Terug

Gezamenlijk de ladder op voor chronisch zieke werknemers

21 juni 2018

Het komt vaak voor dat werknemers die een chronische aandoening krijgen (onnodig) langdurig thuis zitten. Hoe krijgen we het voor elkaar dat we medewerkers die een chronische aandoening krijgen aan het werk kunnen houden?

Met circa 25 afgevaardigden van uiteenlopende organisaties, waaronder Alles is gezondheid…, kwamen we aan de hand van Tiggelaars model ‘De Ladder’ tot het volgende doel: ‘Onze medewerkers die een chronische aandoening hebben of krijgen aan het werk houden’. Met daarbij oog voor mogelijkheden buiten de eigen organisatie. Ook over het gedrag en de support die nodig zijn dit doel te bereiken is gezamenlijk nagedacht.

Fit for Work is een programma van Centrum Werk Gezondheid; een van de organisaties waarmee we een good workathon organiseerden met als wicked problem: Hoe maken we van mensen waarvan de arbeidsmarkt afstand heeft genomen onze best werkenden? Tijdens een van de workshops die Ben Tiggelaar op ons congres verzorgde, ontstond het idee samen een sessie te organiseren vanuit Fit for Work om dieper in te gaan op mogelijkheden voor werkbehoud van mensen met een chronische aandoening.

Meer informatie?
Neem contact op met Piet Vessies of Paul Baart.

Piet Vessies – Account Werk
piet.vessies@allesisgezondheid.nl

Paul Baart – directeur Commissie Werk Gezondheid
p.baart@centrumwerkgezondheid.nl

Fit for work

Samen met partners zet Fit for Work zich in voor werkbehoud bij een chronische aandoening.

Verslag werksessie

Benieuwd naar de werksessie met Ben Tiggelaar?

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel II)

20 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 2 van de reportage van het belevingsbezoek.

Naast het starten van een buurtinitiatief, zijn er ook andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven. Estella Franssen vertelt over de voedselcoöperaties, een initiatief van de Ulebelt, om consumenten te verbinden met boeren uit de buurt. Mireille Groot Koerkamp van een voedselcoöperatie uit Broekland gaat met de deelnemers van het belevingsbezoek in op de vraag hoe je zo’n initiatief opzet.

Duurzaam eten = gezond eten

Duurzaam eten is gezond eten. Dat blijkt wel uit onderzoek naar de Blue Zones – plaatsen in de wereld waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan in de rest van de wereld. “In de Blue Zones wordt voedsel meestal lokaal, plantaardig en zelf gemaakt, zonder mechanische en chemische hulpmiddelen. Er blijkt een link te zijn tussen duurzaam eten en gezond leven,” vertelt Estella Franssen.

Winstmaximalisatie

Naast gezondheid, gaat duurzaam voedsel ook gepaard met andere aspecten. Denk aan: energieverbruik van transport, energieverbruik van producten, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, teeltwijzen en – ‘last but not least’ – grip op de markt en machtsverdeling.

“Door dit laatste aspect, is voeding uit het reguliere voedselsysteem gericht op winstmaximalisatie. Als je een product in de supermarkt koopt, gaat maar 6 tot 11 cent van iedere euro naar de boer. De kosten worden hoger, maar de opbrengsten voor de boer zijn nog hetzelfde als dertig jaar geleden. Hierdoor wordt hij/zij gedwongen in de richting van massaproductie. Dit betekent meer mechanisering en meer gebruik van chemische middelen. Een negatieve ontwikkeling voor de boer én voor het voedsel.”

Rechtstreeks inkopen bij de boer

Om dit tegen te gaan, kun je rechtstreeks inkopen doen bij de boer. Dit klinkt leuk en duurzaam, maar het is ook best veel gedoe om elke week bij alle boerderijen boodschappen te doen.

“De voedselcoöperatie is een ‘simpele’ oplossing,” aldus Estella. “Start een coöperatie en doe om de beurt de boodschappen. Bestellingen, logistiek en distributie regel je binnen een coöperatie onderling.” Het resultaat: heerlijk eten voor de laagst mogelijke prijs en toch eerlijk inkomen voor de boer.

Sallandse Voedselcoöperatie

Hoe dat werkt, vertelt Mireille Groot Koerkamp van de voedselcoöperatie in Broekland. “Wat ik mooi vind van de voedselcoöperaties, is dat het begint vanuit de vraag van consumenten, niet vanuit het aanbod. Wij riepen iedereen in de omgeving Broekland op om aan te sluiten bij de coöperatie. Tijdens de eerste meeting deden al tien mensen mee.”

Volgens Mireille hoeft de aanpak niet ingewikkeld te zijn. “In tegenstelling tot heel veel andere initiatieven om de voedselketen te verkorten, zijn er voor de voedselcoöperatie nauwelijks opstartkosten. Je kan dit gewoon gaan doen. Bij onze coöperatie waren wij er na twee vergaderingen al uit: we willen allemaal gezond eten, door duurzame boeren, dichtbij huis.”

De leden van de coöperatie zochten uit welke boeren duurzaam en rechtstreeks leveren, waar zij leveren en hoe zij leveren. Inmiddels voorziet de coöperatie zichzelf van fruit, groenten, vlees en eieren.

Ook in de Randstad

De Broeklandse voedselcoöperatie ging dus snel van start: bewoners in het dorp sloten zich aan en boeren in de buurt werkten graag mee aan het initiatief. Maar is een dergelijke coöperatie ook mogelijk in de Randstad? Volgens Estella kan dit zeker. “We hebben gekeken naar operationele processen van soortgelijke initiatieven elders in het land. Uit dit onderzoek bleek één belangrijke factor bepalend te zijn voor succesvolle coöperaties: sociale cohesie. Een hecht netwerk  is essentieel voor de start van een voedselcoöperatie.”

Volgens Estella kan je het best aansluiten bij bestaande sociale groepen, zoals werk of sport. Daarnaast groeit het aantal duurzame initiatieven waaraan je je kan verbinden. “Er ontstaan steeds meer initiatieven in de stad, zoals stadsmoestuinen, energiecoöperaties of buurtcompostwerven. Hierdoor wordt het steeds gemakkelijker om een netwerk op te bouwen voor een voedselcoöperatie.”

In eigen buurt

Met stichting De Ulebelt helpt Estella consumenten op weg bij het opzetten van een voedselcoöperatie. “Het is niet ons doel om van heel Nederland een voedselcoöperatie te maken, maar we willen wél dat iedereen in zijn eigen buurt hierover kan zien, horen en proeven.” Volgens Estella begint het dan ook bij bewustwording. “Als bewoners op de hoogte zijn van voedselcoöperaties in de buurt sluiten zij zich hier sneller bij aan. Belangrijk is dat de jonge generatie van begin af aan hierin wordt meegenomen. Op deze manier groeien we hopelijk van kleine duurzame niches naar een algehele Blue Zone in Nederland.”

Deel I

Lees deel 1 van dit praktijkverhaal. Over hoe een groep vrienden uit Deventer gemeenschappelijke zorgen over klimaat en gezondheid ondervangt met ‘earthships’.

Voedselcoöperatie Broekland

Begin 2017 zijn zo’n 10 Broeklanders van start gegaan met voedselcoöperatie ‘de Autark’. Zij wil haar voedsel zoveel mogelijk uit de buurt halen, direct van de boer.

Terug

Twee duurzame buurtinitiatieven: een prachtig huwelijk (deel I)

19 juni 2018

Op dinsdag 5 juni waren we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij twee geslaagde buurtinitiatieven: Vereniging Aardehuis in Olst en de voedselcoöperatie uit Broekland. Estella Franssen en Mireille Groot Koerkamp vertellen wat er nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Lees deel 1 van de reportage van het belevingsbezoek.

… een groep vrienden uit Deventer. Met elkaar deelden zij een gemeenschappelijke zorg: de fossiele brandstoffen raken op, het  aantal grondstoffen is eindig en er zwerft ontzettend veel afval rond. Een negatieve ontwikkeling voor klimaat en gezondheid. Dat moet anders, dacht de groep. Ze lieten zich inspireren door een Amerikaans voorbeeld, wat dit alles ondervangt: ‘earthships’.

Wat als je in Nederland een soortgelijke woonwijk bouwt van zoveel mogelijk afvalmateriaal, dat zelfvoorzienend is en waarbij je zo min mogelijk brandstoffen verbruikt? Een droom was geboren.

Belevingsbezoek 5 juni 2018

Nu ruim 10 jaar later zijn we met een gemêleerde afvaardiging vanuit het netwerk van Alles is gezondheid… op belevingsbezoek bij Vereniging Aardehuis in Olst. En we zijn niet de enigen, 7000 bezoekers gingen ons al voor. Estella Franssen, bewoner van Vereniging Aardehuis en projectmanager bij De Ulebelt (centrum voor natuur- en milieueducatie voor diverse burger-, buurt-, en wijkbewegingen in Oost-Nederland), vertelt wat er allemaal nodig is voor een succesvol bewonersinitiatief. Een terugblik op deze dag.

Earthships

Een grote inspiratiebron voor het project was Michael Reynolds. In de jaren ‘60 bedacht hij een duurzaam concept: Eartships. Een earthship is een ‘aardehuis’, oftewel een gebouw gemaakt van afgedankte autobanden, volgestampt met aarde. Dit was de basis waarop het initiatief in Nederland is gevormd.

Met elkaar klopten zij aan bij gemeente Deventer. De gemeente verzocht hen over een jaar terug te komen. “Er was nog een hoop uit te zoeken. Denk aan vragen als: waar wordt de grond gekocht, hoe ver willen we wonen van Deventer, wie regelt de vergunningen, welke bouwmaterialen zijn geschikt, hoe zit het met de opwek van elektriciteit en met de toevoer van water?” Om antwoord te vinden op deze vragen, deden de vrienden inspiratie op bij earthships elders in Europa.

Huwelijksaanzoek

De antwoorden waren er, maar de wensen van gemeente Deventer en de vriendengroep lagen niet op één lijn. Gelukkig belde gemeente Olst-Wijhe met een mooie mededeling: ‘wij hebben plek’. “Dit was een prachtig huwelijksaanzoek”, vertelt Estella. “Daarvoor hadden we nooit contact met hen gehad, maar een wethouder had over ons idee gehoord en was geïnteresseerd. Bovendien stond duurzaamheid hoog in het vaandel bij de gemeente.”

Sindsdien zetten beide partijen in op een intensieve samenwerking. “Het is een kleine, informele gemeente met een platte organisatiestructuur. Door de korte lijntjes verliep de communicatie soepel. Dat resulteerde in 1,3 hectare grond in 2011. In de zomer van 2012 startte de bouw en in december 2014 waren alle woningen gebouwd.”

Van bouwplaats naar woonwijk

Hoewel het bouwproces relatief snel verliep, ging de totstandkoming niet zonder slag of stoot. “Het vraagt ontzettend veel van de bewoners. Als een groep amateurs hebben we een compleet bouwbedrijf opgezet. We bouwden 7 dagen per week, waarbij iedereen minstens één dag per week meewerkte. En dat terwijl we allemaal een eigen huis, gezin en baan hadden. Achter het bureau op het werk konden we eigenlijk pas even ‘uitrusten’.”

In het voortraject zijn er veel wisselingen geweest in de groep. “We startten met twintig huishoudens en uiteindelijk zijn van die groep drie bewoners hier daadwerkelijk gaan wonen.” Estella vertelt dat ze zich dan ook pas na drie maanden ‘mocht’ hechten aan iemand. “De derde maand bleek een beslissend moment voor de bewoners: zetten zij door of niet. Door factoren als geld en tijd haakten velen af.”

Volgens Estella zijn flexibiliteit en commitment dé essentiële factoren voor een buurtinitiatief. “Besef dat het beginbeeld kan afwijken van het eindproduct. Latere instappers hadden dan ook een veel realistischer beeld van de definitieve woonwijk dan de starters. Daarnaast vereist een buurtinitiatief volledige betrokkenheid en investering in tijd. We werden niet betaald in euro’s, maar betaald in een nieuw huis.”

Verbondenheid

Ook Estella stapte met een ander idee het traject in. “Ik droomde van een duurzaam huis met natuurlijke materialen, waarin ik gasloos kon wonen. Achteraf gezien, bleek dat een middel te zijn en geen doel. Het échte doel was het bouwen van een hechte gemeenschap waarin we gezamenlijk verbindingen aangaan.”

Volgens Estella is verbondenheid een fundamentele voorwaarde voor gezondheid. “Het is ontzettend belangrijk om mensen om je heen te hebben waarmee je je verbonden voelt. Wederzijdse afhankelijkheid is geen last –zoals dat in onze Westerse cultuur wordt aangeleerd -, maar een waarde. Dat had ik van tevoren nooit voorzien.”

De Vereniging Voor Eigenaren is bij Vereniging Aardehuis dan ook anders dan bij reguliere woonwijken. “Als zich iets voordoet, komen we er samen uit. We stappen niet naar de rechter, maar lossen het met elkaar op. In een buurtinitiatief kan je op iedereen rekenen. Zoals ik al zei: de betrokkenheid is hoog.”

Niet bouwen, maar inspireren

De afgelopen jaren heeft Vereniging Aardehuis keihard gewerkt om een eigen droomwijk te bouwen. En dat is gelukt. Het is een 100% ecologische woonwijk van 23 zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid met elkaar in balans zijn. Bovendien is Vereniging Aardehuis vooralsnog de meest ecologische woonwijk van Nederland.

Missie geslaagd dus. En nu? “We hoeven niet zelf meer te bouwen, wij zijn klaar. We willen wel inspireren. Als mensen zelf ook iets vergelijkbaars willen starten, kunnen ze hier een hoop kennis, ervaring en inspiratie komen halen,” vertelt Estella.

En dat blijkt goed te lukken. Tot nu toe zijn er  7000 bezoekers over de vloer. “Afgelopen week kwam er zelfs een champignonnenteler uit Colombia op bezoek. Hij was in Nederland, hij had over ons gelezen op internet, maar kon ons niet bereiken. Hij is speciaal naar Olst gekomen om de aardehuizen te bekijken. Uiteraard hebben wij hem met open armen ontvangen. Dat zijn de momenten waar je het voor doet.”

Deel II

Lees het vervolg van dit praktijkverhaal met andere (kleinschaligere) mogelijkheden om duurzaam, sociaal en gezond te leven.

Vereniging Aardehuis

Een ecologische wijk van zelfvoorzienende aardehuizen waarbij alle aspecten van duurzaamheid in onderlinge samenhang met elkaar in balans zijn.