Terug

Voel je Goed! in de praktijk

20 november 2018

Voel je goed! is een programma gericht op het duurzaam verbeteren van de gezondheid van laaggeletterde mensen met overgewicht. Stichting Lezen & Schijven heeft deze integrale aanpak met een groot aantal partners opgezet.

Voel je goed! is vernieuwend in de combinatie van eet- en beweegadviezen van een diëtist met praktijkgerichte groepslessen van vrijwilligers. Deelnemers leren informatie beter begrijpen en toepassen in hun dagelijks leven. Marieke Wiebing, projectleider Stichting Lezen & Schrijven en initiatiefnemer Voel je goed!: “Cruciaal, want mensen die moeite hebben met het begrijpen van informatie, lopen een groter risico op een slechtere gezondheid. Ze hebben een grotere kans eerder dan gemiddeld te sterven.”

Deelnemer Erma Finies: “Ik hoef dank- zij Voel je goed! niet aan de medicijnen voor diabetes.”

Integrale opzet

De pilot loopt van januari 2016 tot 1 juli 2019 in Hengelo, Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam, Emmen en Hoogeveen. Bij het programma zijn veel partijen betrokken. De lesmaterialen zijn ontwikkeld met onderwijskundigen, het Voedingscentrum, Kenniscentrum Sport, de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, diëtisten en met laaggeletterden die ervaring hebben met afvallen. Ook financieel wordt samengewerkt. Naast subsidie van FNO, dragen verzekeraar Achmea, supermarktketen Lidl, Fonds Taal maakt gezonder, Ipskamp Printing en Stichting Lezen & Schrijven zelf bij aan de kosten van Voel je goed!.

Resultaten

Via wetenschappelijk onderzoek kijken we naar verschillen in gewicht, ervaren gezondheid, gezondheidsvaardigheden, eet- en beweeggedrag en determinanten van deze gedragingen bij de deelnemers. Tot slot zetten we de kosten en baten van Voel je goed! op een rij en al tijdens het traject werven we nieuwe partners. Bekijk de resultaten.

Obstakels overwinnen

Laaggeletterden met overgewicht zijn dubbel kwetsbaar en moeilijk bereikbaar. Daarom heeft Stichting Lezen & Schrijven behalve via de diëtisten ook via welzijnswerkers en klantmanagers binnen welzijn, werk en onderwijs geworven. Wiebing: “Als het nodig is gaan we naar de doelgroep toe. We zorgen bijvoorbeeld voor voorlichting en een vrijblijvende opstap-les in een buurthuis. We zien dat de animo er wel degelijk is. Het lijkt omslachtig, maar het gaat om mensen die problemen kunnen hebben om naar de diëtist te gaan of telefonisch onderzoeksvragen te beantwoorden.”

Contact

Meer weten? Neem contact op met Marieke Wiebing van Stichting lezen & Schrijven via marieke@lezenenschrijven.nl of 070 3022660

Meer weten?

Heb je belangstelling voor deze integrale aanpak?

Video

De integrale aanpak van alle kanten belicht.

Infographic

Bekijk de infographic. Voel je Goed! in het kort.

Terug

Leerwerkplaats Jubbega biedt kansen

12 oktober 2018

De economie in Nederland draait goed, maar niet iedereen doet mee. Met name laagopgeleide, niet gekwalificeerde jongeren (ca. 160.000!) beschikken niet over de 21-eeuwse vaardigheden om duurzaam te participeren op de arbeidsmarkt. Oorzaken liggen vaak in een combinatie van sociaal-maatschappelijke problemen waardoor deze jongeren geen aansluiting met de arbeidsmarkt hebben.

Met name voor jongeren en laaggeletterden, veelal zonder startkwalificatie is de  afstand tot de arbeidsmarkt groot. Zij lopen daarmee een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, financiële problemen en langdurige werkloosheid. Onze partner Staatsbosbeheer, drie Friese gemeenten en het Nordwin College hebben daarom de handen in één geslagen. Het doel: werken in het groen, leren én een diploma halen. Dat is de kern van Leerwerkplaats Jubbega.

“De leerwerkplaats vult een leegte op waarvoor de maatschappij geen oplossing heeft”, aldus Dennis Benedictus, teamleider Staatsbosbeheer.

Een uitgelezen kans

Praktijkleerplaats Jubbega biedt de jongeren een toekomstperspectief. Elk jaar krijgen 15 deelnemers de kans om hun vaardigheden zo te ontwikkelen, dat deze aansluiten op de arbeidsmarkt. Er is niet alleen aandacht voor hun houding en gedrag, maar ook voor lezen en rekenen aan de hand van de praktijk. Juist deze koppeling met de praktijk maakt het leren toegankelijk.

Award voor best practice

Niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor de aangesloten partijen biedt Jubbega toekomstperspectief. Gemeenten investeren in de toekomst van bewoners waardoor blijvend uitval wordt voorkomen. Lokale ondernemers kunnen gericht opgeleid personeel aantrekken. En Staatsbosbeheer kan met behulp van deze jongeren de natuur nog beter beheren. Genoeg redenen de RBB-Award 2018 in de wacht te slepen: de prijs voor het meest actuele en originele project in de publieke sector.

Bekijk de website van Staatsbosbeheer voor nog meer inspirerende praktijkverhalen van de deelnemers van Leerwerkplaats Jubbega.

Beeldverhaal

Nieuwsgierig naar de verhalen? In dit beeldverhaal leer je een aantal deelnemers beter kennen!

Maatschappelijke rol

Staatsbosbeheer speelt op verschillende gebieden een maatschappelijke rol en werkt samen met veel partners.

Terug

Gezond Gesprek met Bert van Boggelen: inclusief werkgeverschap

11 september 2018

Bert van Boggelen, oud bestuurder-directeur CNV Vakcentrale, bouwt sinds 2011 als kwartiermaker van De Normaalste Zaak aan een netwerk van werkgevers die gemotiveerd zijn om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Mensen die meedoen in de samenleving zijn vaak gelukkiger, gezonder en hebben meer zelfvertrouwen. Tijd dus voor een gezond gesprek.

De tijd is volgens jou rijp om mensen met kwetsbare posities op te nemen in de arbeidsmarkt, wat zijn de signalen, hoe zie je die groei?

‘De groei komt van twee kanten. In Amerika zie je dat duidelijk: ondernemers snappen dat een deel van hun klanten bestaat uit mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een arbeidsbeperking. Het business model achter inclusie is daar aanwezig.

Hier in Nederland groeit dat besef ook. Bijvoorbeeld bij Microsoft hadden ze een helpdesk waar alleen maar studenten inzaten, witte studenten. Ze kwamen erachter dat zij heel veel gebeld werden door mensen met een andere culturele achtergrond of een bijvoorbeeld licht verstandelijke beperking en toen dachten ze: we kunnen veel beter helpen als wij meer diversiteit in ons team brengen.

Ook een goed voorbeeld is de supermarkt, waar ze merken dat als ze in het filiaal een aantal jongeren met beperking laten werken, dat de buurt dat waardeert. Daar creëer je loyaliteit mee. We komen er ook achter dat op het moment dat je mensen met een arbeidsbeperking in je bedrijf opneemt, dat dan het ziekteverzuim daalt. Zeker als mensen met een fysieke arbeidsbeperking zichtbaar zijn, dan denken mensen die niks hebben waarom zou ik piepen als ik een snotneus heb?

En de andere kant is de beweging dat we de verzorgingsstaat wat aan het afbouwen zijn. Het afschaffen van de wayong bijvoorbeeld wat het vorige kabinet heeft gedaan voor een belangrijk deel, dat activeert mensen. Je kunt niet zomaar meer die uitkering krijgen.

Naast regulering, gaat het ook om overtuiging. We willen het anders doen, is jouw overtuiging die ik van harte deel. Hoe merk je dat mensen het anders willen doen?

‘Ja, ik zie het bijvoorbeeld bij ouders. Daar zie je steeds meer de overtuiging groeien van mijn kind is geen patiënt of iemand die constant verzorgd moet worden, nee hij kan ook wat. Er zit in iedereen een talent en dat talent gaan we ontwikkelen. Die overtuiging zie ik groeien, zowel aan de kant van de werkgevers, als aan de kant van de mensen met een arbeidsbeperking. Iedereen kan iets bijdragen. Dat is het grote verschil met de zorg, die is toch gericht op de beperking, aandoening, mensen worden zo ongeveer hun aandoening, maar de werkgever is niet zo geïnteresseerd in die aandoening, die zegt, wat kunnen we samen doen? Waar kunnen we succesvol in zijn?

Je ziet mensen opbloeien die langdurig in allerlei zorgtrajecten hebben gezeten en bij een goeie werkgever terecht komen, ze krijgen zelfvertrouwen en afhangende schouders gaan weer rechtop staan. De positieve gezondheidsbeweging zegt hetzelfde. En bijvoorbeeld IPS uit Amerika is overgewaaid, de begeleiding van mensen met psychische aandoeningen, richt zich ook op doelen van mensen. Wat wil je graag? Opleiding of werk, wat ga je doen?

We zien altijd veel mooie voorbeelden in het land. Welke voorbeelden van voorlopers zie jij?

‘Ik heb heel veel voorbeelden, maar onze supermarkten, Albert Heijn voorop, doen het heel goed. En bij ABN Amro, waar ze bijna geen recepties meer in kantoren hebben, werken ze nu met een warm ‘welkom medewerker’, vaak iemand met een beperking. Dan merk je dat klanten dat in hele hoge mate waarderen. We zien dat het besef groeit, dat iedereen ontwikkelbaar is, dat verstandelijke beperkingen of autisme geen statisch iets is. De ontwikkelbaarheid van mensen komt steeds hoger op de agenda te staan.’

Hoe zit dat bij het mkb, zie je daar een vergelijkbare ontwikkeling?

‘Daar werken ze van nature al makkelijker met kwetsbare mensen. Er is een grotere binding met de omgeving, de regio. Ze zijn vergeleken met een multinational, ook makkelijker aanspreekbaar, zonder lange besluitvormingstrajecten. Je ziet wel dat bij het mkb een hogere gevoeligheid ligt voor uitval. Ze zijn kwetsbaarder. Maar bij bijvoorbeeld een HEMA-franchiser in zuid Holland, die laat zijn filialen voor 30 a 40 procent runnen door mensen met een arbeidsbeperking. Hij zegt: Ik heb de meest strak opgeruimde filialen van het land. Mijn mensen zijn aanspreekbaar en enthousiast.’

Je brengt werkgevers samen om oplossingen te bedenken en delen op dit thema, wat levert dat op?

Twee dingen. Een zit aan de kant van de inspiratie. Bijvoorbeeld een ingenieursbureau waar een aantal mensen met autisme aan het werk zijn. Een werkgever met compassie met mensen, die organiseert dat perfect. Als ze hun verhaal vertellen dan brengt dat bij andere werkgevers iets teweeg. Zij willen dat ook. Dat werkt.

Werkgevers hebben elkaar iets te bieden, dat is ook iets zakelijks. We hebben binnen de Normaalste zaak social firms, bijvoorbeeld Specialisterren, een bedrijf dat softwaretesten doen met autisten, die hebben belang bij contacten met bedrijven. Er worden verbindingen gelegd. Zorg en het bedrijfsleven, twee gescheiden werelden die veel van elkaar kunnen leren, gaan samenwerkingen aan om talent te ontwikkelen. Heilige boontjes en de Sign Language Coffee bar, waar in samenwerking met CTalents alleen doven en slechthorenden werken zijn hier mooie voorbeelden van.

We werken beiden in en aan netwerken. Waar zie je kansen die in dit gesprek nog benoemd moeten worden?

Het over en weer van elkaar leren is heel belangrijk. Zorg en Arbeid zijn veelal gescheiden domeinen, terwijl daar over en weer veel kansen liggen. Door blijven werken aan die verbinding is iets waar we elkaar ook kunnen versterken, zodat de behoefte van mensen centraal staat.

Meer weten over inclusief werken?

Neem contact op met Piet Vessies of De Normaalste Zaak.

Praktijkvoorbeeld

Klik hier voor meer inspirerende praktijkvoorbeelden van inclusief werkgeverschap.

Terug

The Model’s Health Pledge: voor een gezonde werkomgeving in de mode

3 augustus 2018

In 2016 ondertekenden twintig vooraanstaande partijen in de modebranche een ambitieuze pledge van Alles is Gezondheid om de gezondheid van Nederlandse modellen te waarborgen en verbeteren. Met de lancering van een online platform en meldpunt, en een doorlopende aanwas van nieuwe partners, maakt initiatief The Model’s Health Pledge zich hard voor gezonde modellen in de modebranche. Een mooi voorbeeld voor andere branches en beroepsgroepen met gezondheidsrisico’s.

Marvy Rieder maakt direct duidelijk wat ze in de modebranche wil bereiken: “Modellen moeten vanaf het begin van hun carrière goed begeleid worden. Op alle fronten van het vak: met hun lichamelijke gesteldheid, goede voeding en voldoende rust, maar ook bij het runnen van je eigen bedrijf, geestelijke gezondheid en de omgang met modellenbureaus. Als je als model letterlijk en figuurlijk lekker in je vel zit, haal je het beste uit jezelf.” Niet voor niets luidt het credo van The Model’s Health Pledge: zonder goede gezondheid, geen schoonheid.

“Zonder goede gezondheid, geen schoonheid.”

Sterk in je schoenen

Het streven naar een gezonde werkomgeving in de modebranche is echter niet vanzelfsprekend. Rieder: “Niet eens zo heel lang geleden was het ‘dun, dunner, dunst’ wat de klok sloeg. Vaak waren bepaalde maten vereist. Zeker als aspirant model moet je sterk in je schoenen staan om niet mee te gaan in deze teneur. Zelfvertrouwen is daarbij heel belangrijk. Net als een gevoel van bescherming, goede begeleiding en het hebben van praktische kennis over een gezonde uitoefening van je vak. Dat bewustzijn ontbreekt nogal eens. Dat is precies het gat waar we met onze pledge in springen.”

Belofte

Volgens Marvy Rieder ligt er een grote verantwoordelijkheid bij agentschappen, ontwerpers en de media in het neerzetten van een gezond modebeeld en het creëren van goede werkomstandigheden. “Het werkt het beste als de branche zélf het goede voorbeeld geeft in plaats van het opleggen van regels. Daarmee zetten we wereldwijd de toon.”

Rieder: “Met Alles is gezondheid zijn we erin geslaagd een mooie belofte te formuleren die aanspreekt in de branche. Na de eerste lichting ondertekenaars groeide het netwerk het afgelopen jaar flink door. Inmiddels hebben zich meer dan vijftig partijen aangesloten bij The Model’s Health Pledge.” Deze ondertekenaars komen niet alleen uit de modebranche, maar hebben ook expertise op het gebied van media, bedrijfsvoering en juridische aspecten. Naast de fysieke gezondheid is er ook aandacht voor de mentale en financiële gezondheid van modellen.

Meldpunt

Belangrijk hoogtepunt in 2017 is de lancering van een online platform en meldpunt voor misstanden. Met dit meldpunt wil The Model’s Health Pledge misstanden rondom een gezonde werkomgeving in de mode-industrie inzichtelijk maken en  verhelpen. “In Nederland hebben we afgesproken dat je iemand mag aanspreken op gedrag, wanneer diegene de pledge heeft ondertekend. Dat mag je bij ons anoniem doen. Meldingen over pledge-ondertekenaars worden in dialoog met betrokkenen in behandeling genomen. We werken met een vertrouwenspersoon die via mediation een oplossing probeert te vinden,” vertelt Rieder. De uitkomsten en een overzicht van alle meldingen zijn te vinden in het jaarverslag van The Model’s Health Pledge.

Online platform

Naast het meldpunt kunnen modellen ook inspiratie opdoen op het online platform. Op www.themodelshealthpledge.nl kunnen (aankomende) modellen en modeprofessionals de pledge lezen, het netwerk bekijken en leren van persoonlijke verhalen van branchegenoten. Bezoekers vinden er informatie, tips en advies op het gebied van gezondheid en een goede, stimulerende werkomgeving.

The Model's Health Pledge

Lees meer op de website van The Model’s Health Pledge.

Pledge

Met de pledge van Alles is Gezondheid streven de ondertekenaars naar een zo gezond mogelijke werkomgeving voor modeprofessionals.

Video RTL

Het initiatief is niet onopgemerkt gebleven in de pers. In een uitzending van RTL Boulevard ondertekende Nikkie Plessen de pledge.

Jaarrapport

Op 6 september 2018 is het jaarrapport gepubliceerd. Met o.a. onderzoeksresultaten onder 300 modellen over hun gezondheid.

Kamervragen

Kamervragen werden gesteld nav berichtgeving dat de gezondheid van modellen ver onder de maat is. Staatssecretaris Blokhuis, reageerde hier op.

Terug

300 partijen in de doe-stand in de bestrijding van laaggeletterdheid

25 juli 2018

Hoe kunnen we de komende jaren laaggeletterdheid voorkomen en terugdringen? Deze vraag stond centraal tijdens drie Dialoogdagen Aanpak Laaggeletterdheid 2020+, georganiseerd door de ministeries van OCW, VWS, SZW en BZK en de Vereniging van Gemeenten (VNG). Met in totaal 300 verschillende partijen is nagedacht over een nieuwe meerjarige aanpak voor een geletterd en digitaalvaardig Nederland. Deze interactieve dagen werden geleid door dagvoorzitter Hans Christiaanse van Alles is Gezondheid.

Om de in totaal 2,5 miljoen mensen in ons land te helpen, die moeite hebben met de Nederlandse taal, loopt sinds drie jaar het programma Tel Mee Met Taal. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij sneller naar een taalcursus komen? Hoe krijgen we kinderen op school weer meer aan het lezen? Hoe zorgen we ervoor dat ze ook via de computer hun zaken kunnen regelen? Zoals het maken van een afspraak met de huisarts? Volgend jaar loopt het programma af. Toch moeten we verder om deze groep te helpen met lezen, schrijven, rekenen en/of werken met computers.

Ambitieuze vervolgaanpak

Daarom hebben de ministeries van BZK, OCW, SZW, VWS, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in juni en juli dit jaar Dialoogdagen georganiseerd. In Den Haag, Almere en Den Bosch kwamen organisaties uit het hele land bij elkaar. Het ging om onder andere wethouders, artsen, taalcoaches, bibliotheekmedewerkers, beleidsmedewerkers, onderzoekers en mensen die zelf moeite hebben met lezen en schrijven.

Samen spraken zij over hoe het straks verder moet als het programma Tel Mee Met Taal is afgelopen. Tijdens de Dialoogdagen is de basis gelegd voor een ambitieuze vervolgaanpak van laaggeletterdheid, leesbevordering en digitale inclusie. Er werd stil gestaan bij de vragen: Waar staan we nu? Wat moet er nog gebeuren? Welke uitdagingen liggen er nog? En hoe kunnen we die het beste aanpakken? Over deze en andere vragen is van gedachten gewisseld met iedereen die hier direct mee te maken heeft. Want samen weten we meer.

Dialoogdagen in beeld

Bekijk hieronder de video’s en visuele verslagen om een indruk te krijgen van de zeer geslaagde bijeenkomsten. Klik op de afbeelding om de visual te vergroten.

Dialoogdag in Den Haag (19 juni 2018)


Dialoogdag in Den Bosch (28 juni 2018)


Dialoogdag in Almere op 4 juli 2018


Tel Mee Met Taal

Tel mee met Taal geeft een extra impuls aan het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid.

Factsheet dialoogdagen

Benieuwd naar de opbrengst van de Dialoogdagen? Lees de factsheet en interviews.

Terug

Gezamenlijk de ladder op voor chronisch zieke werknemers

21 juni 2018

Het komt vaak voor dat werknemers die een chronische aandoening krijgen (onnodig) langdurig thuis zitten. Hoe krijgen we het voor elkaar dat we medewerkers die een chronische aandoening krijgen aan het werk kunnen houden?

Met circa 25 afgevaardigden van uiteenlopende organisaties, waaronder Alles is gezondheid…, kwamen we aan de hand van Tiggelaars model ‘De Ladder’ tot het volgende doel: ‘Onze medewerkers die een chronische aandoening hebben of krijgen aan het werk houden’. Met daarbij oog voor mogelijkheden buiten de eigen organisatie. Ook over het gedrag en de support die nodig zijn dit doel te bereiken is gezamenlijk nagedacht.

Fit for Work is een programma van Centrum Werk Gezondheid; een van de organisaties waarmee we een good workathon organiseerden met als wicked problem: Hoe maken we van mensen waarvan de arbeidsmarkt afstand heeft genomen onze best werkenden? Tijdens een van de workshops die Ben Tiggelaar op ons congres verzorgde, ontstond het idee samen een sessie te organiseren vanuit Fit for Work om dieper in te gaan op mogelijkheden voor werkbehoud van mensen met een chronische aandoening.

Meer informatie?
Neem contact op met Piet Vessies of Paul Baart.

Piet Vessies – Account Werk
piet.vessies@allesisgezondheid.nl

Paul Baart – directeur Commissie Werk Gezondheid
p.baart@centrumwerkgezondheid.nl

Fit for work

Samen met partners zet Fit for Work zich in voor werkbehoud bij een chronische aandoening.

Verslag werksessie

Benieuwd naar de werksessie met Ben Tiggelaar?

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel II)

20 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 2 van de reportage van het belevingsbezoek.

Naast het starten van een buurtinitiatief, zijn er ook andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven. Estella Franssen vertelt over de voedselcoöperaties, een initiatief van de Ulebelt, om consumenten te verbinden met boeren uit de buurt. Mireille Groot Koerkamp van een voedselcoöperatie uit Broekland gaat met de deelnemers van het belevingsbezoek in op de vraag hoe je zo’n initiatief opzet.

Duurzaam eten = gezond eten

Duurzaam eten is gezond eten. Dat blijkt wel uit onderzoek naar de Blue Zones – plaatsen in de wereld waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan in de rest van de wereld. “In de Blue Zones wordt voedsel meestal lokaal, plantaardig en zelf gemaakt, zonder mechanische en chemische hulpmiddelen. Er blijkt een link te zijn tussen duurzaam eten en gezond leven,” vertelt Estella Franssen.

Winstmaximalisatie

Naast gezondheid, gaat duurzaam voedsel ook gepaard met andere aspecten. Denk aan: energieverbruik van transport, energieverbruik van producten, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, teeltwijzen en – ‘last but not least’ – grip op de markt en machtsverdeling.

“Door dit laatste aspect, is voeding uit het reguliere voedselsysteem gericht op winstmaximalisatie. Als je een product in de supermarkt koopt, gaat maar 6 tot 11 cent van iedere euro naar de boer. De kosten worden hoger, maar de opbrengsten voor de boer zijn nog hetzelfde als dertig jaar geleden. Hierdoor wordt hij/zij gedwongen in de richting van massaproductie. Dit betekent meer mechanisering en meer gebruik van chemische middelen. Een negatieve ontwikkeling voor de boer én voor het voedsel.”

Rechtstreeks inkopen bij de boer

Om dit tegen te gaan, kun je rechtstreeks inkopen doen bij de boer. Dit klinkt leuk en duurzaam, maar het is ook best veel gedoe om elke week bij alle boerderijen boodschappen te doen.

“De voedselcoöperatie is een ‘simpele’ oplossing,” aldus Estella. “Start een coöperatie en doe om de beurt de boodschappen. Bestellingen, logistiek en distributie regel je binnen een coöperatie onderling.” Het resultaat: heerlijk eten voor de laagst mogelijke prijs en toch eerlijk inkomen voor de boer.

Sallandse Voedselcoöperatie

Hoe dat werkt, vertelt Mireille Groot Koerkamp van de voedselcoöperatie in Broekland. “Wat ik mooi vind van de voedselcoöperaties, is dat het begint vanuit de vraag van consumenten, niet vanuit het aanbod. Wij riepen iedereen in de omgeving Broekland op om aan te sluiten bij de coöperatie. Tijdens de eerste meeting deden al tien mensen mee.”

Volgens Mireille hoeft de aanpak niet ingewikkeld te zijn. “In tegenstelling tot heel veel andere initiatieven om de voedselketen te verkorten, zijn er voor de voedselcoöperatie nauwelijks opstartkosten. Je kan dit gewoon gaan doen. Bij onze coöperatie waren wij er na twee vergaderingen al uit: we willen allemaal gezond eten, door duurzame boeren, dichtbij huis.”

De leden van de coöperatie zochten uit welke boeren duurzaam en rechtstreeks leveren, waar zij leveren en hoe zij leveren. Inmiddels voorziet de coöperatie zichzelf van fruit, groenten, vlees en eieren.

Ook in de Randstad

De Broeklandse voedselcoöperatie ging dus snel van start: bewoners in het dorp sloten zich aan en boeren in de buurt werkten graag mee aan het initiatief. Maar is een dergelijke coöperatie ook mogelijk in de Randstad? Volgens Estella kan dit zeker. “We hebben gekeken naar operationele processen van soortgelijke initiatieven elders in het land. Uit dit onderzoek bleek één belangrijke factor bepalend te zijn voor succesvolle coöperaties: sociale cohesie. Een hecht netwerk  is essentieel voor de start van een voedselcoöperatie.”

Volgens Estella kan je het best aansluiten bij bestaande sociale groepen, zoals werk of sport. Daarnaast groeit het aantal duurzame initiatieven waaraan je je kan verbinden. “Er ontstaan steeds meer initiatieven in de stad, zoals stadsmoestuinen, energiecoöperaties of buurtcompostwerven. Hierdoor wordt het steeds gemakkelijker om een netwerk op te bouwen voor een voedselcoöperatie.”

In eigen buurt

Met stichting De Ulebelt helpt Estella consumenten op weg bij het opzetten van een voedselcoöperatie. “Het is niet ons doel om van heel Nederland een voedselcoöperatie te maken, maar we willen wél dat iedereen in zijn eigen buurt hierover kan zien, horen en proeven.” Volgens Estella begint het dan ook bij bewustwording. “Als bewoners op de hoogte zijn van voedselcoöperaties in de buurt sluiten zij zich hier sneller bij aan. Belangrijk is dat de jonge generatie van begin af aan hierin wordt meegenomen. Op deze manier groeien we hopelijk van kleine duurzame niches naar een algehele Blue Zone in Nederland.”

Deel I

Lees deel 1 van dit praktijkverhaal. Over hoe een groep vrienden uit Deventer gemeenschappelijke zorgen over klimaat en gezondheid ondervangt met ‘earthships’.

Voedselcoöperatie Broekland

Begin 2017 zijn zo’n 10 Broeklanders van start gegaan met voedselcoöperatie ‘de Autark’. Zij wil haar voedsel zoveel mogelijk uit de buurt halen, direct van de boer.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel I)

19 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 1 van de reportage van het belevingsbezoek.

… een groep vrienden uit Deventer. Met elkaar deelden zij een gemeenschappelijke zorg: de fossiele brandstoffen raken op, het  aantal grondstoffen is eindig en er zwerft ontzettend veel afval rond. Een negatieve ontwikkeling voor klimaat en gezondheid. Dat moet anders, dacht de groep. Ze lieten zich inspireren door een Amerikaans voorbeeld, wat dit alles ondervangt: ‘earthships’.

Wat als je in Nederland een soortgelijke woonwijk bouwt van zoveel mogelijk afvalmateriaal, dat zelfvoorzienend is en waarbij je zo min mogelijk brandstoffen verbruikt? Een droom was geboren.

Belevingsbezoek 5 juni 2018

Nu ruim 10 jaar later zijn we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij Vereniging Aardehuis in Olst. En we zijn niet de enigen, 7000 bezoekers gingen ons al voor. Estella Franssen, bewoner van Vereniging Aardehuis en projectmanager bij De Ulebelt (centrum voor natuur- en milieueducatie voor diverse burger-, buurt-, en wijkbewegingen in Oost-Nederland), vertelt wat er allemaal nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Een terugblik op deze dag.

Earthships

Een grote inspiratiebron voor het project was Michael Reynolds. In de jaren ‘60 bedacht hij een duurzaam concept: Eartships. Een earthship is een ‘aardehuis’, oftewel een gebouw gemaakt van afgedankte autobanden, volgestampt met aarde. Dit was de basis waarop het initiatief in Nederland is gevormd.

Met elkaar klopten zij aan bij gemeente Deventer. De gemeente verzocht hen over een jaar terug te komen. “Er was nog een hoop uit te zoeken. Denk aan vragen als: waar wordt de grond gekocht, hoe ver willen we wonen van Deventer, wie regelt de vergunningen, welke bouwmaterialen zijn geschikt, hoe zit het met de opwek van elektriciteit en met de toevoer van water?” Om antwoord te vinden op deze vragen, deden de vrienden inspiratie op bij earthships elders in Europa.

Huwelijksaanzoek

De antwoorden waren er, maar de wensen van gemeente Deventer en de vriendengroep lagen niet op één lijn. Gelukkig belde gemeente Olst-Wijhe met een mooie mededeling: ‘wij hebben plek’. “Dit was een prachtig huwelijksaanzoek”, vertelt Estella. “Daarvoor hadden we nooit contact met hen gehad, maar een wethouder had over ons idee gehoord en was geïnteresseerd. Bovendien stond duurzaamheid hoog in het vaandel bij de gemeente.”

Sindsdien zetten beide partijen in op een intensieve samenwerking. “Het is een kleine, informele gemeente met een platte organisatiestructuur. Door de korte lijntjes verliep de communicatie soepel. Dat resulteerde in 1,3 hectare grond in 2011. In de zomer van 2012 startte de bouw en in december 2014 waren alle woningen gebouwd.”

Van bouwplaats naar woonwijk

Hoewel het bouwproces relatief snel verliep, ging de totstandkoming niet zonder slag of stoot. “Het vraagt ontzettend veel van de bewoners. Als een groep amateurs hebben we een compleet bouwbedrijf opgezet. We bouwden 7 dagen per week, waarbij iedereen minstens één dag per week meewerkte. En dat terwijl we allemaal een eigen huis, gezin en baan hadden. Achter het bureau op het werk konden we eigenlijk pas even ‘uitrusten’.”

In het voortraject zijn er veel wisselingen geweest in de groep. “We startten met twintig huishoudens en uiteindelijk zijn van die groep drie bewoners hier daadwerkelijk gaan wonen.” Estella vertelt dat ze zich dan ook pas na drie maanden ‘mocht’ hechten aan iemand. “De derde maand bleek een beslissend moment voor de bewoners: zetten zij door of niet. Door factoren als geld en tijd haakten velen af.”

Volgens Estella zijn flexibiliteit en commitment dé essentiële factoren voor een buurtinitiatief. “Besef dat het beginbeeld kan afwijken van het eindproduct. Latere instappers hadden dan ook een veel realistischer beeld van de definitieve woonwijk dan de starters. Daarnaast vereist een buurtinitiatief volledige betrokkenheid en investering in tijd. We werden niet betaald in euro’s, maar betaald in een nieuw huis.”

Verbondenheid

Ook Estella stapte met een ander idee het traject in. “Ik droomde van een duurzaam huis met natuurlijke materialen, waarin ik gasloos kon wonen. Achteraf gezien, bleek dat een middel te zijn en geen doel. Het échte doel was het bouwen van een hechte gemeenschap waarin we gezamenlijk verbindingen aangaan.”

Volgens Estella is verbondenheid een fundamentele voorwaarde voor gezondheid. “Het is ontzettend belangrijk om mensen om je heen te hebben waarmee je je verbonden voelt. Wederzijdse afhankelijkheid is geen last –zoals dat in onze Westerse cultuur wordt aangeleerd -, maar een waarde. Dat had ik van tevoren nooit voorzien.”

De Vereniging Voor Eigenaren is bij Vereniging Aardehuis dan ook anders dan bij reguliere woonwijken. “Als zich iets voordoet, komen we er samen uit. We stappen niet naar de rechter, maar lossen het met elkaar op. In een buurtinitiatief kan je op iedereen rekenen. Zoals ik al zei: de betrokkenheid is hoog.”

Niet bouwen, maar inspireren

De afgelopen jaren heeft Vereniging Aardehuis keihard gewerkt om een eigen droomwijk te bouwen. En dat is gelukt. Het is een 100% ecologische woonwijk van 23 zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid met elkaar in balans zijn. Bovendien is Vereniging Aardehuis vooralsnog de meest ecologische woonwijk van Nederland.

Missie geslaagd dus. En nu? “We hoeven niet zelf meer te bouwen, wij zijn klaar. We willen wel inspireren. Als mensen zelf ook iets vergelijkbaars willen starten, kunnen ze hier een hoop kennis, ervaring en inspiratie komen halen,” vertelt Estella.

En dat blijkt goed te lukken. Tot nu toe zijn er  7000 bezoekers over de vloer. “Afgelopen week kwam er zelfs een champignonnenteler uit Colombia op bezoek. Hij was in Nederland, hij had over ons gelezen op internet, maar kon ons niet bereiken. Hij is speciaal naar Olst gekomen om de aardehuizen te bekijken. Uiteraard hebben wij hem met open armen ontvangen. Dat zijn de momenten waar je het voor doet.”

Deel II

Lees het vervolg van dit praktijkverhaal met andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven.

Vereniging Aardehuis

Een ecologische wijk van zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid in onderlinge samenhang met elkaar in balans zijn.