Terug

Estafetteblog #4: van gezondheidsinitiatief naar structureel beleid

9 oktober 2018

Alles is Gezondheid is een netwerk van, voor en door duizenden partners. ‘De Estafette’ is onze doorgeefblog waarin partners kennisdelen en durven te vragen. Een blog waar we allemaal wat aan hebben.

Marja Henssen stelde in haar vorige blog de vraag: ‘Hoe zorgen we ervoor dat gezondheidsinitiatieven worden omgezet in structureel beleid?’ Daan Bultje, directeur bij Healthy Ageing Network Northern Netherlands (HANNN), geeft antwoord.

Amerikanen zouden dit de ‘100.000 dollar question’ noemen, want als we hier een simpel antwoord op hadden dan waren we allen spekkoper. Maar helaas, ‘on the road to success, there are no shortcuts’

Dat hebben we ook ontdekt bij Healthy Ageing Network Northern Netherlands, een stichting die in 2009 is opgericht om bij te dragen aan een gezonder Noord-Nederland. Onze regio is niet de meest gezonde van Nederland, maar we hebben afgelopen jaren wel heel veel partijen weten te mobiliseren die op hun eigen manier een bijdrage willen leveren aan deze doelstelling. Dat is niet vanzelf gegaan, waardoor we een aantal essentiële factoren kunnen benoemen:

  1. Het allerbelangrijkste is beginnen met de vraag: welk probleem zijn we aan het oplossen? Ben je niet teveel overtuigd van je oplossing waardoor je op zoek lijkt naar een probleem? Is dit de meest logische oplossing voor dit probleem?
  2. Als je hebt vastgesteld welk probleem je gaat oplossen, is het essentieel dat je de ‘long game’ speelt. Dus niet gaan voor snelle successen, maar juist proberen al je activiteiten in dienst te stellen van het lange termijn succes. Dat is iets wat botst met de behoeften van bestuurders, want die willen graag een vinkje zetten en iets concreets kunnen afronden. Dat brengt me bij het volgende punt.
  3. Zoek mensen die openstaan voor je lange termijn doel en die idealiter ónder de bestuurderslaag zitten. Dus mensen die invloed hebben op bestuurders, die de vrijheid hebben om iets te proberen en langer op dezelfde plek zitten. Tegen de tijd dat je klaar bent om te oogsten, kun je bestuurders in stelling brengen.
  4. Zorg voor aansprekend, wenkend perspectief. Een ‘stip op de horizon’ zo u wilt. Een beeld waarbij mensen denken: “Ha! Hier kan ik een positieve bijdrage aan leveren.”
  5. Zorg dat je de optimale mix van relevante partners aan je initiatief verbindt. Probeer bij je oplossingsvraag los te komen van: “Zo doen we het altijd” en “Wie is hiervoor verantwoordelijk?” Een partij die niet verantwoordelijk is kan toch invloed hebben op een probleem. De vraag “Waarom niet?” is minstens zo belangrijk als de vraag “Waarom?”.
  6. Hak je lange-termijn doel in hapklare brokken en vorm per brok een coalitie van relevante partijen. Zorg ervoor dat alle coalities wel hetzelfde doel op hun horizon houden. Alle partners zijn gezamenlijk eigenaar van het vraagstuk en de oplossing.

Stip op de horizon van HANNN

Voor Noord-Nederland hebben we in 2015 de volgende stip op de horizon gezet: we willen de eerste Man Made Blue Zone zijn. Door met elkaar samen te werken, willen we een omgeving die een actief leven stimuleert, waar gezonde voeding beschikbaar is, met sociale samenhang en waar zingeving hoog in het vaandel staat.

Om die stip te bereiken hebben we coalities gevormd op deelgebieden als gezonde voeding, gezond wonen, de gezonde beweging, anders oud worden en personalized & customized health. Per coalitie hebben we gekeken welke samenwerkingsvorm het beste past. Vooraf de vraag stellen “hoe gaan we dit betalen?” werkt niet. Je hebt voorlopers nodig die bereid zijn een risico te nemen en de kost voor de baat uit willen laten gaan. Ook moet je zoeken naar welbegrepen eigenbelang; dus aan welk type activiteiten geeft iedere betrokken partner zelf een duurzaam perspectief. Wij proberen bijvoorbeeld snackbars uit te leggen dat de vraag naar gezonde voeding aan het veranderen is, en dat het relatief eenvoudig is om de porties wat te verkleinen, de ingrediënten aan te passen en om zout te reduceren.

Wat in ons geval goed heeft geholpen, is dat wij als stichting geen gevestigde belangen hebben. Wij worden door onze partners afgerekend op het vermogen bij te dragen aan het oplossen van een maatschappelijk vraagstuk.

Stap buiten het systeem

Om een lang verhaal kort te maken: het systeem verander je pas wanneer je met elkaar in staat bent om buiten dat systeem te stappen en samen te bepalen wat beter zou werken. Als je vast blijft houden aan het idee dat de gezondheidszorg primair verantwoordelijk is voor gezondheid in Nederland, dan is de kans klein dat de bouw of de voedingsindustrie daar verantwoordelijkheid voor gaat nemen. Gezondheidsinitiatieven worden pas onderdeel van structureel beleid, als we voldoende massa weten te organiseren rondom drie woorden: Alles is Gezondheid.

Daans doorgeefvraag

Een vraag die ons bezighoudt is “Hoe betrek je verschillende partijen bij gezondheidsinitiatieven? Hoe bereik je niet alleen de mensen die je al tegenkomt in je netwerk of op bijeenkomsten, maar juist daarbuiten?”

Estafetteblog #3

Lees de blog van Marja Henssen: ‘Inclusie en laaggeletterdheid‘.

<

Estafetteblog #5

Lees de blog van Soler Berk: ‘Kinderarmoede kent Wet van Murphy‘.

Reageer

Wilt u reageren op deze doorgeefvraag? Laat het ons weten: info@allesisgezondheid.nl

Terug

Gemeten impact vormt basis voor investeringsmodel

27 september 2018

De omslag van zorg naar gezondheid en preventie is in volle gang, dat zal niemand ontgaan zijn. Er zijn programma’s ontwikkeld, verbindingen gelegd, maatschappelijke netwerken ontstaan en duizenden activiteiten georganiseerd. Maar wat is de impact van al die projecten en wie is verantwoordelijk voor investeringen in preventie?
Door: Imre Vellenga (social dealmaker/impactonderzoeker bij Society Impact)

Een eenmalige pilot is nog wel van de grond te krijgen, maar het gaat uiteindelijk om de lange termijneffecten op de samenleving. Zowel die op de Nederlanders die gezonder, gelukkiger, vitaler en/of zelfstandiger worden, als op de kosten voor de maatschappij. Pas als de kosten en baten helder zijn en de impact dusdanig dat een pilotproject vervolg krijgt, kunnen we spreken van een systemische innovatie met een duurzaam verdienmodel.

Hoe we die impact kunnen meten is een vraag die enorm leeft om de noodzaak van projecten en programma’s te kunnen aantonen. Met Stichting Society Impact stimuleren we samenwerking om de kosten en baten van maatschappelijke projecten te meten en uiteindelijk een sluitend financieel model te creëren; een Health Impact Bond. Een kosten-batenanalyse is hier een onmisbaar onderdeel van.

In opdracht van Ziekenhuis Rijnstate hebben we de kosten en baten van Go! Gezond Onderweg! gemeten, om de maatschappelijke effecten van deze aanpak van in beeld te brengen. GO! is een wijkgerichte aanpak, waarbij zorgverleners en hulpverleners samenwerken op gebied van signalering, diagnostisering, begeleiding en behandeling van kinderen met (ernstig) overgewicht.

Een lastig te meten case, omdat duurzame effecten alleen zijn in te schatten aan de hand van verwachte ziektebeelden. In samenwerking met onderzoeks- en adviesbureau Ecorys en medische experts van Rijnstate zelf, hebben we zeer gedetailleerd gemeten. Via het onderzoek en het rapport dat op tafel ligt kan het project worden aangescherpt en kunnen gesprekken plaatsvinden met investeerders.

Een Health Impact Bond zou een geschikt financieringsinstrument kunnen zijn voor een duurzaam voortbestaan van Go!. Wanneer de kosten en baten zichtbaar zijn, kunnen investeerders terugbetaald worden van de besparingen, die vaak over de domeinen heen worden behaald.

Het Sociaal Hospitaal, CZ, de gemeente Den Haag en Society Impact, de trotse winnaars van de Make The Move-Award 2017, realiseerden de eerste Nederlandse Health Impact Bond, (HIB) voor hun aanpak bij multiprobleemgezinnen. CZ investeert, Sociaal Hospitaal onderneemt en de gemeente betaalt haar deel met een rendement van 3% terug aan CZ, vanuit de gerealiseerde besparingen, Society Impact bracht de partijen bijeen en zorgde voor de realisatie van de deal.

Ook met het project Go! Gezond Onderweg zou een dergelijk model nu kunnen ontstaan, omdat de baten helder zijn. Veranderingen in de maatschappij en innovatie op gebied van preventie hebben ook innovatieve verdienmodellen nodig. Deze publiek-private financiering van gezondheidsverbetering in de maatschappij is daar een voorbeeld van. Met als voordeel dat de ‘sociale waarden’ van de cliënt een van de rendementen is. Preventieve, domeinoverstijgende zorg, en daarmee meer kans op geluk en vitaliteit, tegen lagere kosten.

Lees meer

Bekijk de website van Society Impact voor meer informatie over kosten-baten analyses en innovatie in het sociaal domein.

GO! Gezond Onderweg.

Bekijk de EenVandaag-reportage over GO! Gezond Onderweg.

Kosten-batenrapport

Lees het kosten-batenrapport van Go! Gezond Onderweg.

Terug

Estafetteblog #3: inclusie en laaggeletterdheid

30 augustus 2018

Alles is Gezondheid is een netwerk van, voor en door duizenden partners. ‘De Estafette’ is onze doorgeefblog waarin partners kennisdelen en durven te vragen. Een blog waar we allemaal wat aan hebben.

Kathelijne Bessems stelde in haar vorige blog de vraag: ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat laaggeletterden ook zelfstandig mee kunnen doen aan de dagelijkse verantwoordelijkheden?’ Marja Henssen, beleidsmedewerker Laaggeletterdheid en Basisvaardigheden bij SCHUNCK*, geeft antwoord.

Alvorens antwoord te geven op de vraag van Kathelijne is het belangrijk te beseffen dat niet alle ‘laaggeletterden’ zichzelf als zodanig herkennen. Zij hebben moeite met lezen, schrijven, rekenen en of computervaardigheden en hebben daarmee ‘leren leven’. Met ondersteuning van familie, vrienden en professionals hebben zij vaak een eigen netwerk dat hen helpt met hun financiën, ’moeilijke’ brieven van de belastingdienst, gemeente of het UWV. Wie zijn wij, professionals, om te zeggen dat dit niet goed is of anders moet?

Gesprekken met taalambassadeurs (voormalig laaggeletterden) en cursisten aan onze (taal)trajecten hebben mij geleerd dat we naar hen moeten luisteren. Wat zijn hun behoeften, wat willen zij bereiken en waar liggen hun interesses? Wat motiveert hen om hun vaardigheden te willen verbeteren? Belangrijk is dat we beter begrijpen wat deze mensen motiveert, zodat we ze goed kunnen benaderen. Wat daarbij kan helpen zijn de persona’s zoals die door Lost Lemon beschreven zijn in hun onderzoek ‘Laaggeletterden in beeld’.

De handvaten die zij geven, maakt het werven van mensen met beperkte vaardigheden niet persé gemakkelijker, maar zorgt er wel voor dat je de doelgroep op een andere manier benadert. Zorg dat professionals en vrijwilligers weten hoe zij ‘laaggeletterden’ kunnen herkennen en hoe ze het gesprek kunnen aangaan. Maak samen een inventarisatie van activiteiten en sluit daar waar mogelijk bij aan. Ga samen met de doelgroep en partners op zoek naar passende activiteiten of creëer deze. Voor het ophalen van de vraag is de inbreng van professionals en vrijwilligers die ‘achter de voordeur’ komen van wezenlijk belang. Zij hebben immers een vertrouwensband en kunnen daardoor makkelijker het gesprek aan gaan.

Daarnaast heb je een netwerk nodig van organisaties en instellingen die het belang van een gezamenlijke aanpak onderschrijven, want door inbreng van ieders expertise voorkom je dat de ‘laaggeletterde’ overstelpt wordt door aanbod en afhaakt. Je kunt zo, in samenspraak met de doelgroep, gerichter aanbod ontwikkelen en gebruik maken van elkaars netwerken.

Een goed voorbeeld van integrale samenwerking om laaggeletterden te helpen is het Bondgenootschap Geletterdheid Parkstad. Dit bondgenootschap bestaat uit 36 organisaties en instellingen die gezamenlijk, vanuit hun eigen expertise een bijdrage leveren aan het verbeteren van basisvaardigheden van burgers en eigen werknemers. Zo organiseert de WSP Parkstad taal- en rekenlessen in het eigen openleercentrum, de Rabobank Parkstad Limburg organiseert budgettrainingen voor cliënten die financiële problemen hebben, het UWV verwijst niet-digivaardige werkzoekenden door naar Klik & Tik cursussen in de bibliotheken en het expertisecentrum Taal van het ROC Arcus ondersteunt de medewerkers en taalvrijwilligers van Taalhuizen in de Parkstadbibliotheken.

Marja’s doorgeefvraag

De toenemende aandacht van deze organisaties voor laaggeletterdheid en het beschikbaar stellen van middelen is een positieve ontwikkeling. Maar hoe voorkomen we dat dergelijke initiatieven uitmonden in losstaande projecten die na de subsidieperiode ophouden te bestaan? Hoe zorgen we ervoor dat (gezondheids)initiatieven worden omgezet in structureel beleid? Wilt u antwoord geven op deze vraag? Mail dan naar info@allesisgezondheid.nl.

Reageer

Wilt u reageren op deze doorgeefvraag? Laat het ons weten: info@allesisgezondheid.nl

Terug

“Blijf van mijn leefstijl af!”

24 juli 2018

Het bespreekbaar maken van een gezondere leefstijl is een gevoelig onderwerp. Leefstijl gaat namelijk over gedragsverandering en dat raakt mensen in hun doen en laten. Voorlichting met een opgeheven vingertje werkt niet, dat is duidelijk.

De discussie die de laatste tijd in de media wordt gevoerd slaat echter door: alleen al bij de oproep tot een gezonde leefstijl voelen mensen zich ‘tot de verantwoording geroepen’. Ze worden daarbij gesteund door het in zwang raken van ‘alternatieve feiten’: gezondheid is een subjectief begrip dat iedereen naar eigen believen invult en niet een overtuiging die iemand anders kan opleggen.

“Zedenpreken over de juiste leefstijl zet mensen tegen elkaar op”

Susanne Täuber, universitair hoofdocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelde in de Volkskrant zelfs dat “Zedenpreken over de juiste leefstijl mensen tegen elkaar opzet”. Ze bekijkt leefstijlvoorlichting langs de lat van tegenstellingen: hoogopgeleid versus laagopgeleid en een hoog inkomen tegenover een laag inkomen. Wie overgewicht schadelijk noemt voor de gezondheid moraliseert. Beleid gericht op het verminderen van roken, zoals ‘Groningen rookvrij’, komt vooral neer op het weren van de armen. Ik vind deze verenging van de discussie jammer, want het belang van een goede gezondheid is overstijgend: voor de samenleving én het individu.

“Gezondheid als wisselgeld”

Dezelfde dialectische redenering kwam ik tegen bij Beater van der Velden FNV-medewerkster communicatie waarmee ik een radiodebat voerde. Werknemers komen volgens haar pas ‘in beweging’ als de werkgever de veiligheidsvoorschriften naleeft en zich aan de ARBO-richtlijnen houdt. Ik weet niet of ik als enige bijna van mijn stoel viel toen ik dit hoorde: gezondheid als wisselgeld, het moet niet gekker worden. Ook vond ze het belangrijk dat werknemers in zware beroepen in hun vrije tijd moesten kunnen rusten en niet mochten worden aangesproken op hun rook- en alcoholgedrag. De oorzaak is in deze (externe) redenering niet de leefstijl, maar het werk. Daarom moeten mensen in zware beroepen eerder met pensioen en worden voorstellen tot leefstijlverbetering gezien als aanvallen op de hardwerkende arbeider…

“Afschaffen van de solidariteit in de zorg, leidt tot reductie van zorgkosten”

Zoals ik schreef in mijn Manifest Beweging voor gezondheid vind ik dat we naar een samenleving moeten waarin gezondheid centraal staat. Niet om te moraliseren, maar omdat het de samenleving en burgers vitaler maakt en veel kosten bespaart. Onder meer het afschaffen van de solidariteit waarop het zorgstelsel is gebaseerd, leidt tot een enorme reductie van zorgkosten, omdat een ongezonde leefstijl niet meer gelegitimeerd wordt. Iedereen moet dus geïnformeerd worden over wat een goede gezondheid is en wat de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen zijn van een leefstijl die zich kenmerkt door weinig bewegen, veel eten, ruim alcoholgebruik en roken. Deze informatie dient zo vroeg mogelijk verstrekt te worden en verplicht deel uit te maken van het onderwijsprogramma op alle niveaus.

“Informatie over gezond leven confronteert mij met mijn eigen leefstijl”

Mensen leggen de oorzaak van nare gebeurtenissen graag extern, ook als het gaat over de gevolgen van hun leefstijl voor hun gezondheid. Aan het rijtje “het is mijn leeftijd”, “het zit nu eenmaal in de familie”, “dat komt door de fabrikanten”, is nu ook toegevoegd: “Informatie over gezond leven confronteert mij met mijn eigen leefstijl. Ik word buiten mijn comfortzone geduwd en dat ervaar ik als moraliserend en bemoeizuchtig”.

Aangeleerde hulpeloosheid

Door op elke vorm van gezondheidsvoorlichting de etiketten ‘zedenpreken’ of ‘moraliseren’ te plakken wordt het bespreken van gezondheid ongewenst en blijven dit soort aannames in stand. Terwijl gezondheidsvoorlichting juist verschillen tussen bevolkingsgroepen moet opheffen, worden mensen zorgafhankelijk gemaakt en krijgen ze niet de gereedschappen om positieve invloed uit te oefenen op hun leefstijl. Deze zorgafhankelijkheid doet mij denken aan het in de psychologie gebruikte begrip aangeleerde hulpeloosheid. Dit is het verschijnsel waarbij mensen geleerd is dat zij geen invloed kunnen uitoefenen op gebeurtenissen die hen overkomen. Deze mensen -en met hen een aantal politiek partijen- geloven dat de samenleving (lees het zorgstelsel) moet opdraaien voor de kosten, wanneer hun gezondheid ‘hen in de steek laat’. Zelf in actie komen is niet alleen lastig, ze weten ook niet hoe en ze worden niet geholpen wanneer media en politiek stellen dat de zorg ons gezond houdt. Elke poging hen gezonder te laten leven geeft weerstand: ‘blijf van mijn leefstijl af’.

Clemens Vollebergh (1963) publicist, Sport Tekst en Uitleg Nederland

Clemens Volleberg

Clemens Vollebergh (1963) leidt een redactie- en adviesbureau voor sportbeleid, gezondheidsvoorlichting en leefstijlmanagement.

Terug

Ons ideaal: een efficiëntieslag in preventieland

23 juli 2018

In Nederland wordt veel ondernomen op het gebied van preventie, maar waar hebben we het eigenlijk over als we spreken over duurzaam preventiebeleid? Hoe kunnen we het begrip preventie concreet maken? En wat betekent preventie binnen de diverse wettelijke kaders? Vragen die leven bij veel gemeenten.

Daarom heeft Marga Beckers met een aantal landelijke kennisorganisaties, gemeenten en werkplaatsen sociaal domein de preventiematrix ontwikkeld. Een helder kader dat overzicht en inzicht biedt.

Een aantal gemeenten is inmiddels met de preventiematrix aan de slag. Het gaat allereerst om het signaleren van de grootste problemen binnen een gemeente. De preventiematrix helpt vervolgens bij communicatie over en het aanscherpen van het preventiebeleid. Duidelijk wordt welke activiteiten en interventies worden ingezet om die problematiek te voorkomen en aan te pakken en dus ook wat er nog mist.

Voor een doeltreffend preventiebeleid heb je een strategie nodig voor jongeren, volwassenen en ouderen, langs drie sporen:

  • Inzet op beschermende factoren bij mensen zonder risicofactoren.
  • Inzet op ondersteuning van mensen met risicofactoren
  • Inzet op de aanpak van de problematiek bij mensen, ter voorkoming van verergering of bijkomende problemen

We zien dat gemeenten vaak beginnen bij vroegsignalering. Met de matrix wordt in een dergelijke situatie duidelijk dat de grote groep mensen zonder risicofactoren of problemen niet wordt bereikt. Preventie zou zich juist ook op die groep moeten richten om te voorkomen dat deze groep risicofactoren en problemen gaat krijgen. Met de matrix kunnen daarnaast verdiepingsslagen worden gemaakt. Wat zijn werkende principes? Wat is de kwaliteit, wat is de impact en wat kosten genomen maatregelen?

Aan de hand van feedback zorgen we voor doorontwikkeling van de preventiematrix. Het meest ideaal zou opschaling zijn naar een landelijke, kennisinstituutoverstijgende databank. Een digitale matrix, waarin de interventies uit de zeven bestaande databanken overzichtelijk te vinden zijn. Zo kunnen gemeenten eenvoudig achterhalen op welke gebied interventies beschikbaar zijn en welke preventieprogramma’s in ontwikkeling zijn. Dit verhoogt de efficiëntie en biedt mogelijkheid tot samenwerken.

Ook aan de slag met de preventiematrix? Download hem hier.

Op verzoek van VWS en VNG is de landelijke werkgroep Preventie en Vroegsignalering opgericht om preventie concreet te maken. Betrokken zijn: NCJ, NJi, Pharos, Movisie, Vilans, Trimbos- instituut, RIVM, Gemeente Zeist, gemeente Leiden, gemeente Groningen, Gemeente Alkmaar, gemeente Zaanstad, Werkplaatsen Sociaal Domein (In Holland Haarlem), Hogeschool leiden, Kenniscentrum Jeugd en Kinderpsychiatrie, Kenniscentrum LVB.

Wil je meer weten over de preventiematrix of heb je aanvullende ideeën? Neem contact op met Marga Beckers via deze link.

Marga Beckers

Marga Beckers is voorzitter van de landelijke werkgroep Preventie en Vroegsignalering en adviseur bij Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.

Terug

Estafetteblog #2: Wat kunnen we verbeteren obv wat we hebben geleerd?

9 juli 2018

Alles is Gezondheid is een netwerk van, voor en door duizenden partners. ‘De Estafette’ is onze doorgeefblog waarin partners kennisdelen en durven te vragen. Een blog waar we allemaal wat aan hebben. Dorine ten Doeschot stelde in haar vorige blog de vraag: ‘Wat kunnen we vandaag verbeteren op basis van wat we gisteren hebben geleerd?’ Kathelijne Bessems, onderzoeker bij Maastricht University, geeft antwoord.

Als professional worden we allemaal opgeleid om expert te worden binnen ons eigen vakgebied. De diëtist, de schuldhulpverlener, de docent op het ROC en de wetenschapper benaderen vanuit eigen disciplines problemen en proberen diensten zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van de doelgroep. Wanneer we dit alleen doen, laten we kansen liggen. Zeker bij een thema als laaggeletterdheid dat zoveel disciplines raakt, is samenwerking essentieel. Gelukkig doen we dat steeds meer we vinden elkaar steeds beter, waarderen elkaars expertise en zien hoe we elkaar kunnen versterken. En gelukkig heeft de laaggeletterde als actor tussen die professionals zelf steeds een belangrijkere rol.

Een heel concrete manier om samen te werken is in een proces van co-creatie. Een vorm van samenwerking waarin allerlei professionals uit de praktijk, beleid en wetenschap met laaggeletterden samenwerken. Co-creatie biedt optimale mogelijkheden om bijvoorbeeld een interventie te ontwikkelen waarin de kennis van alle betrokkenen is verwerkt en tegelijk aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de doelgroep. Dat gebeurt dus niet langer op één moment vanachter een bureau van een professional om op een later moment te worden “gedropt” en onderzocht in de praktijk.

Het gebeurt juist in een continu proces; door input van verschillende betrokkenen te ontwikkelen, door onderdelen in heel verschillende contexten te testen, en door het proces te monitoren en waar nodig aanpassingen te blijven doen. De rol van de laaggeletterde verandert: van lid van de doelgroep die een interventie ondergaat, naar een volwaardig partner die op een eigen manier inbreng heeft en mede bepaalt. Door bij dit monitoringsproces af te stappen van de ingewikkelde vragenlijsten en de tijd te nemen om in gesprek te gaan, kunnen we iets voor elkaar betekenen.

Kathelijnes doorgeefvraag

Onze samenleving wordt steeds taliger en de eigen verantwoordelijkheid neemt toe. Je bankzaken regel je online, net als het doen van belastingaangifte of het lezen van een bijsluiter. Maar lang niet iedereen beschikt over de vaardigheden om dit te doen. Mijn vraag aan Marja Henssen van Bibliotheek Schunk is: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat laaggeletterden ook zelfstandig mee kunnen doen aan de dagelijkse verantwoordelijkheden?

Estafetteblog #3

Lees de blog van Marja Henssen: ‘Inclusie en laaggeletterdheid‘.

>

Reageer

Wilt u reageren op deze doorgeefvraag? Laat het ons weten: info@allesisgezondheid.nl

Terug

Estafetteblog #1: Mensen in hun kracht zetten, wat is daarvoor nodig?

29 mei 2018

Alles is Gezondheid is een netwerk van, voor en door duizenden partners. ‘De Estafette’ is onze doorgeefblog waarin partners kennisdelen en durven te vragen. Een blog waar we allemaal wat aan hebben.

Dorine ten Doeschot, adviseur en projectcoördinator bij CMO Flevoland, trapt af. Zij geeft antwoord op onze vraag: ‘Mensen in hun kracht zetten, het is zo simpel gezegd. Maar wat is daarvoor nodig?’

“Een klein licht, gevangen in het donker, de kilte van de koelkast. Maar zelfs het kleinste kiertje zorgt ervoor dat de kamer wordt verlicht. Het licht dat zo kon opstijgen en reizen door het universum. – Rodaan Al Galidi,

Wat maakt dat het licht het donker kan overstijgen? Welke kracht schuilt daarachter? Dat werd mijn zoektocht dit afgelopen jaar, waar het boek Lichtbundel het resultaat van is.

Rapporten las én schreef ik, woorden als inclusieve samenleving, zelfredzaamheid en de participatiemaatschappij. U herkent de termen. De krachtige samenleving; welke gezichten gaan daarachter schuil? Welke verhalen zijn het die ons beleid voedt? Ik verliet het kantoor en sprak met mensen die hun visies op kracht blootlegden. Wat kunnen we leren van hun kracht, die ze ondanks tegenslag uitdragen?

‘Waarom ik’? klonk er steevast wanneer ik mensen benaderde om hun verhaal met me te delen. Vind je míj krachtig? vroegen ze dan. Ik besefte me dat bij hen een soort gewoontekracht was ontstaan. Het was hen gelukt, om te leren focussen op de mooie dingen die hen omringen. Te kijken voorbij de muur van eenzaamheid, schulden, verlies van een dierbare, de beperkingen van een ziekte of de vlucht uit hun dierbare land. Daarbij hielp het ze om iemand in hun nabijheid te hebben die in hen geloofde. Een geliefde, een werkgever, de kinderen of trouwe vrienden. Iemand waardoor ze het vertrouwen in hunzelf weer konden voelen.

Luisteren en Vertrouwen bleken terugkerende kernwaarden uit de gesprekken die ik voerde. Veel meer nog dan het actief ingrijpen om kracht te doen gelden. Vaak nog denken we het toe te moeten voegen, iemand te leren hoe krachtig te zijn. Maar in essentie is het er al. En gaat het veel meer om het de ruimte bieden en ervoor te zorgen dat de barrières die dit belemmeren worden weggenomen. Onze basisovertuiging hierin maakt uit, in hoe we de ander zien, inspireren en tegemoet treden.

Wie écht luistert, merkt dat iedereen een verhaal in zich draagt. Krijgt dit verhaal de ruimte, dan wordt de kracht zichtbaar. Óók van u had een portret in het boek kunnen staan. Of denkt u nu ‘Waarom ik?’

Dorines doorgeefvraag

Vrijwel iedereen is het erover eens dat cliëntervaringen bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening. Die ervaringen worden opgehaald via de cliëntenraden, panels en evaluaties. Vaak een langdurig proces. De tijd tussen evaluatie en verbetering van de dienstverlening is vaak nóg langer. Ik ben benieuwd hoe we dat proces kunnen versnellen. Mijn vraag is: ‘Wat kunnen we vandaag verbeteren op basis van wat we gisteren hebben geleerd?’ 

Reageer op Dorines vraag voor de volgende estafetteblog. Neem contact op met info@allesisgezondheid.nl.

Reageer

Wilt u reageren op deze doorgeefvraag? Laat het ons weten: info@allesisgezondheid.nl

Terug

Natuur: medicijn zonder bijwerkingen

11 april 2018

Vorig jaar tekenden we als IVN Natuureducatie vol trots een pledge op het landelijk congres van Alles is gezondheid… IVN laat jaarlijks circa 500.000 mensen de natuur (dichtbij) beleven. We doen dat met zo’n 20.000 leden en vrijwilligers en 150 beroepskrachten. Maar we waren lang niet de enige ‘groene’ partij. Ook Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Provinciale Landschappen doen bijvoorbeeld mee. Dit is een relatief nieuwe ontwikkeling. Waarom wordt de afgelopen jaren natuur steeds meer verbonden met gezondheid?

Ten eerste is de samenleving heel erg veranderd. In twee generaties hebben we ons een geheel nieuwe levensstijl aangeleerd. We wonen steeds meer in steden, in geïsoleerde huizen, zitten achter computers en laten eten (en veel andere zaken) thuis bezorgen. Dat ervaar ik als vader van vier kinderen op een bovenwoning in Amsterdam zelf ook. Een heel ander leven dan toen ik als boerenzoontje opgroeide aan de rand van het Friese stadje IJlst. Als kind van ouders die al generaties lang boerenbedrijven hadden.

Schaduwkanten van welvaart

De enorme toename van welvaart en levenskwaliteit kent ook zijn schaduwkanten. De keuzevrijheid geeft ook keuzestress. De mobiliteit gaat ten kosten van sociale verbanden in de wijk. En de grote mentale inspanning die dagelijks op het werk wordt gevraagd leidt tot spanning en vermoeidheid. Daarnaast is het meest laagdrempelig beschikbare voedsel niet altijd wat het lichaam het meeste nodig heeft. Dit alles zet druk op onze gezondheid. Waarbij het gezondheidsverschil tussen ‘arm en rijk’ verder toeneemt. Inmiddels bedraagt deze al zo’n 12 gezonde jaren.

De oplossing die we nu, op heel hoog niveau, aanbieden is het bestrijden van ziektes. Inmiddels geven we daar bijna zo’n € 100 miljard op jaarbasis aan uit. Uitgaande van een beroepsbevolking van zo’n 8 miljoen mensen betekent ongeveer € 12.500 aan kosten per werkende per jaar. Dat is best een stevig bedrag bij een modaal inkomen van zo’n € 25.000 netto per jaar. En omdat mensen steeds ouder worden en de medische industrie steeds knapper worden, zullen deze kosten steeds verder stijgen.

Omdenken

Met de gedachte aan Alles is gezondheid… kijk ik naar antwoorden op deze ontwikkelingen. Dat begint bij het omdenken van ziekte dat gerepareerd moet worden, naar het ervaren van positieve gezondheid ondanks beperkingen. Én bij het iedere dag bewust bezig zijn met de eigen gezondheid. Gelukkig weten we steeds meer over het belang van voeding en bewegen, en nemen steeds meer mensen de verantwoordelijkheid om daar zelf mee aan de slag te gaan. Ook zijn we ons steeds meer bewust van de noodzaak om de omgeving zo in te richten dat de gezonde keuze de logische keuze wordt. Maar er is nog een belangrijk aspect dat nog wat minder bekend is.

Verband tussen natuur en gezondheid

Natuur en bewegen in het groen spelen hierbij een bijzondere rol. In 2005 verschenen er volgens de Groningse hoogleraar Agnes van den Berg 70 artikelen over het verband tussen natuur en gezondheid. In 2015 waren dit er al 7.000 en dat aantal neemt jaarlijks toe.

De bevindingen van deze onderzoeken zijn soms verbluffend. Gezondheidsbevorderende activiteiten die je buiten in de natuur kunt doen, werken twee keer zo goed. Dat geldt zelfs voor het herstellen na een behandeling tegen kanker. Buiten zijn bevordert ook de ontspanning. Bovendien leidt het tot meer hulpvaardigheid, zoals een prachtig experiment in een park met een verloren handschoen op het pad liet zien. Ook blijkt dat kinderen op groene schoolpleinen minder ruziemaken. En 1984 liet Professor Ulrich van de A&M University in Texas al zien dat patiënten sneller herstelden van een galblaasoperatie bij uitzicht op natuur dan bij een uitzicht op een blinde muur (klik hier voor meer informatie over wetenschappelijk onderzoek rondom dit thema.)

Natuur bevordert dus het natuurlijk herstelvermogen, het bevordert natuurlijk gedrag en natuurlijke verbindingen tussen mensen. Niet verrassend maar toch opmerkelijk. IVN draagt graag een steentje bij met het programma Grijs, Groen en Gelukkig in de ouderenzorg, met het programma Groene gezonde ziekenhuizen, met gezondheidswandelingen overal in het land, met steeds groenere buurten en met steeds meer groene gezonde schoolpleinen. Natuur dus overal in je leven. Zo wordt inderdaad alles gezondheid.

Jelle de Jong

Jelle de Jong is directeur van IVN Nederland, de vereniging voor natuur- en milieueducatie en lid organisatie van IUCN Nederlands Comité. IVN is een landelijke organisatie die mensen op lokaal niveau bij de natuur betrekt.

Terug

Armoede is een belangrijk gezondheidsprobleem

26 februari 2018

Inwoners van Utrecht die moeite hebben om financieel rond te komen, hebben drie tot vier keer vaker suikerziekte of een depressie dan mensen met dezelfde opleiding en achtergrond die geen financiële problemen melden.

Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de gezondheidsmonitor die Manja van Wezep van de gemeente Utrecht  presenteerde bij een bijeenkomst van de academische werkplaats ‘gezondheidsachterstanden en psychische gezondheid’. In deze werkplaats brengen we beleid en kennis uit de praktijk, van bewoners en professionals uit zorg en welzijn, samen met academische kennis van hogeschool, universiteit en kennisinstituten en gemeente. Om zo met elkaar te werken aan het verbeteren van de psychische veerkracht van en zorg voor mensen met problemen op meerdere gebieden.

Sociale oorzaken

Dit feit is niet verbazingwekkend –  we weten immers dat financiële problemen leiden tot chronische stress, en dat chronische stress lichaamsstoffen vrijmaakt die de kans op aderverkalking en suikerziekte verhogen. Armoede verhoogt ook de kans op depressie, en tegelijkertijd versterkt depressie weer die lichamelijke negatieve effecten van chronische stress.

Als je dat realiseert, wordt duidelijk dat we voor preventie van depressies, suikerziekte en hart- en vaatziekten vooral moeten inzetten op de sociale oorzaken. Dat hameren op leefstijl niet helpt als we niet ook armoede bestrijden en mensen met schulden ondersteunen.

Goede schuldhulpverlening

Mensen met financiële problemen komen vaker dan anderen bij de huisarts, maar vertellen meestal niet uit zichzelf dat ze deze problemen hebben. Het zou hen helpen als  de huisarts hier actief naar vraagt, en hen de weg wijst naar goede schuldhulpverlening. Als bovendien via de huisarts, de POH –GGZ of het sociaal wijkteam gekeken wordt welke achterliggende problemen spelen en welke ondersteuning iemand daarvoor wil.

Daarnaast weten we dat er verschillende effectieve methoden zijn om stress te verminderen., en om een positief zelfgevoel te versterken. POH –GGZ en welzijnswerkers zouden hiermee erg kunnen bijdragen aan verbetering van de psychische gezondheid van mensen – ook of misschien wel juist bij mensen met financiële problemen.

Warme verwijzing

Kortom, dit voorbeeld onderstreept het belang van een persoonsgerichte, integrale aanpak door professionals, die het vertrouwen hebben van degenen om wie het gaat. Aandacht voor de persoon en diens situatie, op alle terreinen, kan boven tafel krijgen welke problemen er spelen en welke ondersteuning gewenst is. Een warme verwijzing naar de goede hulpverlener of instantie kan vervolgens die ondersteuning realiseren. Dat vraagt om samenwerking tussen zorg en welzijn, en afdelingen werk en inkomen van de gemeente. Want alles is gezondheid.

Over Maria van den Muijsenbergh

Maria van den Muijsenbergh is bijzonder hoogleraar Gezondheidsverschillen en persoonsgerichte integrale eerstelijnszorg aan de Radboud Universiteit en Pharos.

Terug

Niet achter de geraniums, maar achter de kruiwagen

4 januari 2018

Terwijl we binnen tussen vier muren vaak nog worstelen met het verleggen van de focus op klachten en ziekte naar de mensen zelf en hun veerkracht, gaat dit buiten in een natuurlijke omgeving vanzelf.

Kinderen met autisme komen helemaal tot rust in een natuurlijke omgeving. Met de juiste begeleiding verleggen ze in de natuur hun grenzen zonder dat ze het door hebben. Mensen met burn-out die in de natuur gecoacht worden, herstellen zonder dat ze het gevoel hebben in therapie te zijn. Ouderen met beginnende dementie vind je bij DemenTalent niet achter de geraniums, maar zij trekken op de hei jonge boompjes uit. In de groene leefomgeving worden mensen begeleid volgens het gedachtegoed van positieve gezondheid avant la lettre.

‘Forest bathing’

Niet voor niets vormt in Japan ‘forest bathing’ (in het Japans Shinrin-yoku) sinds de jaren 80 de hoeksteen van preventieve gezondheidszorg en genezing. Relaxed wandelen in het bos, een zogenaamd bosbad, verlaagt de hartslag, bloeddruk en stress, het verbetert ons immuunsysteem en we worden er opgewekter van. We weten dit intuïtief, maar er is ook een indrukwekkende hoeveelheid wetenschappelijk bewijs voor. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen een sportieve activiteit in een natuurlijke omgeving over het algemeen positiever ervaren dan dezelfde activiteit binnen in een sportschool. Ook geven ze na afloop vaker aan de activiteit nog eens te willen doen. Dit verbaast me niet, want een natuurlijke omgeving fascineert,  leidt af van lichamelijke klachten en geeft energie. En natuur is leuk! Hutten bouwen en verstoppertje spelen tussen de bomen; goed voor de beweging en creativiteit, zo weten ze onder andere bij Natuursprong een beweegprogramma voor kinderen. Een natuurlijke omgeving is bij uitstek geschikt om bewust en onbewust ‘te werken’ aan gezondheid.

‘Out of the box’

Japan kent inmiddels meer dan 50 ‘therapeutische bossen’ waar je kunt deelnemen aan speciale programma’s die je gezondheid verbeteren. In Nederland hebben we (nog?) geen officieel erkende therapeutische bossen. Mocht het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich wagen aan een stevig staaltje ‘out of the box’ denken en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZ) verruimen met therapeutische bossen, dan komen in mijn woon- /werkomgeving de bossen van landgoed Amelisweerd en  de ’s-Gravenlandse landgoederen ongetwijfeld op het lijstje. Tientallen coaches en therapeuten benutten deze bossen als werkruimte.

Groen doet goed!

Verruiming van de WTZ of niet, de zorg vergroent in Nederland. Het aantal zorginstellingen met buurt- pluk- en moestuinen neemt toe. En steeds meer erkende zorgboerderijen, zorgorganisaties en scholen zetten, vaak in samenwerking met natuurorganisaties, natuurwerkzaamheden in als zinvolle dagbesteding of leerwerk-ervaring. De focus ligt op mogelijkheden in plaats van ziekte, beperking of problematiek.
‘Groen doet goed!’ is een slogan die geldt voor jong én oud. Zo bleek onlangs nog uit een onderzoek van de Universiteit Maastricht dat mensen met dementie op een zorgboerderij actiever zijn, vaker deelnemen aan zinvolle activiteiten, meer sociale interacties hebben en een hogere kwaliteit van leven ervaren in vergelijking met traditionele vormen van zorg.

Laat je inspireren

Elke dag opnieuw blijkt in de praktijk hoe begeleid aanbod in een groene omgeving bijdraagt aan minstens één, vaak aan meerdere of zelfs alle zes dimensies van positieve gezondheid. Worstel jij als professional nog hoe je het concept ‘Positieve gezondheid’ concreet kunt toepassen in de praktijk? Laat je dan ook eens  inspireren door succesvolle initiatieven op het snijvlak van gezondheid en natuur. Download de pdf met ervaringen uit de praktijk én links naar filmpjes. En kijk eens op www.beterinhetgroen.nl voor aanbod in de buurt.

Augie Vissers is initiatiefnemer van Beter in het Groen en projectleider bij MediQuest.

Beter in het Groen

Buiten zijn in de natuur is gezond! Met Beter in het Groen vind je eenvoudig gezond aanbod in de natuur. Activiteiten die je helpen gezond te blijven of gezonder te worden. Van wekelijkse wandelgroepen en buiten-sportlessen tot kindertherapie en re-integratie in het groen. In een natuurgebied, tuin of park dicht bij huis.