurs een soort gezondheidsexperts zouden worden. Dat is niet haalbaar, simpelweg omdat gezondheid een veel te ingewikkeld onderwerp is. Daar komt bij dat ambassadeurs aandacht, zorg en begeleiding nodig hebben. Ze kunnen niet zonder een vertrouwenspersoon bij wie ze altijd terechtkunnen met vragen, voor een luisterend oor en met praktische uitdagingen.”
“De ambassadeurs zijn het hart van het project”
Eigen talent
Wat ook niet vergeten mag worden, is dat ambassadeurs vaak veel hebben meegemaakt. Ze hebben zelf gezondheidsproblemen gehad of verkeerden voorheen financieel in zwaar weer. “Het is daarom belangrijk dat je deze prachtvrouwen aanspreekt op hun talent. De ene is een gastvrouw pur sang en laat iedereen zich welkom voelen, de andere heeft veel begrip voor andermans situatie en de derde denkt liever kritisch mee op het niveau van de wijk. Voor het project is het allemaal even waardevol.”
Resultaten
De aanpak van Tiel aan de Gezonde Zijde wierp zijn vruchten af. Tussen 2016 en 2019 volgden negentig deelnemers het traject Gezonde Taal en stroomden dertig ambassadeurs en taalcursisten door naar vervolgprojecten of betaald werk. Een geweldige opbrengst die grotendeels is te danken aan de taalambassadeurs en het met elkaar in contact brengen van formele en informele netwerken. Keete: “Ik noem de ambassadeurs niet voor niets het ‘hart van het project’.”
Taal is niet het enige onderdeel waar Tiel aan de Gezonde Zijde zich op heeft gefocust. Er is ook met kinderen gekookt, er zijn workshops over opvoeden gegeven, er zijn rondkomdagen georganiseerd en er zijn beweeglessen gegeven. Kijk voor meer informatie op https://www.fnozorgvoorkansen.nl/project/tiel-aan-de-ge-zon-de-zijde/
Gezondheid en Geletterdheid
Welke gevolgen heeft het als mensen moeite hebben met lezen en/of schrijven?
Gezondere leefstijl deelnemers Voel je Goed!
Vergeleken met hoogopgeleiden leven laagopgeleiden ruim zes jaar korter en bijna negentien jaar in minder goed ervaren gezondheid. Bepalend voor deze verschillen zijn gezondheidsvaardigheden: het kunnen vinden, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatie bij het nemen van beslissingen die met je gezondheid te maken hebben.
Gecombineerde aanpak
Voel je goed! is een doelgerichte aanpak van 20 weken om de gezondheid en leefstijl van laaggeletterde volwassenen met overgewicht te verbeteren door eet- en beweegadviezen te combineren met groepslessen gezondheidsvaardigheden.
Deelnemers aan het woord
Alles is Gezondheid sprak drie deelnemers die met Voel je goed! aan de slag zijn gegaan. Mala, Harry en Christel vertellen hoe ze ‘anders leven’ om gezonder te worden en blijven.
Mala: “Als je je goed voelt en minder weegt heb je meer zin om van alles te doen.”
Goede resultaten
De aanpak heeft inmiddels de eerste successen geboekt. De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn dat de deelnemers:
- gemiddeld 2,8 kg zijn afgevallen;
- in Body Mass Index (gemiddeld verschil 1,1 kg/m2) zijn gedaald;
- een smallere tailleomvang (gemiddeld -3,6 cm) hebben;
- een verbeterde algemene gezondheid ervaren;
- meer fruit eten;
- verbeterde gezondheidsvaardigheden ervaren;
- ervaren dat ze beter kunnen opschrijven wat ze bedoelen.
Grijs, Groen & Gelukkig
Grijs, Groen & Gelukkig laat zien dat de natuur als zorginterventie werkt en wil hiermee een revolutie ontketenen binnen de ouderenzorg. IVN kan via dit project, met ondersteuning van de Nationale Postcode Loterij, tienduizend ouderen een gelukkige oude dag bezorgen.
Grijs, groen en gelukkig draagt in drie jaar bij aan het vergroenen van 100 zorgcentra, waarmee 10.000 ouderen in contact komen met de natuur. Op die manier kunnen ze zelf de voordelen van de natuur ervaren en hun welzijn verhogen. Ook medewerkers van de zorgcentra hebben er profijt van. Ze zijn bijvoorbeeld meer tevreden en hebben minder stress.
Met een gevarieerde natuurbelevingsactiviteiten en samenwerking met omwonenden, zorgprofessionals, en mantelzorgers komen mensen weer in contact met de natuur en vergroten daarmee hun welzijn.
Meer weten?
Het programma kent veel voorbeelden, partners en mogelijkheden.
Alles over Grijs, Groen & GelukkigOnderzoek
IVN ondersteunt onderzoek naar de impact van groen en deelt kennis en inzichten.
Samenwerken
Binnen Grijs Groen & Gelukkig van IVN zijn veel vormen van samenwerking mogelijk.
Spinnenweb: positieve gezondheid en groen
Bij het concept Positieve Gezondheid ligt de nadruk niet op ziekte, maar op de mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt. Onze partner ‘Beter in het Groen’ heeft de zes dimensies van het concept gekoppeld aan groen, waardoor de effecten van buiten zijn en de natuur goed zichtbaar worden.
- Lichaamsfuncties: zoals je gezond voelen, bewegen, fitheid.
- Mentaal welbevinden: zoals vrolijk zijn, concentreren, omgaan met verandering, jezelf accepteren.
- Zingeving: zoals zinvol leven, levenslust, blijven leren.
- Kwaliteit van leven: zoals genieten, lekker in je vel zitten, balans.
- Meedoen: zoals sociale contacten, erbij horen, samen leuke dingen doen.
- Dagelijks functioneren: zoals zorgen voor jezelf, kennis van gezondheid, kunnen werken.
Video's en praktijkverhalen
Bekijk de effecten van buiten zijn en de natuur op de zes gezondheidsdimensies van Positieve Gezondheid.
Op de Beterinhetgroen-zoeker vind je begeleid aanbod in een groene leefomgeving dat effect kan hebben op alle zes dimensies van positieve gezondheid.
Positieve Gezondheid
Weten hoe je de brede kijk op gezondheid kunt toepassen in je dagelijkse leven?